Samenvatting Kern van het Europees recht + alle hoorcolleges en arresten. Beginselen Europees recht (R_Beg.Eur.r)
H1 – Geschiedenis en ontwikkeling
Supranationaal -> boven de lidstaten -> lidstaten hebben bevoegdheden overgedragen ->
Europese Commissie, Hof van Justitie, Europees Parlement
Intergouvernementeel -> tussen de lidstaten -> lidstaten hebben grotendeels de controle ->
Europese Raad (unanimiteit vereist)
1951-1965: de oprichtingsfase
o EGKS opgericht in 1951 (met Verdrag van Parijs) om einde te maken aan de
terugkerende oorlogen in Europa (NL, BE, LUX, FR, DU, IT)
o Samenwerking op gebied van kolen en staal, twee industrietakken cruciaal voor
productie oorlogsmaterieel -> doel EGKS was om soevereiniteit van landen te
beperken op dit terrein, om te voorkomen dat landen zich kunnen bewapenen voor
nieuwe oorlog
o Jean Monnet bedacht de EGKS -> vader van Europa
o Institutionele structuur van huidige EU is deels terug te zien in EGKS (Hoge Autoriteit,
Gezamenlijke Vergadering, Raad, Hof van Justitie)
o Ander belangrijk doel: economische groei en werkgelegenheid vergroten ->
levensstandaard verbeteren
o In 1957 werd EEG (instellen gemeenschappelijke markt) en Euratom opgericht
o In 1965 zijn de instituties samengegaan
1965-1985: Eurosclerose
o Er gebeurde weinig op politiek niveau, mede door economische crisis en hoge
werkloosheid
o Franse regering wilde niet een al te supranationale opstelling van de Commissie ->
Lege Stoel-crisis van 1965 -> Frankrijk niet aanwezig bij bijeenkomsten in de Raad ->
Europese machinerie en wetgevingsproces kwamen tot stilstand -> Akkoord van
Luxemburg -> agreement to disagree
o In 1974 werd Europese Raad opgericht -> belangrijke rol bij politieke besluiten en
controle over de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie
dmv comitologie
o Voortgang Europese integratie:
1963 van Gend&Loos -> Europees recht kan rechtstreekse werking hebben
1964 Costa/ENEL -> Europees recht heeft voorrang op nationaal recht
Hof nam taak van beschermer van de Europese rechtsorde uiterst serieus en
heeft zo zijn stempel op het integratieproces kunnen zetten
1985-2004: De jubeljaren?
o 1985: Verdrag van Schengen -> afschaffing paspoortcontroles -> interne markt en vrij
verkeer verder gerealiseerd
o 1986: Europese Akte -> belangrijkste fundament van de EU
Vrij verkeer tussen de lidstaten verder uitbouwen en interne markt voltooien
Europa werd meer dan een economische samenwerking
o Verdrag van Maastricht 1992 -> Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
Beetje chaos, want onder de EU vielen 4 juridische organisaties: de drie
gemeenschappen (EG, EGKS en Euratom) en de nieuwe EU
Bevoegdheden Europees Parlement werden uitgebreid, Europees
burgerschap werd opgenomen en bepalingen over een Economische en
Monetaire Unie
, o Verdrag van Amsterdam 1997 en Verdrag van Nice 2001 -> institutionele
veranderingen ter voorbereiding van toetreding 10 landen
o In 2004 traden 10 landen toe tot EU, later nog 3 landen
2004-nu: van crisis naar crisis
o Grondwettelijk Verdrag werd in 2005 afgewezen door FR en NL -> schok, bevolkingen
van twee oorspronkelijke lidstaten stemden tegen
o Na deze afwijzing kwam periode van reflectie, noodzaak tot institutionele
hervormingen bleef immers bestaan -> Verdrag van Lissabon (veel uit het
Grondwettelijk Verdrag bleef overeind) -> bepaalt nog steeds het juridische en
institutionele kader van de EU -> Europese Unie is officieel
o Bankcrisis in 2008, eurocrisis 2009, vluchtelingencrisis 2015, Brexit 2016, nee bij
Oekraïnereferendum 2016
, H2 – De instellingen van de Europese Unie
Instelling -> toonaangevende actor met bijzondere rechten
Art 13 VEU -> zeven instellingen
o Europees Parlement
o Europese Raad
o Raad van Ministers
o Europese Commissie
o Hof van Justitie van de EU
o Europese Centrale Bank
o Europese Rekenkamer
Instellingen moeten strikt binnen de grenzen van hun bevoegdheden blijven
Interacties op het supranationale niveau worden verondersteld te worden beheerst door
beginsel ‘institutioneel evenwicht’ -> instellingen zijn in de praktijk bereid elkaars rechten en
voorkeuren te respecteren, anderzijds kan wanneer het evenwicht geweld wordt aangedaan,
