ALGEMENE VOORBEREIDING
STAGE
SAMENVATTING
H1. VEERKRACHT
1. INLEIDING
Vzw ‘Vlaams instituut gezond leven’
Streven naar gezondheidswinst
Werken settinggericht: kennis over gezondheidsthema’s toepassen op verschillende contexten waarin
mensen leven (vb. onderwijs, kinderopvang, lokale besturen, ondernemingen…)
Expertise in gedragsverandering en gezondheidsongelijkheid: de onrechtvaardige verdeling v
gezondheid volgens de sociaaleconomische status v mensen
2. DEFINITIE V MENTALE GEZONDHEID
‘There is no health without mental health’
Geestelijke gezondheid: een heel ruim concept dat varieert v een goede geestelijke gezondheid, openbloeien
(flourishing) en welbevinden tot geestelijke gezondheidsproblemen en psychiatrische ziekten. Het is meer dan
de afwezigheid v ziekte, het is een voedingsbron voor het dagelijkse leven. (≈ mentale gezondheid)
Positieve geestelijke gezondheid -> volledig potentieel realiseren + omgang met overgang in
levensfasen en belangrijke gebeurtenissen (vb. nieuwe school, nieuwe klas, op kot, het huis uitgaan,
trouwen, kindjes krijgen, sterfte…)
Negatieve geestelijke gezondheid -> psychische klachten/stoornissen -> ev. fysieke klachten
Mentaal welbevinden: de mate waarin je je goed in je vel voelt, de mate waarin je je gelukkig voelt
Uitkomstmaat voor positieve geestelijke gezondheid
Flourishing: hoge late v emotioneel, psychisch en sociaal welbevinden ervaren en zo optimaal kunnen
functioneren (≈ openbloeien)
- Emotioneel welbevinden: levenstevredenheid en de mate waarin positieve gevoelens (vb.
geluksgevoel, plezier…) aanwezig zijn en negatieve gevoelens afwezig zijn
- Zelfrealisatie: een doel hebben in het leven, autonomie, zelfacceptatie, persoonlijke groei, positieve
relaties en omgevingsbeheersing
- Sociaal welbevinden: positieve visie op andere mensen, geloof in maatschappelijke vooruitgang, de
maatschappij begrijpen, erin participeren en er zich thuis in voelen
1
,Geluksgevoel en subjectief welbevinden creëren:
- Tevredenheid met het huidige leven
- Relatief veel positieve emoties
- Relatief weinig negatieve emoties
Geluksgevoel en subjectief welbevinden ervaren:
- Het gevoel v competentie
- Sociale banden of verbondenheid
- Het gevoel dat men controle heeft over het leven
3. GEESTELIJKE GEZONDHEIDSBEVORDERING
Focus v maatschappij op welbevinden v alle mensen WANT zieke mensen kosten geld
Inzetten op beschermende factoren op micro – meso – macro -> beter functioneren, tevreden
bestaan, meer levenskwaliteit
o BF werken in twee richtingen: buffer tegen wat fout kan gaan + helpen steviger in het leven te
staan
Bereiken adhv solidariteit
Blauwe cirkel = !’ste binnen AVS WANT kern v alle leeftijden
- Gezonde levensstijl
- Betekenisvol leven (vb. vrijwilligerswerk)
- Positief zelfbeeld
- Veerkracht
- Coping skills
- Problem solving
- Sociale vaardigheden
Besluit
2
,Drie deelcomponenten die bijdragen aan mentaal welbevinden en die niet los v elkaar te zien zijn
4. STRESS
4.1 DEFINITIE V STRESS
Stress: emotionele reactie op een situatie die bestaat uit de wijze waarop we een situatie interpreteren (=
cognitieve beoordeling)
Passieve houding = fout
Actieve houding -> leren controle krijgen over = goed
4.2 HOE ONTSTAAT STRESS
Stressoren: externe gebeurtenissen die stress (kunnen) veroorzaken
Is niet altijd negatief (vb. nieuwe baan, huwelijk plannen…)
- Traumatische stressoren: acute externe gebeurtenissen (vb. rampen, media, persoonlijk verlies…)
o Voldoende herstel -> OK -> weerbaarder
o Onvoldoende herstel -> niet OK -> chronische stress
- Chronische stressoren: langdurige stressvolle omstandigheden (vb. maatschappelijke stressoren,
burn-out, compaission fatique, belangrijke levensgebeurtenissen, dagelijkse ergernissen…)
o Aantasting v immuunsysteem -> vatbaarder voor ziekte
4.3 LICHAMELIJKE EN PSYCHISCHE GEVOLGEN V STRESS
1ste reactie = fysiologische/lichamelijke reactie (algemeen zenuwstelsel)
3
, - Stijging hartfrequentie
- Stijging ademhaling
- Stijging bloeddruk
- Stijging transpiratie
- Stijging bloedsuikerspiegel
- Pupillen verwijden
- Bloedtoevoer naar de maag vermindert
- Bloedtoevoer naar hart, spieren en hersenen neemt toe
Reacties passen zich na verloop v tijd aan aan situatie
o Slechte omgang met stress -> geen aanpassing v reactie -> schade aan gezondheid
Reacties = noodzakelijk om hulpbronnen v lichaam in te schakelen (vb. meer kracht, sneller
reactievermogen…)
Reacties zorgen reactie in het hormoon- en spierstelsel (vb. kracht in een vechtsituatie)
Faseverloop v aanpassing
- Alarmfase: het lichaam reageert op de stressoren
o Stressor verdwijnt niet -> weerstandsfase
- Weerstandsfase: het lichaam past zich aan aan de voortdurende aanwezigheid v d stressor
o Continue prikkeling -> lichaam valt eigen (immuun)systeem aan
o Stressor verdwijnt niet -> uitputtingsfase
- Uitputtingsfase: het lichaam geraakt uitgeput, met rampzalige gevolgen
Besluit
Stress beïnvloedt mensen op veel manieren:
- Verhoogd risico op ziekte, veroorzaakt ziekte en bemoeilijkt herstel v ziekte
- Vermindert copingvermogen in toekomst
- Oordeelsvermogen wordt aangetast (vb. geen uitweg meer zien)
Naarmate we ouder worden, leren we hier beter mee omgaan.
4.4 STRESS HANTEREN OP VERSCHILLENDE MANIEREN
Psychologische reacties die tussen stress en ziekte kunnen komen:
- Moderatoren: persoonlijkheidseigenschappen die de invloed v stressoren op het niveau v individuele
stress verminderen
o Voorkomen dat stressoren stress veroorzaken
o Aangeboren -> weinig tot niet beïnvloedbaar
- Copingsmechanismen: aangeleerde vaardigheden die men gebruikt om stressvolle situaties te
beheersen
o Voorkomen dat stress tot ziekte leidt
o Kan je leren
- Positieve keuzen tav levenswijze: factoren die zowel als moderator als als copingmechanisme kunnen
worden ingezet
o Eigen keuze
4