OPSPORING: POLITIE
DEEL 1: GESCHIEDENIS TOT JAREN ‘80
Waarom stilstaan bij de geschiedenis?
- Geschiedenis nodig om heden en toekomst te vormen
- Politie en organisatoren zijn afhankelijk van socio-politieke en economische context
3 Bemerkingen:
- Geschiedenis = rijk en complex
- Politie taak: niet enkel misdaadbestrijding, vooral ordehandhaving
- Politieke en sociale geschiedenis -> bepaalt geschiedenis van politie
Rode draden doorheen de politiegeschiedenis: Rijkswacht groeit vaak meer dan anderen
- Verscheidenheid en onevenwichtige ontwikkeling
- Spanning tussen: centrale aansturing & lokale autonomie Kleinere politiezones slagen er vaak niet in
- Spanning tussen: streven naar efficiëntie en effectiviteit & om hun taken te volbrengen
legitimiteit en democratische controle Minister van Binnenlandse zaken:
- Diverse politie instanties die taak van politie in handen neemt -> wil van 184 naar 40 politiezones
wat vaak zorgt voor chaos
DE FRANSE EN HOLLANDSE ERFENIS (1794 – 1830)
HET FRANSE MODEL
Vormt basis van Belgische politie
soorten:
- Burgerlijke republiek (1794-1799): herkomst vanuit de burgerij Politiestaat = politie was machtig en
- Militair Napoleonitisch regime (1977-1814): politiestaat moest openbare orde handhaven
Kenmerken:
- Militarisering: interne discipline en sterke hiërarchie -> gendarmerie
- Centralisering: uitbouw van gendarmerie, met nationale wetgeving
o Controle uitoefenen door middel van uitvoerende macht
o Invoering van onderscheid:
Administratieve politie: openbare orde handhaving, Wie in gerechtelijke politie:
preventief misdrijven voorkomen politiecommissarissen, veld- en
Gerechtelijke politie: opsporen, vaststellen, bewijzen boswachters, vrederechters …
verzamel van misdrijven, repressief ingrijpen
Joseph Fouché:
Eerste minister van Algemene politie
Introductie van ‘haute police’
o Verzamelen van politieke informatie (voor machthebbers)
o De samenleving in het oog houden
Oprichting: Police Secrète (= Openbare Veiligheid)
o Taak: inwinnen, analyseren en gebruiken van inlichting door middel van informanten en
infiltranten
o Reden: nood aan verzameling politieke informatie
,HET HOLLANDSE MODEL (1815-1830)
Overname van Frans model, maar in mildere vorm (namelijk: afzwakking van politiestaat)
Politieorganisatie:
- Maréchaussée = gendarmerie: centrale korps
o Niet meer de term ‘gendarmerie’ omwille van negtieve connotatie
- Gemeentelijke politie
o Omvat commissarissen en veldwachters Maar gemeentelijke autonomie
o Toename gemeentelijke autonomie neemt weer af rond 1825
- Burgerwacht of schutterij
Sire, er is een probleem -> men is ongerust over de 3 onderdelen die niet met elkaar communiceren
DE EERSTE FUNDAMENTEN VAN EEN NATIONAAL GECENTRALISEERDE POLITIESTATEN (1830-1885)
Context:
- 1830: onafhankelijk België = sterke en gedecentraliseerde staat met gemeentelijke autonomie
- 1831: grondwet
- 2de helft van 19e eeuw: industriële ontwikkeling
o Industriële crisis (1873-1885): disciplinering van werkende klassen
- Stakingen en sociale onrust
Politieorganisatie:
- De ‘Gendarmerie nationale’
o Nemen rol van Maréchaussée over
o Kleine rol op vlak van ordehandhaving
o Sterke discipline
- Leger
o Staat in voor binnenlandse ordehandhaving (vb: stakingen onder controle houden)
- Burgerwacht
o Georganiseerd op gemeentelijk niveau
o Groei in steden door wantrouwen van burgerij
o Geleidelijk aan neemt men een andere rol in
- Lokale / gemeentepolitie
o Gemeenten:
Kleinere gemeenten: landelijke politie (vb: veldwachters)
Grotere gemeenten: gemeentepolitie
o Gemeentewet 1836: “burgemeester krijgt algemene politiebevoegdheid en kan preventief beleid
ontwikkelen”
