Politiek = alles wat te maken heeft met het besturen van een samenleving
Preciezer:
Politiek = het proces waarbij samenlevingen op een voor de leden bindende wijze de regels van hun
samenleven bepalen, bewaren, wijzigen of handhaven.
à politiek is een proces: instellingen structuren (die niet vast liggen)
à samenlevingen: politiek is een proces voor samenlevingen
à bindend: afdwingbaar, sanctioneerbaar, verschil met andere sociale systemen: monopolie op
legitiem geweld
1.2. Variaties in de politiek
Er zijn regels nodig om iets te kunnen laten fuctioneren
à vb. School: tijdstippen van lessen
We willen dat de overheid steeds meer regels oplegd omdat we ervan houden dat anderen zich aan
de regels houden.
1.2.1. Politiek en territorium
Regels bij verenigingen:
- je kan kiezen om weg te gaan en de regels niet te volgen
- eerder ‘bestuur’ genoemd
Regels in samenlevingen verbonden aan een territorium/grondgebied:
- omvattender en dwingender
- niet zomaar te ontwijken: regels gelden voor inwoners van dat territorium
- dit is ‘politiek’
1.2.2. De verschuivende culturele grenzen van de politiek
Reikwijdte van politiek:
19e E: politiek was een beperkte aangelegenheid (basisregels en rechtbanken en politie, bescherming
van de grenzen, dat burgers belastingen betalen)
20e E: politiek was niet alleen burgerlijke en politieke rechten, maar ook sociale (dankzij
arbeidersbeweging)
21e E: vanzelfsprekendheid dat politiek in verschillende sferen zit, toekomst: vraag naar bescherming
persoonlijke informatie door de media?
1
,Evolutie in politieke cultuur: Regels veranderen op basis van de behoefte van de samenleving.
à vb. de seksuele relatie tussen volwassenen is privé tussen deze personen, maar bij misbruik mag de
politiek zich er wel mee bemoeien.
1.2.3. De vormen en structuren van politiek
Classificatie:
Regimes = de grote principes die ten grondslag liggen aan het functioneren van een politiek
systeem
- Democratische regimes = macht is tijdelijk en is verspreid over verschillende groepen
- Autoritaire regimes = basisrechten van de burgers worden niet gerespecteerd
Staten = de hedendaagse structuur waarin de sturing van samenlevingen afspeelt
- Unitaire staten = gecentraliseerd bestuur
- Federale staten
Variatie in politieke instellingen en procedures à Hoe worden verkiezingen georganiseerd?
- Politiek varieert naargelang soort samenleving
- Politiek varieert naargelang inhoud
- Politiek kan verschillende vormen aannemen
1.3. Politieke wetenschap
Niet alleen de politieke wetenschappers praten over politiek, maar ook bv. journalisten, kunstenaars
Een politieke wetenschapper wil politieke gebeurtenissen en instellingen begrijpen, verklaren en
analyseren.
Regels van de politieke wetenschap:
Regel 1: Intellectuele distantie = afstand nemen van politieke debat
- Onuitgesproken voorkeur toch door keuze van de onderwerpen
- Politicologen doen aan de samenleving verslag van de resultaten van wetenschappelijk
onderzoek
à Leden kunnen de resultaten gebruiken, ze kunnen meningen of houdingen veranderen
à Beleidsmakers kunnen beleid bijsturen
à Actiegroepen kunnen kun strategie wijzigen
Regel 2: Wetenschappelijke methode (= veel en bewust verzamelde waarnemingen en een
zorgvuldige en bewuste keuze van onderzoekstechnieken) respecteren.
Regel 3: Systematiek
- Systematisch data over verschijnselen waardoor er vergeleken kan worden en geclassificeerd
2
,Regel 4: Kwantitatieve en kwalitatieve benaderingen
- Kwantitatieve benadering
à vb. tellen hoe vaak mannelijke en vrouwelijke volksvertegenwoordigers over een bepaald
thema spreken
- Kwalitatieve benadering
à vb. de manier van praten van mannelijke en vrouwelijke volksvertegenwoordigers
Regel 5: Openheid à altijd zeggen wat je doet en waarom je het doen
1.4. De instrumenten van de politieke wetenschap
Doel politieke wetenschap: inzicht werven en verklaringen te geven voor wat er zich in de politieke
sfeer van de samenleving afspeelt.
Instrumenten = hulpmiddelen die het mogelijk maken om de politieke gebeurtenissen te ontleden en
te classificeren, die het mogelijk maken logisch te redeneren
1.4.1. Instrument 1: Concepten
Concept = een begrip, een verschijnsel dat benoemd wordt met de bedoeling het precies te kunnen
afbakenen.
à Dient om het denken te organiseren en classificaties te maken, het is een manier om naar de
politieke gebeurtenissen te kijken en erover te spreken
- Gender of geslacht?
Geslacht = biologisch verschil tussen mannen en vrouwen
Gender = de sociale en culturele verschillen tussen mannen en vrouwen
- Polyarchie (Robert Dahl) = een soort regime dat voldoet aan:
• De controle over de regering en over het beleid is in handen van gekozen
mandatarissen
• De verkiezingen verlopen vrij en eerlijk
• De meeste volwassenen hebben het recht om hun stem uit te brengen
• De meeste volwassenen hebben het recht zich kandidaat te stellen
• De burgers genieten van een gegarandeerde vrijheid van meningsuiting, met
inbegrip van de vrijheid om het bestuur te bekritiseren
• De burgers hebben vrij toegang tot informatie die niet door het bestuur
gecontroleerd wordt
• De burgers zijn vrij om zich te verenigen in belangenorganisaties en in politieke
partijen
à Ideaaltype = wil niet reëel bestaande regimes beschrijven, maar het mogelijk maken om te
classificeren, te vergelijken
3
, 1.4.2. Instrument 2: Modellen
Model = een voorstelling van de realiteit, maar niet zomaar een reproductie ervan
à Geeft ook relaties aan en vertelt hoe dingen in elkaar zitten
à vb. Het kringloopmodel van David Easton
Twee inputs:
- Eisen = vragen vanuit individuen of groepen om een politieke oplossing van een probleem
à Gevaren: volume overload (= kunnen te veel zijn) en content overload (= unnen te
gevarieerd zijn)
à Oplossing: sluiswachters/gatekeepers (= mechanismen die de uiting van politieke eisen
reguleren) vb. politieke partijen die eisen bundelen
- Steun = uitingen van vertrouwen in het systeem
à kunnen passief zijn bv. gehoorzamen en actief bv. betogen
à steun is nodig, maar verzet is mogelijk en normaal
Outputs: politieke beslissingen
• Terugkoppeling
• Output: politieke beslissingen
Terugkoppeling/feedback = gevolgen die outputs hebben voor de inputs
- Ingewilligde eis à er wordt nieuwe eisen geformuleerd
- Niet-ingewilligde eis à eis wordt herhaald (eventueel neemt steun af)
1.4.3. Instrument 3: Theorieën
Theorieën = geven aan hoe politieke verschijnselen met elkaar in verband staan, concreter dan een
concept of een model
vb. hoe en waarom mensen een stem op een bepaalde politieke partij uitbrengen
à Houdt altijd hypothese in
Hypothese = een voorspelling waarvan wordt nagegaan of ze klopt door ze te toetsen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisestuvia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.