PP – juni 2023 1
PERSOONLIJKHEID
= de verzameling van psychologische trekken en mechanismen binnen een individu, die georganiseerd en
relatief stabiel zijn, en die de interacties met en de aanpassingen aan de intrapsychische, fysieke en sociale
omgeving beïnvloeden
Psychologische trekken of traits zijn eigenschappen die verschillen/gelijkenissen tussen mensen beschrijven en
(toekomstig) gedrag beschrijven, verklaren en voorspellen
- Er moet sprake zijn van gemiddelde neigingen of average tendencies; de trek moet meermaals aanwezig
zijn bij een persoon, een enkel voorval van een bepaald gedrag resulteert niet in de trek
- Wel nog enkele bedenkingen: Hoeveel trekken zijn er nodig? Hoe zit de structuur tussen de verschillende
trekken bij een persoon? Waar komen ze vandaan? Wat zijn de correlaties en gevolgen van bepaalde
trekken?
Mechanismen zijn cognitieve processen van informatieverwerking
- Er is een bepaalde situatie waar je in terecht komt – je persoonlijkheid zorgt voor een bepaalde
gevoeligheid voor bepaalde elementen in die situatie – obv wat je dan meemaakt en obv je persoonlijkheid
zullen dan bepaalde beslissingsregels gemaakt worden en die bepalen het gedrag dat je stelt / de output
Persoonlijkheid is intern, georganiseerd (want geen willekeurige verzameling van elementen, maar een
coherent, samenhangend geheel) en is relatief stabiel doorheen de tijd en consistent overheen situaties (want
de state ≠ trait)
Interacties tussen persoon en omgeving zijn complex!
- Perceptie: afhankelijk van verschillende persoonlijkheidstrekken ga je anders waarnemen
- Selectie: afhankelijk van verschillende persoonlijkheidstrekken kies je andere omgevingen (vaak consistent
met persoonlijkheidsprofiel, bv. avontuurlijk persoon zal extreme sporten doen)
- Uitlokking of evocatie: (onbewust) bepaalde reacties uitlokken bij andere mensen die consistent zijn met of
het omgekeerde zijn van jouw persoonlijkheidsprofiel, bv. emotioneel instabiel en gevoelig persoon zorgt
ervoor dat de omgeving beschermend reageert
- Manipulatie: (intentioneel) veranderen van de omgeving of dingen doen om een reactie uit te lokken
Adaptief functioneren: flexibel omgaan met de stress, uitdagingen en problemen die we tegenkomen terwijl we
onze levensdoelen trachten te realiseren
- Bij zeer extreem aanwezige persoonlijkheidstrekken die je tegenwerken, spreken we over maladaptief
functioneren
Onze omgeving stelt ons voortdurend voor uitdagingen
- Fysieke omgeving, bv. fysiek gevaar >> overleving, veiligheid
- Sociale omgeving, bv. vrienden, collega’s, partner >> liefde, respect, erbij horen
- Intrapsychische omgeving, bv. herinneringen, dromen, verlangens >> eigenwaarde
,PP – juni 2023 2
TERMINOLOGIE
ð Temperament ontwikkelt op kleuterleeftijd, persoonlijkheid vanaf de basisschoolleeftijd, en de
individuele verschillen omarmen de persoonlijkheid en het temperament
,PP – juni 2023 3
PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
= tak van de psychologie die zich bezighoudt met het bestuderen van persoonlijkheid en het begrijpen van
individuele verschillen tussen mensen
- Gebaseerd op wetenschappelijke persoonlijkheidstheorieën
• Beschrijven van menselijke kenmerken
• Persoonlijkheid als psychologisch construct: iets dat niet direct observeerbaar is maar wel afleidbaar is
en een determinant van gedrag vormt
• ≠ impliciete persoonlijkheidstheorieën (∞ stereotypen): intuïtieve en vaak evaluatieve uitspraken over
de persoonlijkheid die vaak gebaseerd is op selectieve waarneming
ANALYSENIVEAUS (3)