o Taak: politiereglement toepassen
- Openbare Veiligheid
o Verdween in 1830
o Behoud van openbare veiligheidsdiensten
Eerste pleidooien over afzonderlijke gerechtelijke politie
Voorstel door Prins en Pergameni in 1871
Oprichting in 1872, maar afschaffing in 1880
Burgemeester: schrik voor daling van eigen macht
, VERHOOGDE MILITARISERING VAN EEN NATIONAAL SYSTEEM VAN OPENBARE ORDE (1886-1918)
Context:
- Eind jaren 1880: somber beeld van politie
- Verhoogde militariseringen
- Periode van sociale onrust en beroering
o Grootschalige stakingen
o Dodelijke slachtoffers
- Algemeen stemrecht
Somber beeld van politie:“Alle politiediensten zijn
- Politiek:
gebrekkig, zowel door hun aantal, als door de
o Polarisatie
kwaliteit” (Valkeneer)
o ‘Sociaal verweer’
- Versterking van politieapparaat
Algemene taak:
- Openbare ordehandhaving > veiligheid en criminaliteitsbestrijding
- Politie: instrument om werkende klasse in bedwang te houden
Politieorganisatie:
- Gendarmerie
o Stijgende taak van openbare ordehandhaving
o Brutaal optreden
o Reorganisatie in 1889: inzetten op opleiding en professionalisering
- Leger
o Wordt ingezet bij openbare ordehandhaving en burgerlijke bescherming (stakingen en
manifestaties)
- Landelijke politie
o 1887: ‘code rurale’ = veldwetboek -> 1 veldwachter per gemeente
o Taken:
Waken over behoud van eigendommen, oogsten en vruchten
Uitvoeren van wetten en verordeningen
Handhaving van de orde en rust in de gemeente
o Burgemeester: grote impact
- Gemeentepolitie
o Uitbreiding en verbetering organisatie
o Specialisaties en taakverdeling
o Burgemeester: grote impact
- Openbare Veiligheid
o Zaak ‘Pourbaix’: provocatie door Openbare Veiligheid bij betogingen
Provocatie = het opzettelijk uitlokken van
een strafbaar feit -> men ging hier
Gerechtelijke politie: bijvoorbeeld met dynamiet tussen de
Nog steeds debatten betogingen lopen
Maar geen resultaat
, DE VERSTERKING VAN EEN NATIONAAL EN GEMILITARISEERD POLITIEBESTEL (1918-1940)
Context:
- Wederopbouw en economische bloei in jaren ‘20
- Economische wereldcrisis in jaren ‘30
- Interbellum: sociale onrust, politieke instabiliteit en opmars extremistische partijen
Politieorganisatie:
- Gendarmerie
o Verdere uitbouw
o Taak: openbare ordehandhaving
o Stijgende # manschappen
o Geleidelijk verandering naar ‘Rijkswacht’
- Leger
o Taak:
Dalende rol in openbare ordehandhaving
Focus op buitenlandse vijand
- Burgerwacht
o 1920: burgerwacht verdwijnt
o 1934: verbod op privé-milities
- Landelijke politie
o Burgemeesters zoeken meer zeggenschap over politie
- Gemeentepolitie
o Weinig verandering ( geïsoleerd, gebrek aan scholing en geen samenwerking)
o Beperkte rol
o Ontstaan: Algemene RijksPolitie (ARP)
Taak: administratievelijke taken
- Oprichting Gerechtelijke politie
o Nood aan gespecialiseerde misdaadcontrole
o Nieuwe technieken met nood aan specialisten (vb: vingerafdrukken, gerechtelijke geneeskunde)
o Nieuwe uitdagingen: criminaliteit, staatsbescherming tegen politieke groepen
o Wet 7 april 1919: ontstaan van wet op gerechtelijke politie
Voor volledig België
Omtrent zwaard misdrijven 1920: ontstaan van school voor
Onder gezag van parketten Criminologie en Criminalistiek
- Openbare Veiligheid van de staat
o Casus 1932: stakingen -> zorgde voor verhoging van # agenten
Verderzetting van proces van centralisering
Rijkswacht groeit: aantal leden, mobilisering, betere spreiding
Gerechtelijke politie als een nationale politie -> zorgt voor:
o Centralisatie van informatie en contacten
o Onevenwicht en concurrentie tussen verschillende diensten blijft groeien
Oprichting van gerechtelijke politie -> basis voor 3-ledig politiestructuur
