Samenvatting Strafprocesrecht ’22 – 23
INLEIDING: BRONNEN SPR
1: Wetboek van strafvordering (1808): belangrijkste!!
1808: is het Franse wetboek dat onder Napoleon gemaakt is, hebben we volledig overgenomen. Werken vandaag nog steeds
met napoleontisch wetboek v 1808, waar weliswaar veel aan verandert is.
Verschillende projecten geweest, zijn mislukt, dus hebben nog steeds wetboek 1808
Gevolgen daarvan voor ons: warrig wetboek, omdat het zo oud is. Is vanalles tussen gesleurd, verandert, … (geen structuur)
- Gaat soms bepalingen nodig hebben die op onlogische plaats staan
- Beginnen met voorafgaande titel, daarna pas (art. 8) begint eigenlijk wetboek
- Goed weten waar allle bepalingen staan !!!
2: Gerechtelijk wetboek
Niet te veel gerechtelijk wetboek gebruiken !!
- Vaak een eigen regeling in het wetboek van strafvordering
- Aantal bepalingen zijn voor dit opleidingsonderdeel van belang, maar niet te veel
- als er geen afwijkende regeling is, is het van toepassing
Dus: soms nodig hebben, maar niet te veel gebruiken
3: Wet op de voorlopige hechtenis (1990)
Enkel van belang voor een specifiek deel dat we gaan bespreken, nml. de voorlopige hechtenis.
- Voorlopige hechtenis: vrijheidsberoving in afwachting van het proces.
4: EVRM
Gaan een volledig hoofdstuk tegenkomen over rechten van verdediging, recht op eerlijk proces, …
Gaan ons voornamelijk bezig houden met invulling vh EVRM door EHRM
Moeten soms onze wetgeving aanpassen omdat BE veroordeeld is, EHRM uitspraak heeft gedaan, …
Voorbeeld: verdachte mag bijgestaan worden door advocaat bij verhoor
Vroeger (voor 2008): als iemand verhoord W, zit die in kwetsbare positie, moet die eigenlijk bijgestaan worden door advocaat
- Kon maar 1e contact met advocaat hebben wanneer onderzoeksrechter al beslist had persoon van zijn vrijheid te beroven
- 2008: Europees hof zegt dat het niet eerlijk is dat iemand veroordeeld W, zonder dat er contact is geweest met advocaat -->
heeft dus beslist dat zoiets niet mag (wetgeving moet verandert W)
- Vandaag: voor iemand verhoord W door de positie (zelfs als je gewoon uitnodiging krijgt) is er automatisch een systeem van
‘permanentiedienst’ (automatisch advocaat overleg hebben met persoon vooraleer die eerst W verhoord) ges gevolg van
rechtspraak van Europees Hof
Voorbeeld: getuigenverhoor: cross - examination
Komt een getuige verklaring afleggen, hebt de mogelijkheid vragen te stelen aan getuige (kruisverhoog / wederverhoor voor
iemand die belastende verkaring aflegt)
Vroeger: meeste getuigenverhoren vinden plaats tijdens vooronderzoek, door politie of onderzoeksrechter. Verdachte is daar
niet bij; leest verklaring gewoon in strafdossier.
- Hebt enkel schriftelijke weerslag van verhoor, vaak geen idee van sfeer, …
- Kan vervelend zijn vr verdachte, kan vragen willen stellen, … kon wel altijd aan rechter ten gronde vragen getuige op
te roepen (maar RS BE was vaak dat rechter er zelf over oordeelt, als die getuige nt wil oproepen moet die dat niet)
Vandaag: Is nt eerlijk dat iemand veroordeeld W obv belastende verklaring in voorondezoek, zonder dat die er zelf inspraak in H
- Moet compenserende waarborgen hebben, … vloeit voort ui RS EH (is even belangrijk als eigen recht, is ook van
toepassing in onze RL)
,Inhoudsopgave
Inleiding: BRONNEN SPR.......................................................................................................................................................... 1
overkoepelend deel 0: algemene beginselen spr...................................................................................................................... 4
deel 1: definitie..................................................................................................................................................................................4
hoofdstuk 1: begrip.......................................................................................................................................................................4
hoofdstuk 2: materieel vs. formeel strafrecht..............................................................................................................................4
hoofdstuk 3: doelstellingen van het strafproces..........................................................................................................................6
deel 2: accusatoir vs. inquisitoir........................................................................................................................................................7
deel 3: verloop van het strafproces...................................................................................................................................................8
hoofdstuk 1: vooronderzoek.........................................................................................................................................................8
hoofdstuk 2: onderzoek ten gronde...........................................................................................................................................16
deel 4: actoren in het strafproces...................................................................................................................................................18
hoofdstuk 1: de verdachte..........................................................................................................................................................18
hoofdstuk 3: rechtsreeks belanghebbende (les 3)......................................................................................................................20
hoofdstuk 3: het slachtoffer........................................................................................................................................................21
hoofdstul 4: de burgerlijk aansprakelijke partij (BAP)................................................................................................................22
hoofdstuk 5: de (vrijwillig of gedwongen) tussenkomende partij..............................................................................................22
hoofdstuk 6: de politie................................................................................................................................................................23
hoofdstuk 7: het openbaar ministerie........................................................................................................................................25
hoofdstuk 8: de ondezoeksrechter.............................................................................................................................................27
hoofdstuk 9: De onderzoeksgerechten.......................................................................................................................................29
hoofdstuk 10: de vonnisgerechten.............................................................................................................................................30
hoofdstuk 11: de strafuitvoeringsrechtbanken..........................................................................................................................32
hoofdstuk 12: justitieassistenten en justitiehuizen....................................................................................................................32
