In deze samenvatting tref je alles aan wat nodig is om het vak bestuursrecht te leren. Per week zijn de aantekeningen van het hoorcollege, relevante jurisprudentie, korte samenvatting van de literatuur en enkele oefencasussen opgenomen. Veel succes met leren!
Bestuursrecht
College 1: algemeen
bestuurs(proces)recht en enkele
staatsrechtelijke uitgangspunten
Verticale rechtsverhouding
- Overheid bepaalt eenzijdig de rechtspositie van burgers
- Grenzen aan overheidsoptreden, o.a.:
1. Legaliteitsbeginsel = overheidsoptreden moet een grondslag hebben in de wet.
Dus vereist is een wettelijke bevoegdheid en het uitoefenen van die bevoegdheid
conform de wet
2. Controle op overheidsoptreden door onafhankelijke rechter
- Wat is een wet?
Wet in formele zin: besluit van regering en Staten-Generaal gezamenlijk
Wet in materiële zin: 1) algemene regel, 2) externe werking, 3) vastgesteld o.g.v.
wetgevende bevoegdheid
Drie grote bestuursrechtelijke vragen
1) Is de overheid bevoegd?
2) Heeft de overheid alle regels in acht genomen?
3) Welke rechtsbeschermingsmogelijkheid staat open?
Aandachtspunten voor privatisten: voor overheidsoptreden is een specifieke
wettelijke bevoegdheid nodig
Bijzonder bestuursrecht
- Bestuursrecht dat specifiek is voor een bepaalde sector, bijv. omgevingsrecht, sociaal
zekerheidsrecht, belastingrecht, onderwijsrecht, vreemdelingenrecht.
- Staat in bijzondere wetten, bijv. Wabo, Wm, Wro, Awr, gemeentelijke
kapverordening, provinciale milieuverordening.
- Vragen als:
Wie is bevoegd een belastingaanslag op te leggen?
Wanneer moet een omgevingsvergunning om te bouwen worden geweigerd?
Is voor het kappen van deze boom een vergunning vereist?
Algemeen bestuursrecht
- Bestuursrecht dat relevant is voor meerdere sectoren
- Awb bevat algemeen bestuursrecht
- Vragen als:
, Welke eisen worden gesteld aan de motivering van een besluit?
Wanneer treedt een besluit in werking?
Binnen welke termijn kan een bezwaarschrift worden ingediend?
Aandachtspunten voor privatisten: Awb is geen BW, altijd ook een bijzondere wet
nodig!
- Verhouding Awb en bijzondere wetten:
Normenhierarchie (Grw – wet in formele zin – amvb – provinciale verordening –
gemeentelijke verordening)
Bijzondere wet gaat voor algemene wet
Structuur Awb
- H1: begrippen
Bijv. art. 1:3 lid 2 Awb > beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking
is
Art. 1:3 lid 1 Awb > besluit: schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling
Art. 1:1 Awb > bestuursorgaan
- H2, 3, 4: normen voor handelen bestuursorganen
- H5: handhaving
- H6, 7, 8: Rechtsbescherming
- H9: klachtbehandeling
- H10: mandaat/delegatie en toezicht van bestuursorganen op bestuursorganen
- H11: slotbepalingen
Begrippen bepalen toepassingsbereik, gelaagde structuur
Bij het nemen van een beschikking moeten de volgende hoofdstuk(delen) in acht
worden genomen:
Titel 4.1 Beschikkingen, H3 Algemene bepalingen over besluiten, H2 Verkeer
tussen burger en bestuursorganen
Aandachtspunten voor privatisten: Awb is wel een beetje BW: belang van begrippen
en gelaagde structuur.
Bestuursorgaan: dogmatiek
- Bestuursorgaan is orgaan met publiekrechtelijke bevoegdheid (eenzijdig rechtspositie
van burgers veranderen)
- Bestuursorgaan is onderdeel van overheidsverband (m.u.v. zbo’s)
Centraal = staat
Decentraal = provincie, gemeente, waterschap, openbare lichamen voor beroep
en bedrijf (geen hiërarchie)
Openbaar lichaam
- Overheidsverband = openbaar lichaam
- Decentrale openbare lichamen staan allemaal in H7 Gw
- Organen van openbare lichamen kunnen wetgevende bevoegdheid hebben
- Openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid -> art. 2:1 lid 1 BW
, Aandachtspunten voor privatisten: bestuursorganen kunnen geen privaatrechtelijke
rechtshandelingen verrichten, alleen de openbare lichamen. De openbare lichamen
hebben geen publiekrechtelijke bevoegdheden (dat hebben hun organen).
Bestuursorgaan volgens de Awb
- Art. 1:1 lid 1 Awb > bestuursorgaan:”
a) Orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
I. Art. 2:1 lid 1 BW: staat, provincie, gemeente, waterschappen en ander
openbare lichamen volgens H7 Gw.
