1 Hoofdstuk 1: Inleiding en instellingen
1.1 Voor- en nadelen van Internationale economische integratie
Internationale integratie van nationale economieën:
- Voordelen:
o Technologische innovatie
o Goedkopere producten
o Meer investeringen in regio’s schaars aan grondstoffen
o …
- Nadelen:
o Economieën zijn meer kwetsbaar voor economische problemen die nu veel
gemakkelijker van de ene plaats naar de andere kunnen worden
overgedragen
Economen zijn het er echter over eens dat de winsten van handel groter zijn dan de kosten
1.2 De meetinstrumenten van Internationale economische integratie
Integratie is niet nieuw: doorheen de geschiedenis kunnen verschillende golven van
‘integratie van de wereldhandel’ onderscheiden worden. Vaak kon een nieuwe golf in
verband gebracht worden met een nieuwe uitvinding (o.a. spoorweg, telefoon, auto,
vliegtuig, …)
Hier is veel onderzoek naar gedaan, zoals bv.naar de verschillende cycli van de
industrializering, zoals = Kondratiev Long Waves (de golfbeweging van Kondatriev)
- De historische ontwikkeling van het kapitalisme is georganiseerd rond verschillende
grote golven
o Die elk betrekking hadden op een verschillende technologie
o Én waarbij de economische ontwikkeling altijd eerst versnelde en daarna
vertraagde
Maar soms hebben politieke factoren of andere gebeurtenissen (zoals bijvoorbeeld Covid19)
de handelspatronen ook beïnvloed
Er zijn vier criteria/maatstaven om mate van integratie te meten:
1) Handelsstromen
2) Kapitaalmobiliteit
3) Arbeidsmobiliteit
4) (Gelijkaardigheid van prijzen in afzonderlijke markten)
1.2.1 Handelsstromen
Export- en importcijfers zijn een indicator van economische integratie
Sinds eind WOII is wereldhandel veel sneller gegroeid dan de wereldoutput:
- In 1950: totale wereldexport 5,5% van het wereld BBP
- In 2005: totale wereldexport 20,5% van het wereld BBP
1
Gedownload van Knoowy - Alle hulp voor je studie
, export + import
De index van openheid is de ratio van handel tot BBP = ( )
BBP
- Meet belang van de internationale handel in de economie van een land
- Zegt niets over de grootte van de handelsbarieres of het handelsbeleid van een
In het algemeen:
- Grote landen minder afhankelijk van internationale handel
o Aangezien hun bedrijven in het eigen land een optimale productiegrootte
kunnen bereiken zonder dat ze daarvoor absoluut moeten verkopen in
buitenlandse afzetmarkten
- Kleinere landen hebben een grotere index van openheid
Figuur 1: Openness Index (1913 - 2013)
Grafiek geeft historisch overzicht van de neergang en de daaropvolgende opgang van de
internationale handel vanaf WOII, geeft echter geen info over de samenstelling van de
handelsstromen (= het type goederen die verandeld werden)
2
Gedownload van Knoowy - Alle hulp voor je studie
,1.2.2 Kapitaal- en arbeidsmobiliteit
Bewegingen van productiefactoren zijn indicatoren van economische integratie
- Wanneer nationale economiëen meer verbonden geraken, dan verplaatsen arbeid en
kapitaal zich gemakkelijker over de nationale landsgrenzen heen
Arbeid is echter vandaag de dag internationaal gezien minder mobiel dan in 1900
- Arbeidsmobiliteit verloopt met ups en downs
- Vandaag: vaak visa, greencard, … hebben om bv. In Amerika te gaan werken
Kapitaal is vandaag de dag internationaal gezien meer mobiel dan in 1900
- O.a. technologische verbeteringen hebben voor een stijging van de kapitaalmobiliteit
gezorgd (je moet je geld niet meer letterlijk meesleuren)