Iedereen is op een Analyseniveau Voorbeelden
bepaalde manier…
… zoals alle anderen ‘human nature’: eigen aan de Bv. de behoefte ergens bij te horen
menselijke soort en universeel
… zoals sommige Individuele en Bv. variaties in de behoefte ergens bij te horen,
anderen groepsverschillen variaties in de dimensie introversie/extraversie,
verschillen tussen geslachten
… zoals niemand anders Individuele uniciteit Bv. iemands unieke, typerende manier van
boos worden
Nomothetisch onderzoek Idiografisch onderzoek
= bestuderen van groepen/steekproeven = bestuderen van 1 enkel individu
- Focus: gelijkenissen tussen groepen - Focus: uniciteit van het individu
- Doel: universele wetmatigheden ontdekken over - Doel: diepgaand begrip van het individu
‘de mens’; basisstructuur van persoonlijkheid - Methode: case study, psychobiografie, dagboek,
identificeren interview (kwalitatief)
- Methode: zelfrapportage, statistische analyses - Nadeel: moeilijk generaliseerbaar
(kwantitatief) - Werd door Freud het meest gebruikt
- Nadeel: weinig kennis over complexiteit en
dynamiek binnen individu
- Wordt vandaag het meest gebruikt binnen
persoonlijkheidsonderzoek
, PP – juni 2023 4
PERSOONLIJKHEIDSTHEORIEËN
THEORIE VS ONDERZOEK
Er zijn grote verschillen tussen grote persoonlijkheidstheorieën (bv. Freud) en het hedendaags onderzoek in
persoonlijkheidspsychologie
- Nadeel bij hedendaags onderzoek: kleine onderdelen van de persoonlijkheid worden sterk uitvergroot,
maar de overkoepelende theorie ontbreekt soms
- Idealiter is er een goede uitwisseling tussen theorie en onderzoek, de ene kan de ander verder brengen
CRITERIA VOOR PERSOONLIJKHEIDSTHEORIEËN
Een goede theorie…
- Voorziet richtlijnen voor verder onderzoek
- Verklaart en organiseert reeds bestaande bevindingen
- Maakt voorspellingen over gedrag en psychologische fenomenen
Een goede theorie is geen overtuiging want daar is onvoldoende wetenschappelijke basis voor, bv. Astrologie
Wetenschappelijke evaluatiecriteria:
- Volledigheid
- Heuristische waarde
- Toetsbaarheid
- Spaarzaamheid of parsimony
- Compatibiliteit en integratie overheen verschillende kennisdomeinen en analyseniveaus
Wat is dan de ultieme theorie? Die bestaat (nog) niet – er is bovendien een grote verscheidenheid aan
persoonlijkheidstheorieën:
- Psychodynamische theorieën zoals Freud, Erikson
- Sociaal-cognitivistische theorieën zoals Skinner, Bandura
- Humanistische theorieën, zoals Maslow, Rogers
- Biologische theorieën, zoals Eysenck
- Dispositionele theorieën, zoals Costa en McCrae
DISPOSITIONELE THEORIEËN
PERSOONLIJKHEIDSTREKKEN
= fundamentele en universele bouwstenen van persoonlijkheden, typerende kenmerken, karakteristieke
eigenschappen, bv. extravert, energiek, grappig
- Een trek of dispositie: de geneigdheid om zich op een bepaalde manier te gedragen
- Twee uitgangspunten van trektheoretici:
• Trekken zijn relatief stabiel in de tijd en dus observeerbaar over een langere periode
• Trekken zijn relatief consistent over situaties, bv. zowel thuis als op school observeerbaar
Verschillende visies op de definitie van een “trek”:
- Trekken als interne, causale eigenschappen: inwendige trekken die verklarend zijn voor gedrag en
sluimerend aanwezig zijn (zonder directe manifestatie in het gedrag, bv. dominante trek zal niet altijd
zichtbaar zijn)
- Trekken als louter beschrijvende termen en dus geen veronderstellingen of uitspraken over de oorzaak van
gedrag, bv. trekken zijn een categorie van handelingen die vaak voorkomen bij een individu
IDENTIFICEREN VAN TREKKEN