PLANTENBESCHERMING
Examenvragen 2022 - 2023
, 1. Waarvoor staat plantenbescherming en de inzet van plantenbeschermingsmiddelen (chemische en
andere) en schetst de noodzaak in relatie tot duurzame voedselproductie en het gebruik van de open
ruimte.
Plantenbescherming is een cruciale factor in de huidige voedselvoorziening. Het is insectenbestrijding,
onkruidbestrijding en ziektebeheersing. Door inzet op zo groot mogelijke vruchten, verliezen planten hun
aanpassend- en overlevingsvermogen.
Voordelen van plantenbeschermingsmiddelen zijn dat men kan zorgen voor verbeterde
arbeidsomstandigheden in de land- en tuinbouwsector en de verbetering van de volksgezondheid en
algemene hygiëne.
Door de sterke evolutie onder impuls EU-wetgeving, bv. meer natuurlijke stoffen in
plantenbeschermingsmiddelen zorgen voor minder druk op het waterleven. Daarbij komend moet
landbouwgrond zo beperkt mogelijk gehouden worden. Biolandbouw vereist meer landbouwgrond dan
conventionele landbouw. Men moet de beschikbare open ruimte dus zo optimaal mogelijk kunnen
gebruiken.
2. Schets welke verliezen er kunnen optreden bij plantaardige productie in relatie tot de potentiële
opbrengst/haalbare opbrengst/primitieve opbrengst en bespreek in dit verband het verschil tussen de
biologische schadedrempel en de economische schadedrempel
Potentiële opbrengst: wat in een ideaal scenario
kan worden opgebracht
Haalbare opbrengst: wat mogelijk is in realistisch
scenario (zonder verliezen)
Actuele opbrengst: eigenlijke opbrengst
Primitieve opbrengst: mogelijke opbrengst zonder
gewasbeschermingsmiddelen
Potentiële verliezen: wat er in het ergste scenario
verloren kan gaan
Actuele verliezen: eigenlijke verlies
Chemische schadedrempel: compensatie van de kosten van het behandelen van gewassen
Biologische schadedrempel: schade aan gewassen
Verliezen: rechtstreekse concurrentie voor groeifactoren, beschadiging of functionele belemmering van
essentiële plantenfuncties, productie van toxinen, verstoring van hormonenbalansen, wegvreten van
bladoppervlakte, bevuiling van te oogsten producten, cosmetische schade, …
De omvang van de verliezen is afhankelijk van interactie tussen plant en gewas-vijand, tijdstip van
aantasting, omgevingsomstandigheden, resistentie/tolerantie van planten, virulentie/agressiviteit van het
pathogeen.
, 3. Schets de beperkingen van biologische land- en tuinbouw versus conventionele land- en tuinbouw in het
verhaal van plantenbescherming (in een context van de noodzakelijke stijging van
voedselproductie/klimaatverandering/verlies van biodiversiteit) en de nuancering door prof. Spanoghe.
Om meer voedsel te produceren en tegelijk de impact op het milieu te verkleinen wordt best gekozen voor
intensieve landbouw in agrarisch gebied. Door intensieve landbouw om te schakelen naar biolandbouw
boeken we 12% diversiteitswinst, maar verliezen we 46% aan opbrengst. Intensieve landbouw gebruikt
half zoveel grond als biologische landbouw.
De consument moet in een 100% biologisch scenario fors minder vlees en zowat geen eieren meer eten en
voedselverspilling zal sterk gereduceerd moeten worden. Er moeten ook heel wat bomen gekapt worden
in plaats van inzetten van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest om dezelfde opbrengst te
garanderen.
Professor Spanoghe stelt dat er nood is aan een geïntegreerde vorm van gewasbescherming volgens de
regels van het IPM.
4. Licht de volgende uitspraak toe: “Gewasbeschermingsmiddelen dragen bij aan gezonde
voedingsproducten”.
Door gebruik van gewasbeschermingsmiddelen daalt het aantal schimmels en schadelijke insecten op of in
de vruchten en komen er minder toxines terecht in het voedsel. Er is wel een kans op residu, maar
hiervoor geldt een strenge wetgeving. Het MRL of Maximum Residu Level ligt veel lager dan gevaarlijk.
5. Gewasbescherming kampt onterecht met een negatieve perceptie. Illustreer met een van de gegeven
voorbeelden de argumentatie van Phillipe Castelein of Pieter Spanoghe.
Philippe Castelain
Nu wordt het gebruik zelfs als een gevaarlijke situatie gezien, “en dat is onterecht want de beoordeling is
steeds beter geworden en er zijn minder schadelijke stoffen in omloop. We zijn in een veiligere situatie in
termen van veiligheid van de gebruiker.” Onder andere pers en academici zorgen voor een negatieve
perceptie van gewasbeschermingsmiddelen.
