Psychologische Interventies en Mensbeelden SEMESTER 1
INLEIDING EN SITUERING – P.LUYTEN
LES 1: Inleiding en situering
LEERSTOF:
• Slides+ notities
• Extra tekst: Lambert&Ogles
1.WAAROM DIT VAK?
Taken van klinisch psycholoog: 4B’s
• Beoordeling (assessment)- cf. psychodiagnostiek
• Begeleiding
• Behandeling
• Beleid- cf. teams, organisaties,…
Begeleiding en behandeling zijn 2 van de centrale competenties en taken van de psycholoog; er is een klein dimensioneel niveauverschil tussen beide =>Dit vak omvat
dus 2 van de cruciale basistaken als klinisch psycholoog
Centrale competenties en taken van de klinische psycholoog!!!
Wie consulteert en hoe ga je daar mee om?
• Link theorie-praktijk staat centraal in dit vak:
➢ inleiding in basisconcepten en –competenties om een begeleidings/behandelaanbod te doen
➢ Verdere uitdieping in therapievakken, practica en postgraduaatopleidingen
• Doel is om op te leiden als scientist-practitioner:
➢ Behandelen gebaseerd op wetenschappelijke kennis -> maar hoe werkt dat precies?
Scientist-practitioner en evidence based medicine (EBM)
• EBM is niet naïef toepassen van technieken of lijstjes van ‘evidence-based’ therapievormen
• American Psychological Association (2012): EBM “is the integration of the best available research with clinical expertise in the context of patient
characteristics, culture, and preferences” = is wel het integreren van het beschikbaar onderzoek met klinische expertise, rekening houdend met de context
(patiëntenkenmerken, cultuur en voorkeuren)
• Veronderstelt stevige kennis en competenties
Vergelijk het met…Chirurg, Ingenieur&architect,Piloot
Basiskennis is nodig vooraleer meer geavanceerde competenties kunnen verworven worden!! Met welke chirurg, ingenieur, piloot wil jij in zee
gaan? Hetzelfde geldt voor therapeuten… Iemand die een 10/20 haalde of iemand die met onderscheiding afstudeerde en zijn vak onder de knie heeft?
Problemen met kwaliteit van psychotherapie
• Er is geen titelbescherming (wel van klinisch psycholoog)
• Enkel activiteiten van psychotherapie vallen onder de nieuwe wet op de uitoefening van de gezondheidszorg (Je mag jezelf psychotherapeut
noemen, maar zelf geen sessies geven (is al een beetje vooruitgang)
• Maar ook onder klinisch psychologen/psychotherapeuten heel wat problemen met wetenschappelijkheid
➢ Chakra, bloesemtherapie, bioenergetica, …=> pseudowetenschap
➢ Diagnostische onkunde, slechte indicatiestelling, niet kunnen installeren/behouden van therapeutisch kader, aanbieden van simplistische
of te korte therapieën bij complexe problematiek,… => onvoldoende wetenschappelijke VH
Voorbeeld verdeling…
2.EXAMENRESULTATEN+OPO UITLEG
• Gemiddelde 9.1/20, 55% slaagt niet, in tweede zit erg lage slaagcijfers
• Vaak erg lage punten
• Dit is een essentieel vak: hou de leerstof bij, verdiep je er in, het is fundamentele kennis die je niet
moet kennen ‘voor het examen’ of om ‘erdoor te zijn’
• Onze patienten verdienen het…
• Leg dit vak niet af als je je niet grondig hebt ingewerkt/gestudeerd
Overzicht Cursus
– COLLEGE 1 : Inleiding en overzicht
• Deel 1: Leerpsychologie en cognitieve gedragstherapie
• Deel 2: Humanistisch en existentiële benadering
– COLLEGE 12: De therapeutische relatie
• Deel 3: Relatie- en gezinstherapie
• Deel 4: Psychodynamische benaderingen
– Slot: Integratie door casusbesprekingen
DEEL1: mens als lerend wezen, DEEL2: nadruk op mens als wezen met groeipotentieel, DEEL3: mens als deel van
een systeem (dorp,gezin,..) en DEEL4: mens als conflictueus wezen (contrasterende verlangens, waarbij de
hechtingsgeschiedenis bepalend is!
Na het voltooien van dit OLA kan de student:
(a) de kernaspecten van de verschillende paradigmatische theoretische benaderingen binnen de
klinische psychologie opsommen, beschrijven en situeren in hun cultuurhistorische context.
(b) de belangrijkste gelijkenissen en verschillen tussen deze verschillende theoretische stromingen aanvoelen en appreciëren
(c) de belangrijkste voor- en nadelen van deze benaderingen opsommen en vergelijken op genuanceerde wijze.
(d) de belangrijkste gelijkenissen en verschillen tussen deze verschillende theoretische stromingen opsommen en vergelijken op genuanceerde wijze..
(e) de kernaspecten van deze verschillende theoretische benaderingen toepassen op duidelijk afgebakende psychologische probleemstellingen.
, ! Iedere stroming kent veel verschillen én gelijkenissen, de laatste tijd beginnen ze echter allemaal meer naar elkaar toe te groeien. Besluit: sterke diversiteit in theoretische
oriëntatie van psychotherapeuten, ook in België. *Nuance: meesten specialiseren zich, maar later komen er vaak verschillende elementen van andere paradigma’s bij – bijna nooit
exclusief het een of het ander
Praktische afspraken
• Materiaal en teksten: via Toledo
• Examen:
➢ Schriftelijk, gesloten boek
➢ Reproductie + inzicht/toepassing!!