het HvJEU worden benaderd om de situatie te beoordelen
Er zijn ook andere actoren, maar zij hebben alleen de rechten en plichten die aan hen zijn
toegekend -> ze kunnen geen aanspraak maken op het generieke predicaat ‘instelling’ met
alle privileges en verantwoordelijkheden die daarbij horen
Tussen de instellingen bestaat géén formele hiërarchie
Europese Raad
o Art. 15 VEU -> staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten
o Voorzitter leidt de vergaderingen en brengt verslag uit aan het Europees Parlement
o Een lid van de Europese Raad is voorzitter van de Europese Commissie
o Deze dwarsverbindingen verzekeren nauw contact tussen Europese Raad en
Europese Commissie
o Staatshoofd/regeringsleider kan bij uitzondering worden bijgestaan door een
minister -> link met de Raad
o Europese Raad bevindt zich aan de top van de gezagspiramide, ook al is er juridisch
gezien geen hiërarchie
o Mag geen wetgeving vaststellen (art. 15 lid 1 VEU), maar vervult wel een uiterst
dominante rol
o Hoofdfunctie: impulsen geven voor ontwikkeling Unie en algemene beleidslijnen en
prioriteiten bepalen
o Art. 15 lid 3 VEU -> minimaal 2x per halfjaar bijeenkomst
o Werd pas met inwerkingtreding van Verdrag van Lissabon 2009 een officiële
instelling, maar speelt al decennia een toonaangevende rol
Raad van Ministers
o Hoofdrolspelers: vakministers van de lidstaten
o Deelnemers zijn niet altijd dezelfde personen (Raad van Landbouw en Visserij vs.
Raad Concurrentievermogen), toch gaat het om één en dezelfde instelling volgens de
Verdragen
o Staatssecretarissen mogen ook deelnemen (art. 16 lid 2 VEU)
o Komt maandelijks bijeen
o Werkzaamheden worden administratief ondersteund en opgevolgd door een
secretariaat, ook is er een Comité van Permanente Vertegenwoordigers dat de
bijeenkomsten van de Raad voorbereidt
, o Art. 16 lid 1 VEU -> Raad van Ministers oefent samen met Europees Parlement de
wetgevings- en begrotingstaak uit
o Nationale belangen kunnen worden uitgedragen gezien zijn samenstelling, itt andere
instellingen die het gemeenschappelijke Europese belang moeten bevorderen
o Raad mag de Commissie verzoeken een voorstel te doen
o Naast wetgeving stelt de Raad ook allerlei andere soorten regels vast
Europese Commissie
o Elk EU-land benoemt 1 persoon voor 5 jaar als lid, deze persoon moet dan wel
onafhankelijk gaan opereren, niet als verlengde arm van de regering van het land
o Voorzitter en een aantal vicevoorzitters
o Benoemingsprocedure van de Commissie in complex (itt die van Europese Raad en
Raad van Ministers -> gaat vanzelf)
Art. 17 lid 7 VEU ->
Europese Raad nomineert een kandidaat-voorzitter
Parlement keurt het goed of niet
Raad van Ministers stelt samen met verkozen voorzitter een lijst vast van
overige kandidaat-Eurocommissarissen, op basis van voordrachten vanuit
lidstaten
Europees Parlement stemt hierover
Europese Raad benoemt de nieuwe Commissie officieel
o Tussentijds wegsturen:
Parlement kan zijn vertrouwen in de Commissie als geheel opzeggen
Hof van Justitie kan een individuele Commissaris uit het ambt ontheffen
Voorzitter Europese Commissie kan een lid vragen op te stappen
o Verticale ordening:
College van Commissarissen (elke Commissaris heeft kabinet van 6
medewerkers)
Directeur-Generaal die leiding geeft aan Directoraat-Generaal of Dienst
o Commissie is de meest supranationale instelling, en dient zich onafhankelijk op te
stellen tov de lidstaten, het moet het gemeenschappelijke Europese belang
verdedigen
Art. 17 lid 3 VEU -> leden mogen geen instructies aanvaarden
o Commissie legt verantwoording af aan het Europees Parlement -> checks and
balances
o 4 taken:
Wetgeving -> recht van initiatief (deze is echter niet exclusief; alsnog sterke
positie, aangezien de Raad normaliter alleen met unanimiteit kan afwijken
van een door de Commissie ingediend wetgevingsvoorstel)
Uitvoering -> vb. vaststelling regels die nadere invulling geven aan
wetgevingshandelingen
Controle -> toezicht op correcte toepassing van de Verdragen
Bevoegdheden in het externe domein -> vertegenwoordigt de Unie in het
mondiale rechtsverkeer
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur suzannavanwier. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.