Inleiding.
Enkele begrippen.
- Criminaliteit: iets wat verboden is door het strafrecht.
- Criminaliseren: een bepaalde handeling na verloop van tijd toch strafbaar maken.
- Terrorisme: een specifieke vorm van criminaliteit waarbij men zonder wettige grond en met een
politiek doel een ernstig geweld pleegt of een ernstige dreiging uit.
- Warme solidariteit: mensen komen samen en tonen medelijden.
- Koude solidariteit: systeem met procedures, zoals de sociale zekerheid. Dergelijke solidariteit hangt
niet van een persoon af.
- Zondebokfenomeen: op de persoon inspelen en niet meer op de boodschap.
- Dark number: de omvang van het aantal misdrijven dat niet ontdekt of aangegeven wordt.
- Preventie: problemen voorkomen in plaats van er nadien aandacht aan te besteden.
- Microniveau: het niveau van het individu en zijn/haar directe omgeving.
- Mesoniveau: het niveau van een school, wijk en stad(sgedeelte).
- Macroniveau: het niveau van een maatschappij, de overheid en de staat.
MAAR als je verwijst naar een specifieke instelling in de staat, zoals het Vlaamse parlement, dan
behoort dat tot het mesoniveau.
Maatschappijmodellen.
- Consensusmodel.
↳ De wet vormt een weerspiegeling van de collectieve wil van de bevolking en behandelt alle mensen
gelijk.
↳ Wie de wet overtreedt behoort tot een specifieke subgroep, die verschilt van de meerderheid.
- Pluralistisch model.
↳ De samenleving is samengesteld uit verschillende groepen die in conflict kunnen komen.
↳ De groepen zijn het eens over de wijze waarop deze conflicten moeten worden opgelost.
↳ Het rechtssysteem is waardenvrij (objectief) en boven alle conflicten verheven.
- Conflictmodel.
↳ De samenleving is samengesteld uit verschillende groepen die met elkaar in conflict kunnen
komen.
↳ Wetgeving en rechtssysteem dienen de belangen van wie politiek machtig is. Het openbaar belang
bestaat niet.
1
,Hoofdstuk 1: situering van sociologische theorieën over criminaliteit.
1. Klassieke theorie
Historische context: grote transities in de 18e – 19e eeuw in Europa.
- Van feodaliteit (= een systeem van verplichte diensten voor een heer in ruil voor bescherming en
levensonderhoud, meestal in de vorm van land, vanaf de val van het Romeinse rijk) naar moderniteit.
Tijdens de periode van feodaliteit werd de samenleving gedomineerd door de Katholieke Kerk en de
adel. De Bijbel was de enige onbetwistbare bron van kennis en wijsheid. We dienen wel te
nuanceren, want dergelijke overgang is niet bruusk gebeurd.
- 1789: Franse revolutie (= een omwenteling in Frankrijk vanwege een opstand van de lagere klassen
tegen de macht van de elite). In de aanloop wijzigden de denkbeelden over de inrichting van de
staat. Vooral de ideeën van de Verlichting werden prominenter, zoals de scheiding der machten en
de scheiding van de Kerk en de staat. In intellectuele kringen gingen ze niet langer akkoord met de
absolute macht, maar pleitten ze voor een gedeelde macht. Daarbij gepaard gaan de talloze
denkbeelden van criminaliteit, voornamelijk de manier van straffen. Toch waren dergelijke straffen
irrationeel en haalden ze weinig uit. Regels dienen namelijk in proportie te staan met de gepleegde
criminaliteit. In de nasleep zijn er dan koppen gerold van enkele elitelieden en de Koning door een
guillotine. Napoleon grijpt vervolgens de absolute macht en wordt Keizer.
- Van brutale lichamelijke bestraffing (= niet-rationeel) naar op regels gefundeerde, institutionele
sanctie (= rationeel).
- Voor de Verlichting stonden de religieuze regels voorop en geloofde men dat criminelen
samenspanden met de duivel. De duivel zou hen de opdracht geven om tegen Gods wetten in te
gaan. Na de Verlichting pleegden criminelen dan weer misdrijven uit rationele overwegingen, zoals
uw vader vermoorden voor zijn erfenis.
- Fundamentele rechten van de mens (1789).
- Conclusie: reizen van ideeën en reizen doorheen de tijd.
Cesare Beccaria: “dei delitti e delle pene” (1764).
- “Een crimineel is rationeel en berekend.” Of in andere woorden, een crimineel gaat dergelijke feiten
plegen voor zijn/haar eigen gewin.
- “Op welke manier kan je het strafrecht humaniseren?” Op vele plaatsen, zoals Italië, vind hij het
strafrecht zeer inhumaan.
- Doelstelling van straffen is preventie, niet om leed of wraak te creëren.
- “Let the punishment fit the crime.” De opgelegde straf dient in verhouding te zijn met de gepleegde
criminaliteit en persoonlijk gericht te zijn op elk individu afzonderlijk.
- Visie van utilitarisme (= de bruikbaarheid van de maatschappelijke reacties en sancties) met homo
rationalis.
- Kenmerken van straffen…
(1) Openbaar uitgevoerd (om de transparantie te verhogen). De procedure word vaak in het geheim
gecreëerd, maar de straf dient openbaar uitgesproken te worden. In de middeleeuwen bleven zelfs
de uitspraak van een straf geheim.
2
,(2) Snelle uitspraak. “Hoe langer je wacht, hoe minder impact de straf zal hebben.”