• Hoe dit vak studeren?
➢ De leerstof is cumulatief
➢ Lees de teksten tijdig en hou de leerstof bij
➢ Naast kennis, zijn inzicht en toepassing essentieel!!
= voorbereiden op klinisch werk! (zie WUG wetgeving : competenties Wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen)
3.PARADIGMA’S
Er zijn 4 grote theoretische kader.. Elk gebaseerd op mensbeeld
• Hebben elk aanleiding gegevens tot systematisch onderzoek = wetenschappelijke paradigma’s
• Wetenschappelijk onderbouwd.. als wetenschap en behandelvorm
• Complementair : vullen elkaar aan, er is niet één juist beeld !
• Steeds meer integratieve tendensen
➢ maar tot nog toe geen uniforme theorie
➢ verschillen blijven bestaan en zijn ook goed: dat is ook zo in andere takken van de wetenschap en maakt dat wetenschap vooruitgang boekt
Paradigma’s
• Paradigma? (Kuhn, 1976; Lakatos, 1976, Feyerabend, 1970)
➢ Geheel van samenhangende assumpties die samen een bepaalde mensvisie of mensbeeld vormen
➢ Die aanleiding geven tot generatieve onderzoeksprogramma’s (itt tot degeneratieve onderzoeksprogramma’s)
o Respectabele onderzoeksprogramma’s
o Blijven aanleiding geven tot nieuwe vragen die kennis/inzicht vergroten
➢ Denkkaders van waaruit de ‘werkelijkheid’ (in dit geval het eigene van menselijk psychisch functioneren) gedefinieerd en dus bekeken en
bestudeerd wordt
➢ Typisch voor paradigma’s is dat de basisassumpties die er de kern van vormen slechts deels en in de regel slechts onrechtstreeks
empirisch te toetsen zijn (vb. assumptie dat mens levend wezen is: hoe bewijzen?)
Deze basisassumpties worden dus in zekere mate afgeschermd van de mogelijkheid tot directe falsificatie: (vb. indien studie tegen pleit, wordt er
snel gehapt op methodologische fouten etc., publicatiebias waarbij artikels waarin geen significante effecten gevonden worden die voor de theorie zouden
spreken niet worden gepubliceerd)
• Deze wetenschappelijke paradigma’s vormen basis voor scientist-practitioner model:
➢ Denken en handelen dat gebaseerd is op wetenschappelijke kennis
➢ Anders dreigt bricolage, samenraapsels en samenklutsen van allerlei techniekjes en interventies zonder dat je weet waarom je iets (niet)
doet (zonder paradigma (‘bril’) zie je niets)
Praktisch…
• Elke psychotherapeut kijkt naar de wereld en de mens en menselijke problemen op een bepaalde manier (impliciet en/of expliciet)
➢ Zonder theorie zie je niets
Maar die theorie kan ook een blinde vlek zijn (vb. diehard leerpsycholoog zal bepaalde dingen niet zien die een humanistisch therapeut wel ziet en
omgekeerd) ‘Als je een hamer hebt, is alles een nagel’ ▪ Confirmation bias Voorbeeld: 10 studenten voor doorkijkglas bij relatie- en gezinstherapie➔iedereen
zal iets anders zeggen als er gevraagd wordt aan wie er gewerkt moet worden, waar de kern van het probleem ligt, ... omdat we ons obv eigen ervaringen
meer minder identificeren met bepaalde personen owv herkenbaarheid uit eigen leven
Elke psychotherapeut heeft ook een affectieve affiniteit met een bepaalde manier van kijken. Gebaseerd op eigen ervaring (vb. rationeel en koud
vs sterk emotioneel en warm opgevoed) o Kan goed zijn, maar ook gevaarlijk.
4.PSYCHOTHERAPIE
1. De psychotherapeut en zijn/haar competenties
Werkdefinitie van psychotherapie
“Psychotherapy is a primarily interpersonal treatment that is based on psychological
principles and involves a trained therapist and a client who has a mental disorder, problem, or
complaint; it is intended by the therapist to be remedial for the client’s disorder, problem or
complaint; and it is adapted or individualized for the particular client and his or her disorder,
problem, or complaint.” (Wampold, 2001, The great psychotherapy debate, p. 3)
6 Competenties
• Generische competenties: competenties die vereist zijn voor ALLE psychologische
interventies (zoals een band kunnen opbouwen met mensen)
• Basiscompetenties bij een bepaald type van benadering:
➢ Competenties die in de meeste vormen van een bepaalde benadering worden gebruikt
➢ (bv. algemene principes van CBT of PDT: hoe doe je dat concreet?)
➢ Is basis van persoonsgerichte benadering als complement van stoornisgerichte benadering
• Specifieke competenties bij een bepaald type van benadering (bv. exposure bij CGT, werken met overdracht in PDT)
• Algemene meta-competenties competenties die te maken hebben met het bewaken van het proces van interventies in het algemeen (overheen benaderingen)
• Probleem-specifieke competenties die verbonden zijn met welbepaalde interventies
➢ bv Clark model bij depressie in CGT, EFT in humanistische, MBT in psychodynamische, multi-systemische therapie in relatietherapie).
• Specifieke meta-competenties die te maken hebben met het proces en verbonden zijn met het type van interventie (zoals het kunnen kiezen uit de ‘juiste’
methode of aanpak in relatietherapie )