II. Art. 2:1 lid 2 BW: bij wet, bijv. commissariaat voor de media, openbare
universiteiten, coa.
III. Orgaan van: bijv. regering, minister, belastinginspecteur, gedeputeerde
staten, commissaris van de koning, provinciale staten, raad, college van
B&W, burgemeester.
b) Ander persoon of college met openbaar gezag (publiekrechtelijke bevoegdheid)
bekleed
I. Geen a-orgaan, bijv. garagehouder die bevoegd is om apk-keuring te
verrichten, bestuur van de stichting katholieke universiteit Nijmegen
II. Slechts bestuursorgaan voor zover publiekrechtelijke bevoegdheid wordt
uitgeoefend
- Art. 1:1: lid 2 Awb > uitzonderingen
- Nb. Wetgevende macht is wetgever in formele zin
Belanghebbende
- Art. 1:2 lid 1 Awb > degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken
- 5 criteria:
Objectief bepaalbaar belang (niet louter emotioneel)
Persoonlijk belang (voldoende onderscheidend t.o.v. elk willekeurig ander)
I. Bij besluiten met ruimtelijke effecten: iedereen die rechtstreeks feitelijke
gevolgen ondervindt heeft persoonlijk belang, tenzij gevolgen van enige
betekenis ontbreken. Hierbij speelt afstand, zicht, geur, geluid, licht,
trilling, emissie en risico een rol (Uitspraak Mestbasin)
II. Concurrent heeft persoonlijk belang
III. Specifiek: huurder monument is geen belanghebbende bij aanwijzing (HR
huurder monument)
IV. Algemeen belang: niemand persoonlijk belang, art. 1:2 lid 3 Awb).
Eigen belang (niet van een ander, tenzij machtiging)
Rechtstreeks betrokken belang (voldoende causaal verband, niet afgeleid belang
van een ander, zie uitspraak Flevoland Invest)
Actueel belang (niet louter toekomstig)
- Art. 2:1 lid 3 Awb > rechtspersonen kunnen belanghebbende zijn bij algemene en
collectieve belangen
De voorwaarden in lid 3 gelden naast de voorwaarden uit lid 1 (opera-criteria)
Kijken naar de doelstellingen in de statuten
, HR Stichting openbare ruimte en HR opnieuw bezwaar maken -> kijken naar
feitelijke werkzaamheden
Aandachtspunten voor privatisten: formuleer de doelstellingen van een algemeen
belang-rechtspersoon niet te ruim.
Besluit
- Art. 1:3 lid 1 Awb > schriftelijke beslissing (geen extra formele eisen) van een
bestuursorgaan (art. 1:1 Awb)
Rechtshandeling: gericht op rechtsgevolg d.w.z. verandering van rechten/plichten
Publiekrechtelijke: grondslag in wet
Beschikking
- Art. 1:3 lid 2 Awb
Persoonscriterium: een besluit dat is gericht tot (een) bepaalde
persoon/personen is een beschikking
Uitzondering: aanwijzing van monument (richt zicht tot een ieder, toch
beschikking)
Afwijzing van aanvraag om een beschikking heeft geen rechtsgevolg: dus geen
besluit? Afwijzing van aanvraag om een beschikking wordt in art. 1:3 lid 2 Awb
expliciet aangemerkt als beschikking -> dus toch besluit (relevant voor
toepasselijkheid van de Awb)
Bestuursrechtelijke rechtsbescherming
1)Bezwaar: bij bestuursorgaan dat besluit heeft genomen
2)Beroep: bij bestuursrechter
3)Hoger beroep
Uitzonderingen mogelijk (geen bezwaar en/of hoger beroep), wanneer geen beroep
openstaat kan bij de burgerlijke rechter een vordering worden ingesteld
(restrechter).
- Uitspraak bestuursrechter art. 8:70 Awb -> 4 dicta. Wanneer de rechter het beroep
gegrond verklaard, vernietigt hij het bestreden besluit, zie art. 8:72 lid 1 Awb. Art.
8:69a Awb: relativiteitseis
- Wijze van toetsen door de bestuursrechter = rechter toetst of het besluit rechtmatig
was toen het werd genomen -> aan geschreven en ongeschreven recht.
- Wijze van heroverwegen in bezwaar = is het besluit rechtmatig en doelmatig?
- Wanneer bezwaar? Art. 7:1 Awb
Hoofdregel: degene die beroep kan instellen bij een bestuursrechter moet eerst
bezwaar maken (eerst kijken of beroep bij de bestuursrechter openstaat).
Aandachtspunten voor privatisten: stel geen bezwaar in voorafgaand aan beroep bij
de civiele rechter.
- Wanneer beroep bij de bestuursrechter? Art. 8:1 Awb -> tegen Awb-besluit
Uitzonderingen in art. 8:2 Awb en 6:2 Awb (uitbereidingen) en art. 8:3-5 Awb
(beperkingen).
Geen beroep tegen beleidsregels en avv’s
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur m2002. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.