1.3 Drie kenmerken van de hedendaagse internationale economische relaties
1.3.1 Sterke integratie
- Hoge inkomenslanden hebben lage barrières voor de import van geïndustrialiseerde
goederen (“manufactured goods”)
Een aantal uitzonderingen zijn bv. textiel, kleding en bepaalde voedselproducten
- Lagere handelsbarrières zijn het resultaat van onderhandelingen en overeenkomsten
die begonnen na WOII
- Bepaalde soorten binnenlands beleid zijn echter een barrière voor handel gaan
vormen
o Bv. de richtlijnen m.b.t. arbeid en milieu, de regels van eerlijke economische
mededinging, enz…
- Er zijn twee types van integratie:
o Oppervlakkige integratie (shallow integration)
▪ Integratie aan de grens, door eliminatie van handelsbeperkingen
(tarieven en quota’s)
▪ Beïnvloeden enkel de onmiddellijke stroom van goederen en diensten
die over de grens komen
o Diepgaande integratie (deep integration)
▪ Eliminatie of reductie van handelsbeperkingen die veroorzaakt werden
door een niet-handelsgerelateerd binnenlands beleid
▪ Beïnvloedt meer dan enkel de stroom van goederen en diensten die
de grens oversteken, aangezien een aantal binnenlandse
beleidsvormen kunnen veranderd zijn om te komen tot deze
integratie, inclusief de zeer fundamentele regels omtrent de relatie
bedrijfsleven-overheid
▪ Bv. Regels omtrent milieu, arbeid, consumentenveiligheid,
overheidshulp aan bepaalde industrieën
3
Gedownload van Knoowy - Alle hulp voor je studie
, 1.3.2 Multilaterale organisaties
- Na WOII hebben de westerse geallieerden een aantal internationale organisaties
opgericht die een actieve rol hebben gekregen in het behoud van de internationale
economische en politieke stabiliteit
- Het IMF, de WB, het GATT, de VN, de WHO, …
- Deze instellingen zijn pogingen om acceptabele handelsregels te creëren op
wereldvlak en om mogelijke twistpunten op te lossen vooraleer deze zich kunnen
verspreiden over de nationale grenzen heen
1.3.3 Regionale handelsovereenkomsten (RTA’s)
- Overeenkomsten tussen een aantal groepen en naties
- Significante stijging in het aantal RTA’s die de laatste 30 jaar (voornamelijk in de
jaren 1990) werden ondertekend
o Bv. NAFTA, EU, MERCOSUR, APEC, …
- De vorming van dergelijke preferentiële handelsakkoorden is ook zeer controversieel
1.4 Transportnetwerken in historisch perspectief (vanaf 1700)
= Wat heeft de mens veranderd om de handel te bevorderen? Welke uitvindingen hebben
met andere woorden handel vergemakkelijkt?
Heel belangrijk: niet iedereen bekijkt de wereld vanuit hetzelfde perspectief!
1.4.1 Transport over water (rivieren, kanalen, oceanen)
- Bouwen van kanalen (rond 1700)
- Stoommachine (1807)
- Bouw grote wereldhavens (sterke uitbouw 20ste eeuw en begin 21ste eeuw)
- Opening Suez Kanaal (1869) en Panama Kanaal (1914)
1.4.2 Spoorwegen
- Stoommachine in locomotieven vanaf 1829
- Elektrische trams 1888
- In Europa (voornamelijk België) was het spoorwegennet veel dichter uitgewerkt dan
in VS
1.4.3 Wegen en gemotoriseerde voertuigen
- Aanvankelijk waren wegen de verbindingswegen tussen stations
- In VS was en is met sterk afhankelijk van de auto
1.4.4 Luchtvaart
- Aanvankelijk voor passagiers en goederen van hoge waarde
- Nadien ook voor ‘gewone’ passagiers en goederen
1.4.5 Telecommunicatie
- Telefoon, fax, internet, …
- Vandaag de dag heeft de helft van de wereldbevolking nog nooit getelefoneerd
➔ invloed van al deze veranderingen (1.4.1 tot en met 1.4.5): enorme tijdswinst!
4
Gedownload van Knoowy - Alle hulp voor je studie