diversiteit
INTERCULTURELE COMPETENTIES
→ Beste stukken pakken en daar het beste van maken
→ Lastig/ ongemakkelijk doen voelen
Gaat om kennis, skills (vaardigheden), attitude (houding)
➔ A+= bewustzijn, stuurt alle 3 de dingen aan
➔ Dmv de 9 competenties
Zelfkennis= belangrijkste
1. Zelfkennis
Door omgeving, ouders, onderwijs… heb je een bepaalde ‘bril’ meegekregen )> maakt hoe je kijkt
naar de wereld
→ Er is niet DE waarheid, ieder heeft zijn eigen waarheid
2. Flexibiliteit
Kritisch naar jezelf kijken en hoe je dingen aanpakt
→ Ook open zijn voor anderen om iets anders te denken
→ Kijken naar jezelf en uw gewoonten aanpassen om toch iets nieuws te proberen
3. Veerkracht
Durf ik nieuwe situaties toe te laten. Kan ik dat andere verhaal toelaten en als waarheid zien?
→ Zonder te veroordelen
4. Ontvankelijkheid
Kan ik horen wat je zegt? Kan ik jouw verhaal als waarheid
zien of een meerwaarde zien tussen het verschil tussen jou en
mij?
Privileges: waar jij staat op dit wheel heb jij meer/ minder
macht
➔ De 1 heeft dus een ander verhaal dan de ander
➔ Bewustwording: als iemand mij hier feedback over
geeft ‘hoe ga ik daar mee om’
1
, 5. Kennisverwerving
➔ ‘die heeft die cultuur dus die
zal wel zo zijn’ -> nee: ze is een uniek
persoon, dat is een onderdeel van
haar
6. Relationeel
Identiteit: een veelkleurig, veelvormig en bewegend
mozaïek
➔ Op welk stukje maken we een relatie met de ander
7. Communicatie
Conceptueel kader van TOPOI
• Taal: Betekenissen van ieders verbale en non-verbale taal
• Ordening: De zienswijze en logica van eenieder
• Personen: Identiteit en betrekking: wie is eenieder voor elkaar en voor zichzelf? Hoe is de
onderlinge relatie?
• Organisatie: Functionele kader: hoe is het georganiseerd en hoe zijn de machtsverhoudingen?
• Inzet: Motieven of beweegredenen van een ieder
➔ Belangrijkste! Inzet moet altijd positief zijn
8. Conflicthantering
conflict waar cultuur is bij betrokken -> duren conflicten langer dan normaal
5 stijlen: hoeveel je zorgt voor een ander/ voor jezelf
➔ Bij cultuur vooral: doordrukken, vermijden en toegeven
➔ 80% van de studenten gaat voor vermijden
Vaak wordt ‘anders zijn’ als bedreigend ervaren
2
,zorgen voor eigen belang
zorgen voor andermans belang
Assertiviteit/ Coöperativiteit positief neutraal negatief
Positief Samenwerken toegeven
Neutraal compromis
Negatief doordrukken vermijden
9. Multi perspectiviteit
Andere hoeken dingen bekijken en begrijpen
→ Ondanks dat je anders denkt, toch de ander begrijpen
theoretische beschouwing
A. Algemene theorie
A1. Cultuur
Wat is cultuur?
“Cultuur is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, attitudes,
gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan, die van generatie op generatie worden
overgeleverd” (van Oudenhoven 2012)
→ Staat niet in het boek, is uitgebreider
→ Heel belangrijk: cultuur helpt om je eigen identiteit te vormen en je te onderscheiden van
anderen (bv cultuur van studenten TP of studenten burgerlijk ingenieur)
→ Komt niet zomaar naar boven
Visies
Essentialistisch
(van Hofstede). Cultuur heeft verschillende lagen, hoe dieper je in de kern komt=
dat is waar het omdraait. Binnenkant is stabiel en deel je met anderen. Dit zijn
de normen en waarden die worden geprogrammeerd door cultuur. Dit heb je
nodig om je eigen cultuur te behouden.
→ Dit is ook hoe je als outsider naar andere culturen kijkt (de ander wordt homogeen,
ondoordringbaar)
→ Ook het ijsberg-model ipv ui-model: je moet weten wat de ongeschreven codes, regels en
waarden zijn van een cultuur om goed te kunnen communiceren met elkaar
3
, 1. cultuur is een ding: eigendom van de leden = hebben ze via opvoeding en onderwijs
meegekregen
2. bestaat uit verschillende lagen, waarvan de meest verborgen laag bestaat uit diep
verankerde waarden en normen= vormt de essentie van de cultuur (doorheen de tijd
hetzelfde gebleven)
3. mensen worden geprogrammeerd door de cultuur= bepaald denken en doen zonder dat
ze daar zelf veel aan kunnen doen
4. cultuur is als biljartballen: als mensen uit verschillende culturen met elkaar in contact
komen, botsen ze op elkaar maar zullen ze elkaar niet verwezenlijk veranderen (als je
nieuwe cultuur ontdekt, neem je niets over)
RISICO
1. de (super)diverse samenleving bemoeilijkt communicatie tussen verschillende groepen=
wij-zij gedachten
→ opvattingen of gedragingen van de ander waar je het niet mee eens bent ga je eerder
verklaren door de cultuur als oorzaak te wijzen (beter: vragen naar de redenen van
mensen hun opvattingen of gedragingen)
2. zorgt voor gegeneraliseerde opvattingen. Gedachte van jij bent zoals je cultuur
(veralgemening en stereotypen)
Contextualistisch
(Trompenaars)
‘cultuur is zoals zuurstof of water, je ziet het niet of je voelt het niet maar het is er wel’
het is pas als je verhuist dat je merkt dat het daar echt anders is. Verschillende
componenten zonder vaste kern.
→ Cultuur wordt gezien als ‘context’: omgeving waarin mensen opgroeien en waarmee ze zo
vertrouwd geraken dat ze zich niet kunnen voorstellen dat het mogelijk is om in een heel
andere omgeving een menswaardig bestaan te leiden.
→ Het ‘insider’ perspectief: alles in eigen cultuur is minder tastbaar. Als je uw eigen cultuur
moet beschrijven is het lastig
→ Risico: het is niet tastbaar dus het bestaat niet
→ Wat als iemand meerdere culturen heeft? Wat dan?
1. Cultuur is omgeving. Cultuur is context die mensen vormt zonder dat ze zich ervan bewust
zijn
2. Cultuur bevat verschillende componenten, maar er is geen 1 vaste kern
3. Je wordt beïnvloed door de cultuur en jij beïnvloedt en verandert de cultuur
4. Verschillende culturen die elkaar tegenkomen: kunnen botsen, maar ook dingen van
elkaar overnemen en mengen
4