MAAR leidt niet tot problemen, hoe? -> iedereen wist wat zijn taak is
Samengevat:
Terugdringen van lokale politie (landelijk en gemeentelijk)
Terugtrekking leger
Verdwijnen van burgerwacht
Daling privé milities
Rijkswacht groeit
, DE BELGISHE POLITIE EN MAGISTRATUUR EN HET PROBLEEM VAN DE ORDEHANDHAVING (1940-1945)
Belgische politiediensten blijven actief
Paradox: nazificering wordt bemoeilijkt door complexe Belgische politieorganisatie
Met andere woorden: door de versnippering van de politieorganisatie krijgt Duitsland geen grip op
Belgische politieorganisatie
HERSTEL VAN HET POLITIEBESTEL (1945-1959)
Context:
- Politieke wederopbouw na WO II
o Nasleep van oorlog: repressie en ontwapening verzet
o 1950: koningskwestie
o Koude oorlog
o Moord op Lahout
o 1950-1958: Schoolstrijd
o => besef: we hebben nood aan een goed georganiseerde politiek
- Sociaal-economische wederopbouw: verbetering situatie arbeiders + uitbouw sociale wetgeving
Politieorganisatie:
- Rijkswacht
o Taak: openbare ordehandhaving
o Oprichting: Bewakings- en Opsoringsbrigades (BOB) -> gericht op zware misdaadbestrijding
o Wet van Rijkswacht: 2 december 1957: sluitstuk van zelfstandigingsproces
Discussie: behoud van militair karakter?
- Openbare Veiligheid Demilitarisering vanaf jaren ‘90
o Veel aandacht voor communisme
- Gerechtelijke politie
o Stagneert in # manschappen en professionalisering
o Oprichting vrouwelijke secties + laboratoria voor wetenschappelijke politie
- Gemeentepolitie
o Geen wetgevende verandering
o Wel kritische verslag: rol en werking werd in vraag gesteld Verandering pas vanaf jaren ‘70
- Landelijke politie
o Herstel van vooroorlogse situatie
- Leger
o 1950: ingezet bij anti-leopoldistische stakingen, maar dalende taak van openbare ordehandhaving
Centrale tendensen:
Herstel van politiebestel van voor oorlog
o Uitbreiding en verzelfstandiging van rijkswacht
o Gevolg: onevenwicht tussen politiediensten
o Inlichtingendiensten
Ordehandhaving en inlichtingenwerk primeren boven misdaadbestrijding
Fijnaut: “WO II heeft geen effect gehad op politiestructuur”
,NAAR EEN CONCURRENTIEEL POLITIEBESTEL (1960-1981)
Context:
- Woelige sociaal-economische politieke periode
o 15 regeringen met forse besparingen
o Gevolgen: grote sociale onrust (stakingen, manifestaties) -> gewelddadige confrontaties tussen
Rijkswacht en stakende mijnwerkers
- Staking eenheidswet: 1960-1961
Politieorganisatie:
- Rijkswacht Zaak-Francois:
o Kritische interpellaties omtrent optreden = veroordeling van hooggeplaatste
o Verdere uitbouw rijkswachter
Kwantitatief: # manschappen stijgt Zorgde voor veel kritiek
Kwalitatief:
1972: speciaal interventie-eskadron (SIE) -> doel: bestrijden internationaal
terrorisme en luchtvaartpiraterij
1974: antidrugafdeling
Ingezet op uitrusting en apparatuur, studie en informatiegebruik
o Focus op zware criminaliteitsbestrijding en professionalisering
- Bestuur van de Criminele Informatie (BCI)
o Opgerichte in 1971: administratieve inlichtingendienst
o Bestrijding van drugshandel
o Betrokkenheid bij zaak-Francois
Zie hierboven
Zorgt ook voor het verdwijnen van BCI
- Gerechtelijke politie
o Wet van 1964: bevoegdheid over het hele rijk
o Groeide doorheen de tijd
- Openbare veiligheid
o 2 afdelingen
Vreemdelingenpolitie
Veiligheid van de staat
- Leger
o Bewakingsopdracht bij stakingen in 1960-1961 & stakingen steenkoolmijn in Zwartberg in 1966
- Gemeentepolitie
o 1971: aanwervingsvoorwaarde en opleidingsbehoefte vastleggen
o Gemeentefusie
Centrale tendensen:
1960-1981: politiebestel in vraag gesteld -> veel initiatieven, maar niets
in praktijk -> waarom niet?:
o Sociaal economische problemen