(3) Noodzakelijk (om andere misdrijven te vermijden). Eveneens de frequentie proberen te
verminderen, zodat de berokken schade lichter is, zowel voor het individu als de maatschappij. Straf
een persoon niet omdat het in het strafrecht vermeld staat, maar straf een persoon omdat het een
nut heeft.
(4) De ‘juiste’ straf. Daardoor zal de crimineel zijn/haar uitgesproken straf aanvaarden. Echter, als de
crimineel zijn/haar uitgesproken straf als te zwaar of onrechtvaardig beschouwt, dan kan hij/zij een
afkeer creëren van de samenleving.
(5) Proportioneel, of in andere woorden, de zwaarte van te straffen (maar zelfs daarbinnen zo laag
mogelijk proberen te straffen). De uitgesproken straf dient evenwichtig te zijn met de daad.
(6) “Nulla poena sine lege”, of in andere woorden, “geen straf zonder wet”. Er mag geen straf
worden opgelegd zonder een vooraf afgesproken wet. Er dient dus een juridische basis aanwezig te
zijn.
- Uitgangspunten...
(1) Sociaal contract.
(2) Vrije wil van het individu.
(3) Straffen moeten afschrikken/ontmoedigen.
(4) Utilitarisme.
(5) Secularisme: de scheiding van de Kerk en de staat.
- Conclusie! Er zijn 3 grote richtlijnen te herkennen in Beccaria’s visie…
(1) Het doel van straffen is preventie, of in andere woorden, verhinderen dat de gepleegde daden
opnieuw gesteld worden of andere daden gepleegd worden. In het kader van dergelijke preventie is
de herintegratie van de dader in de maatschappij noodzakelijk, zodat hij/zij geen nieuwe feiten gaat
stellen.
(2) De proportionaliteit tussen de straf en het misdrijf is belangrijk. “Let the punishment fit the
crime.” De opsluiting in een gevangenis is tijdelijk en kost veel geld. Beccaria denkt daarbij breder
dan enkel gevangenisstraffen, zoals gemeenschapsdienst. Dat zorgt ervoor dat de crimineel in
contact blijft met de samenleving en een daaropvolgende herintegratie makkelijker is.
(3) Zijn visie vanuit het utilitarisme met de homo rationalis. Het utilitarisme is een ethische stroming
die de morele waarde van een handeling afmeet aan de bijdrage die deze handeling levert aan het
algemeen nut (= het welzijn en het geluk van elke mens). Rationeel gaat men op zoek naar een
strafbepaling, die nuttig blijkt voor een aanpassing van crimineel gedrag. Daardoor kwam Beccaria
terecht op enkele kenmerken: “nulla poena sine lege”, of in andere woorden, “geen straf zonder
wet”, straf snel opvolgen na misdrijf, enz. De homo rationalis, of in andere woorden, de rationele
mens heeft als uitgangspunt dat wanneer mensen goed geïnformeerd zijn over wat ze wel en niet
mogen en hun sancties, dan gaan ze dat gedrag hoogstwaarschijnlijk niet stellen. De negatieve
gevolgen zijn daarbij groter dan de positieve gevolgen.
3
, Jeremy Bentham, een Engelse jurist en utilitarist.
- Criminaliteit is inbreuk op het “greatest happiness principle”, of in andere woorden, op het
utilitarisme en de collectiviteit. Criminaliteit trekt punten af van jouw geluk.
- Achterliggende visie van de “hedonistische calculus” uit de klassieke oudheid.
↳ Hedonisme: de Griekse filosofie waarbij met het collectieve/gezamenlijke geluk nastreeft. “Het
leven is al kort genoeg, dus laten we ervan genieten.”
↳ Hedonistisch denken: criminaliteit, een inbreuk op de strafwet, tast het publieke goed aan en
maakt een inbreuk op het publieke geluk.
↳ Hij probeert geluk te meten en creëert een kosten-batenanalyse.
- Invloed op penologische en juridische praktijk.
- Verschil Beccaria versus Bentham…
(1) Bentham benadrukt meer het rationele dan Beccaria.
(2) Bentham zet meer zaken om in realiteit dan Beccaria (doener versus denker).
(3) Becarria verwoord dat rationaliteit een natuurgegeven is, terwijl Bentham verwoord dat mensen
rationeel zijn met het oog op geluksmaximalisatie.
Evaluatie van de klassieke school.
- Sterktes.
↳ Lot in eigen handen, of in andere woorden, individuen kunnen hun eigen gedrag sturen en ervoor
kiezen om een bepaalde drempel wel of niet te overtreffen. Dus niet meer afhankelijk van de duivel,
een monarchie of een religie.
↳ Rationele visie op mens en samenleving: een maakbare samenleving. Individuen kunnen zelf
veranderingen teweeg brengen.
- Zwaktes.
↳ Geen oog voor oorzaken, enkel over de manier en de straf van het gepleegde feit. Baccaria denkt
daarbij vooral na over de preventie.
↳ Geen oog voor types van criminaliteit, want het strafrecht is zeer breed. “Welke soorten van
criminaliteit worden door welke mensen gepleegd?” Men bestudeert daarbij niet de verschillende
types of vormen van criminaliteit, maar men heeft vooral oog voor de impact van dergelijke daad op
het maatschappelijk geluk.
↳ Is plegen van misdaad echt een ‘vrije’ keuze? Soms ook niet-rationeel gedrag.
2. Overgang naar sociologische theorieën.
Essentiële invalshoek.
- Band ontwikkelen met de sociale werkelijkheid.
- Nadenken over de oorzaken en/of de beweegredenen waarin criminaliteit tot stand komt.
4