Pieter Spanoghe
Dat wij onder invloed van angstberichten door PAN sluimerend evolueren naar een landbouw buiten
Europa is niet goed. Ik sta niet in voor een simplistische keuze van het sluiten en buitenwippen van boeren
alhier die niet geholpen worden om het anders aan te pakken. Verantwoord met agrochemie omgaan met
respect voor mens en omgeving moet een optie blijven. Het is niet omdat er pesticiden teruggevonden
worden, dat er gezondheidsrisico’s zijn.
6. Wat zijn de doelstellingen van de Green Deal in relatie tot gewasbescherming en formuleer je eigen
mening hierover naar haalbaarheid.
Doelstellingen:
- Europa is tegen 2050 een klimaatneutraal continent
- Werken volgens de biodiversiteitsstrategie en Farm-to-Fork-strategie
Het gebruik en de risico’s van pesticiden moet verminderen tegen 2030 met 50%. Het gebruik van
kunstmest moet verminderen met 20%.
Op dit moment wordt 8% van de totale landbouwgrond in Europa gebruikt voor biolandbouw. Dit moet
worden opgetrokken naar 25%. Volgens de Phytofar kan dit door middel van innovatie, precisielandbouw,
biologische middelen, opleidingen, verzamelen van lege verpakkingen, … .
, Wanneer landbouwers hiervan het nut inzien, denk ik dat het mogelijk moet zijn om deze doelen te
behalen. Hierbij is een rechtstreekse samenwerking tussen de Europese commissie en de landbouwers
belangrijk. Subsidies kunnen als een extra bron van motivatie dienen.
7. Verklaar volgende uitspraak: “Voedselproductie op een intensieve wijze is een noodzakelijke keuze, op
ethisch vlak en met het oog op bescherming van de natuur.” (Prof. Benton)
De wereldbevolking voeden zonder biodiversiteit en natuur te schaden en de ecologische impact van de
voedselproductie verkleinen is niet evident. Professor Benton wijst op een ongewenst effect als gevolg. De
milieukost verkleint niet, maar verhuist. Momenteel wordt een oppervlakte landbouwgrond gelijk aan
Duitsland in derde landen benut om in de Europese vraag te voorzien.
8. PPP’s (Plant Protection Products) blijven volgens professor Keulemans et al. (2019) nodig. Hij haalt
hiervoor tal van argumenten aan. Formuleer de twee belangrijkste uitgangspunten vanuit de wetenschap
en ook 5 argumenten waarom PPP’s nodig blijven en kunnen gebruikt worden. (5 van de 8 die in de cursus
besproken worden)
- Voedselzekerheid en gezond voedsel voor 11 miljard mensen tegen 2100 binnen de grenzen van de
planetaire duurzaamheid zonder verdere landtoename voor de landbouw, aangezien het verlies van
biodiversiteit, de toename van broeikasgassen en de gevolgen voor het milieu.
- Volgens wetenschappelijke literatuur is er geen andere optie dan de wereldwijde opbrengst-efficiëntie
te vergroten en de opbrengstkloof te verkleinen om wereldwijde voedselzekerheid te garanderen.
Argumentatie
1. Het toegenomen verbruik van PPP’s was een van de drijvende krachten achter de “groene revolutie”
en droeg bij aan de 2,5 maal hogere opbrengst van gewassen in ontwikkelde landen.
2. De verschuiving van breedwerkende gewasbeschermingsmiddelen naar specifiekere
gewasbeschermingsmiddelen, is de belangrijkste reden voor de recente toename van het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen, zonder het positieve effect op de opbrengst van gewassen in het
verleden.
3. PPP’s zijn tegenwoordig, wanneer correct toegepast, veel veiliger dan in het verleden en er is een
strikte controle op residuen.
4. Ook de applicatietechnologie van PPP’s is aanzienlijk verbeterd, wat bijdraagt aan een lagere impact
op het milieu en risico’s voor aanvragers.
5. Zonder PPP’s zullen de opbrengsten worden verlaagd, afhankelijk van het gewas tussen 19% (tarwe)
en 42% (aardappel).
6. Het belangrijkste effect op het verlies van de biodiversiteit is te wijten aan veranderingen in
landgebruik. In dit opzicht is het duidelijk dat biologische landbouw en de toepassing ervan vaak niet
de beste keuze is
7. Bovendien is de perceptie dat natuurlijke “biologische” PPP’s, minder toxisch zijn en tot minder
residuen leiden, niet altijd correct.
8. Precisielandbouw kan ook bijdragen aan een meer gerichte toepassing en vermindering van het
gebruik van PPP.