Samenvatting Onroerend goedrecht II - deel hypotheek
13 vues 1 fois vendu
Cours
Onroerend goedrecht II
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Book
Pitlo 3 Goederenrecht
Dit document bevat een samenvatting van het vak Onroerend Goedrecht II van het onderdeel Hypotheek.
Het is een samenvatting van de voorgeschreven stof uit het boek Goederenrecht - Pitlo.
Pitlo 3 Goederenrecht 14e editie Reehuis / 76 uitdagende oefenvragen met antwoorden 2024/2025
Samenvatting voor het vak RS0112-232444S Goederenrecht aan de Open Universiteit / Schakelzone Recht
oefenstof goederenrecht
Tout pour ce livre (146)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Notarieel recht
Onroerend goedrecht II
Tous les documents sur ce sujet (5)
Vendeur
S'abonner
vanhemertjulia
Avis reçus
Aperçu du contenu
Goederenrecht - Hypotheek
College 1
Hoofdstuk 14 Verhaal en voorrang
Hoofdregels verhaalsrecht (art. 3:276/277 BW)
Verhaal op alle goederen schuldenaar
Schuldeiser die zijn vordering niet voldaan krijgt, kan verhaal halen op goederen van zijn
schuldenaar (art. 3:276 BW).
- Dit ziet op geldvorderingen. Vorderingen die geen geldvorderingen zijn, moeten eerst
worden omgezet in geldvorderingen (art. 6:87 BW), om verhaal te kunnen halen. Het
kan ook door reële executie en dan is van verhaal geen sprake en hoeft het niet te
worden omgezet (art. 3:300 jo. 3:301 BW).
Vijf deelregels verhaal op alle goederen;
1. Schuldeiser komt met betrekking tot zijn vordering een verhaalsrecht toe en
goederen van schuldenaar zijn uitwinbaar voor diens schulden.
2. Alle goederen zijn uitwinbaar.
3. Schuldeiser is vrij in zijn keuze van het goed/goederen waarop hij verhaal wil halen.
4. Goederen slechts uitwinbaar voor zover ze tot vermogen van schuldenaar behoren.
5. Aan iedere schuldeiser komt het recht toe om verhaal te nemen.
Als er meerdere schuldeisers zijn die verhaal nemen op hetzelfde goed, terwijl opbrengst
onvoldoende is om allen te voldoen, dan hebben schuldeisers onderling een gelijk recht op
voldoening uit de opbrengst van de goederen van hun schuldenaar naar evenredigheid van
de vordering (art. 3:277 BW; paritas creditorum).
Buiten faillissement begint verhaalsuitoefening door het leggen van executoriaal beslag (art.
430 Rv).
1. Leggen executoriaal beslag, schuldeiser dient hiervoor over een executoriale titel te
beschikken (eventueel conservatoir beslag leggen in afwachting van de executoriale
titel ex art. 700 ev Rv)
2. Executoriale verkoop
3. Verhaal geschiedt op netto-executieopbrengst
Verhaalsuitoefening met schuldenaar in staat van faillissement is geregeld in art. 108 ev Fw.
1. Beslag op gehele vermogen schuldenaar ten behoeve van gezamenlijke schuldeisers.
2. Schuldeiser dient vordering ter verificatie in bij de curator.
3. In geval van erkenning heeft hij recht op een evenredig deel van de netto
executieopbrengst van de boedel.
4. Voor uitkering dient de totstandkoming van de uitdelingslijst afgewacht te worden.
Uitzonderingen op bovenstaande ‘hoofdregels’
1. Niet voor uitwinning vatbare goederen als in de wet of een overeenkomst is
bepaald dat bepaalde goederen niet uitwinbaar zijn.
, 2. Voorrang (art. 3:277 lid 1 jo. 3:278 BW) voorrang verschaft aan een schuldeiser
het recht om, in geval van samenloop, bij de verdeling van de executieopbrengst
uitbetaald te krijgen voor concurrente schuldeisers.
o Er is een gesloten stelsel van voorrangsrechten; pand, hypotheek, voorrecht
en andere in de wet gegeven gronden (art. 3:278 lid 1 BW).
o Pand en hypotheek gaan weer boven voorrechten (art. 3:279 BW), voor zover
wet niet anders bepaald.
o Vraag naar voorrang speelt slechts indien er sprake is van samenloop van
verhaalsrechten en de executieopbrengst onvoldoende is om alle te voldoen.
o Dit speelt niet bij bijvoorbeeld een persoonlijke zekerheid, als er meerdere
schuldenaren zijn en je gewoon kan uitwijken naar de andere schuldenaar, of
bij oneigenlijke of feitelijke voorrang door bijvoorbeeld een afgescheiden
waar jij je op kan verhalen, maar andere schuldeisers niet of recht van
retentie of verrekening.
o Door het houden van een kwaliteitsrekening/derdenrekening kunnen
notarissen of deurwaarders de op die rekening bijgeschreven gelden
afgescheiden houden van hun eigen vermogen en kunnen dus hun
schuldeisers zich niet op dat vermogen verhalen (arrest Slis/Stroom). De
gelden behoren toe aan de gezamenlijk belanghebbenden (art. 25 Wna).
Wanneer normaal aan een tussenpersoon wordt betaald, gaat het wel
tot zijn vermogen behoren en kunnen zijn schuldeisers daar aanspraak
op maken (art. 3:276 BW).
3. Achtergestelde vordering (art. 3:277 lid 2 BW) partijen kunnen bij overeenkomst
bepalen dat vordering schuldeiser tegenover andere schuldeisers een langere rang
neemt dan dat de wet haar toekent.
Algemene bepalingen pand- en hypotheekrecht
Pand en hypotheek zijn bijzondere verhaalsrechten in de vorm van een beperkt recht,
waaraan verhaalsrecht met voorrang is verbonden. Bij een registergoed is er sprake van
hypotheek en bij een ander goed is er sprake van pand.
- De pand- en hypotheekhouder hebben een verhaalsrecht met parate executie. Bij
verzuim van de schuldenaar kunnen zij overgaan tot executoriale verkoop van het
goed zonder dat zij een executoriale titel dienen te halen of executoriaal beslag
hoeven te leggen (art. 3:248 en 3:268 BW).
- Het zijn beperkte rechten (art. 3:8 BW) en hebben absolute werking. Ze hebben een
separatistpositie in faillissement wat inhoudt dat zij hun recht kunnen uitoefenen
alsof er geen faillissement is (art. 57 Fw).
- Pand en hypotheek hebben voorrang en kunnen daardoor voldoening van hun
vordering krijgen uit de opbrengst voor concurrente en achtergestelde schuldeisers
(art. 3:277 lid 1 jo. 3:278 BW).
- Het zijn afhankelijk rechten (art. 3:7 jo. 3:82 BW) en dus gaat na voldoening van de
vordering het zekerheidsrecht van rechtswege teniet. Het zekerheidsrecht gaat ook
van rechtswege mee over op een derde, maar kan wel slechts met de vordering
waarop het berust mee overgaan en niet op een andere vordering.
- Pand en hypotheek zijn ondeelbaar (art. 3:230 BW) voor de vordering kan verhaal
worden genomen op het gehele goed, ook al is het goed veel meer waard.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vanhemertjulia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.