Deel 5: Beleidsorganen in het strafprocesecht...............................................................................................................................32
hoofdstuk 1: minister van justitie...............................................................................................................................................32
hoofdstuk 2: het college van procureurs-generaal.....................................................................................................................32
hoofdstuk 3: de procureurs des konings.....................................................................................................................................32
hoofdstuk 4: de raad van de PDK’s / Raad van arbeidsauditeurs...............................................................................................32
overkoepelend deel 1: de rechten van de verdediging in strafzaken.......................................................................................33
hoofdstuk 1: algemene begrippen..............................................................................................................................................33
hoofdstuk 2: overzicht................................................................................................................................................................35
hoofdstuk 3: wettelijke warborgen bij beperkingen van bepaalde grondrechten.....................................................................50
deel 2: de vorderingen die uit het misdrijf voortvloeien (les 6)............................................................................................... 51
hoofdstuk 1: De strafvordering...................................................................................................................................................51
hoofdstuk 2: de burgerlijke vordering........................................................................................................................................69
deel 3: het vooronderzoek in strafzaken (les 8)...................................................................................................................... 72
hoofdstuk 1: wijze waarop het onderzoek gevoerd Wordt........................................................................................................72
hoofdstuk 2: personen belast met de opsporing en vaststelling van misdrijven.......................................................................74
hoofdstuk 3: het opsporingsonderzoek......................................................................................................................................75
hoofdstuk 4: het gerechtelijk onderzoek....................................................................................................................................86
hoofdstuk 6: afsluiting gerechtelijk onderzoek...........................................................................................................................92
hoofdstuk 5: onderzoeksverrichtingen.......................................................................................................................................96
hoofdstuk 6: de voorlopige hechtenis (les 11)..........................................................................................................................107
deel 4: het onderzoek ter terechtzitting................................................................................................................................ 111
,hoofdstuk 1: inleiding................................................................................................................................................................111
hoofdstuk 2: bevoegdheid in strafzaken...................................................................................................................................111
hoofdstuk 3: saisine vonnisgerechten......................................................................................................................................112
hoofdstuk 4: rechtspleging vonnisgerechten............................................................................................................................113
hoofdstuk 5: het bewijs in strafzaken.......................................................................................................................................117
hoofdstuk 6: rechtsmiddelen....................................................................................................................................................121
, OVERKOEPELEND DEEL 0: ALGEMENE BEGINSELEN SPR
DEEL 1: DEFINITIE
HOOFDSTUK 1: BEGRIP
Synoniemen: strafprocesrecht = formeel strafrecht = strafrechtspleging = strafvordering
= termen die wijzen op hetzelfde: samenraapsels van regels die nodig zijn om materieel strafrecht te realiseren, om te komen
tot beoordeling van een misdrijf.
= allemaal vormvoorschriften die moeten worden gevolgd om het binnen de MIJ te komen tot vaststellen van misdrijven, evt.
berechten van daders van misdrijven
= zitten veel scenario’s en vormvoorschriften in om te komen tot verhaal
Strafprocesrecht = het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan
verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd:
- Scenario’s en vormvoorschriften die moeten worden gevolgd
- Rechtspositie van de verschillende betrokken personen
- Regels m.b.t. organisatie en werking van de strafgerechten
- Regels m.b.t. tenuitvoerlegging van de beslissingen van die gerechten
De praktische toepassing van het materieel strafrecht kan slechts worden gerealiseerd via het ; strafprocesrecht: In het
strafprocesrecht wordt het materieel strafrecht gerealiseerd. Materieel strafrecht bestaat immers niet zonder het
strafprocesrecht, aangezien de praktische toepassing van het materieel strafrecht, nl. de berechting en de eventuele bestraffing
van de dader(s) van een misdrijf, slechts via het strafprocesrecht kan worden bewerkstelligd.
HOOFDSTUK 2: MATERIEEL VS. FORMEEL STRAFRECHT
AFDELING 1: PERSONENEN TOT WIE DE REGELS GERICHT ZIJN
Alle regels die in wetgeving staan, tot wie zijn die gericht
Materieel: Regels van materieel strafrecht zijn tot de gehele bevolking gericht, burgers én overheid inbegrepen.
Formeel:
1: Regels van strafprocesrecht richten zich in eerste plaats tot de overheid. Het is slechts uitzonderlijk dat de gewone burger
met de regels van het strafprocesrecht te maken zal krijgen.
- Overheid: politie, procureur, onderzoeksrechter, … actoren die gaan onderzoeken, ….
- Moeten regels respecteren binnen verhaal: wat als ze dat niet doen? (onwettige huiszoeking, procureur doet iets wat
enkel onderzoeksrechter mag doen, … gevolgen (regels onrechtmatig verkregen bewijs))
- Waarom stelt overheid al die grenzen? Waarom moet ze zichzelf beperkingen opleggen? Willekeur overheid tegengaan,
gerechtelijke dwaling vermijden,
Dit heeft te maken met het inquisitoir karakter van het strafprocesrecht:
Strafproces = proces tussen gemeenschap (vertegenwoordigd door het OM) en verdachte; eerder dan als een proces tussen
partijen (slachtoffer vs. verdachte, of ‘staat’ vs. verdachte).
2: Uitzonderlijk: de burger
Bijv. een verdachte, een getuige, degene bij wie een onderzoeksmaatregel wordt uitgevoerd (bijv. een huiszoeking, een
telefoontap…), het slachtoffer.