o Verschillenden visies
o Weinig concrete voorstellen
o Rijkswacht is niet medewerkingsgezind
Opnieuw ongelijkmatige uitbreiding en onevenwicht neemt toe
Meer aandacht voor misdaadbestrijding
o MAAR: hoofd focus op ordehandhaving en inlichtingenwerk
,Context:
HET NEOLIBERALE REGIME EN DE MACHINALE UITBOUW VAN HET POLLITIEBESTEL (1981-1987)
- Eerste helft jaren ’80: weinig regeringsinitatief met betrekking tot politievraagstuk
- 1985: rampjaar:
o Heizeldrama: 2 voetbalgroepfans in stadium -> de ene valt de andere aan -> politie deed niets
o Bende van Nijvel: reeks moorden, overvallen, diefstallen in een periode van 3 jaar
o Aanslagen van CCC: extreem linkse groep
- Eind jaren ’80: chaos in politielandschap
o Gevolg: paniekreactie, repressie, onsamenhangd beleid
o Paniek zorgt voor: weinig samenhang van initaitieven
Zorgt voor:
Stijgende manschappen
Nieuwe organisaties opgericht en weer afgeschaft
Inzet van leger
Nieuwe afdelingen gecreëerd
Miljoenen worden geïnvesteerd in politie en veiligheid
o Problemen:
Kwaliteit van politiemensen en diensten
Selectie en vorming van politiemensen
Herwaardering van lokale politie
(De)militarisering van de rijkswacht
Taakverdeling en coördinatie
Nood aan controlestructuren
Nood aan preventiebeleid
Fijnaut: “gaat over politieoorlog” = weigeren info te delen,
ondersteunen en zal de andere zelf tegen werken
EXAMENVRAGEN:
De geschiedenis van Belgische politiebestel wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid enerzijds
en een onevenwichtige ontwikkeling anderzijds. Verklaar
, DEEL 2: DE WEG NAAR HET OCTOPUS-AKKOORD – PINKSTERPLAN
DE WEG NAAR HET OCTOPUSAKKOORD
HET OCTOPUS-AKKOORD EN DE TOTSTANDKOMING
23-24 mei 1998
Drie luiken:
- Een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveau’s
- De Hoge Raad voor de Justitie: synthesenota (zie verder)
- Krachtlijnen inzake de hervorming van de gerechtelijke organisatie (zie verder)
ONTSTAANSGESCHIEDENIS
Aaneenschakeling van maatschappelijke gebeurtenissen, parlementaire onderzoekscommissies, politiegeweld en
vele hervormingsplannen
2 grote fasen:
- 1990-1997: Stille revolutie:
o Parlementaire onderzoekswerk, hervormingsplannen, allerhande initiatieven op politioneel en
gerechtelijk vlak
o MAAR: geen trendbreuk, was meer een voorbereiding
- Vanaf 1998: grote revolutie
o Doorbraak van Octopusakkoord -> drieledig politiemodel wordt opgedoekt
ACHTERGRONDEN RAPPORT BENDE-COMMISIE I
Politievraagstuk op de politieke agenda:
- Jaren ’60:
o Discussie over transformatie van rijkswacht
o Mislukte pogingen om gemeentepolitie en gerechtelijke politie te hervormen
- Jaren ’70:
o Politieprobleem wordt erkend op regeringsniveau, maar oplossing blijft uit
- Jaren ’80:
o Eerste helft: aantal hervormingsvoorstellen
o 1985: brochure “een politie voor de burger” met aantal voorstellen
o 1985: rampjaar
Heizeldrama
Aanslagen CCC
Bende Van Nijvel
=> politielandschap in chaos
o 1985-1987: Rapport Team Consult
o 24 maart 1988
, HET RAPPORT VAN DE BENDE-COMMISSIE I
= parlementair onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd
wordt
Bevindingen:
- Gerechtelijke politie vertoont gebrek aan samenhang en blijft achter op rijkswacht wat technische en
tachtische recherche betreft
- Er is weinig ministriële controle op de rijkswacht en gebrek aan gezag van magistratuur
- Strijd tussen gerechtelijke politie en rijkswacht
- Gebrek aan kwaliteit van operationele recherche
De tijd van banditisme en terrorisme kon men omschrijven als een verbeten strijd
DE PINKSTERPANNEN I, II EN VERDER
PINKSTERPLAN 1
5 juni 1990 door Regering Martens VIII Kort: er was een behoud van de drie
politiediensten -> wordt als onvoldoende
Inhoud: gezien door het volk -> zwarte zondag (24
- Rijkswacht: november 1991) -> als reactie kwam
o Demilitarisering regering Dehaene met Pinksterplan II
o Overheveling naar Binnenlandse zaken & Justitie
- Herwaardering van de functie van de gemeentepolitie, door middel van:
o Modernisering
o Opheffing onderscheid stedelijke en landelijke politie
- Coördinatie van het politiebeleid: complementariteitsprincipe
o Door Ministriële Omzendbrief
o = samenwerking van gemeentepolitie en rijkswacht
Gemeentepolitie: aanpak van lokale fenomenen
Rijkswacht: aanpak (inter)nationale fenomenen / uitzonderlijke of omvangrijke middelen
vereist
- Wet op politieambt
o Relaties tussen politieoverheden vastleggen
o Relaties tussen politieoverheden en politiediensten vastleggen: dmv het vijfhoeksoverleg
o Algemene bevoegdheden van politiemensen eenvormig
Vijfhoeksoverleg: 3 politie
regelen
instanties + burgemeester +
Doel: coördineren van optreden van politie op
procureur des konings
centraal en lokaal niveau
- Gemeenschappelijk dienstencentrum
o Ondersteunende diensten van diverse politiekorpsen integreren
- Harmonisering van de statuten en de bevoegdheden
- De wetenschappelijke politie
- Controle op politie- en inlichtingendiensten, door middel van:
o Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten (Comité P)
o Comité I
- Een hoogstaande justitie Wat valt op?
o Voorzichtig sleutelen aan statuut magistraten Steeds 3 politiediensten
o Commissie Wetboek van strafvordering Geen koppeling tussen organisatie
van politie en strafrechtelijke
vooronderzoek
Wat is niet aangepakt:
Rivaliteit tussen Rijkswacht en
Herstructurering GPP
GemeentePolitie
Gemeenschappelijk politiële dienstencentrum
Geen samenwerking tussen OR-
Harmonisering personeelssterkte
parket-politie
Wat op inlichtingen- en veiligheidsdiensten
, PINKSTERPLAN 2
Mei 1992 door Regering Dehaene I, als reactie op ‘zwarte zondag’
Veiligheid van de burger staat centraal
- Veiligheidscontracten
- Modernisering van de politiediensten
o MAAR: geen opsporing van algemene organisatie
o Infrastructuur, ICT, luchtsteun + harmonisering van opleidingsprogramma’s
- Coördinatie van de politiediensten door middel van: (zie later)
o WPA
o Vijfhoeksoverleg
o APSD (= algemene politiesteundienst)
Resultaat in 1994
OZ-COMMSISSIE
Achtergrond: ophef door boek omtrent vrouwenhandel
Parlement doet onderzoek naar een structureel beleid met het oog op bestraffing en de uitroeiing van de
mensenhandel
Gebrek in aanpak vrouwenhandel
- Vasthouden aan klassieke, strafrechtelijke aanpak
- Gebrekkig toezicht
Aanbeveling: deontologische code
POLITIEBELEID PERIODE 1990-1995: NAAR MEER COÖRDINATIE
- 18 juli 1991: wet toezicht politie- en inlichtingendiensten
- 1 januari 1992: demilitarisering van de rijkswacht
- Vanaf 1992: herwaardering van gemeentepolitie
o GemeentePolitie groeit uit tot een volwaardige politiedienst
o -> coördinatie van veiligheidsbeleid is mogelijk door nadruk op gemeentelijke autonomie
- 11 juni 1994: door KB oprichting van algemene politiesteundienst (APSD)
o Gaat over samenwerking en coördinatie in 1 gemeenschappelijke coördiantiestructuur
- 5 augustus 1992: wet op het politieambt
o 3 principes:
Opdrachten vervullen onder gezag en verantwoordelijkheid van de overheden
Democratische ontwikkeling van de maatschappij
Dwangmiddelen enkel onder voorwaarden bepaald door de wet
- Vijfhoeksoverleg:
o Bevorderen van lokaal geïntegreerd bestuurlijk,
strafrechtelijk en politioneel beleid (op vlak van openbare Ook provinciaal vijfhoeksoverleg
orde, preventie en bestrijding van criminaliteit)
o Bepalen van maatregelen omtrent samenwerking