Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Grondwettelijk recht €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Grondwettelijk recht

 9 vues  0 fois vendu

In deze samenvatting vindt u de structuur van België met een gedetailleerde uitleg erbij. Deze samenvatting is een goed overzicht om te leren om te slagen voor je examen.

Aperçu 4 sur 48  pages

  • 16 mai 2023
  • 48
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (9)
avatar-seller
febedecraene
Samenvatting grondwettelijk recht

1 De Staat België
1.1 Wat is een staat?
Staatsrecht= substantieel deel van het publiekrecht

- Publiekrecht= omvat de regels die betrekking hebben op de relatie tussen de burgers en
de overheid, op de interne organisatie van de overheid en op de relaties tussen de
overheden en overheidsinstanties onderling.

 bepaalt hoe de overheid functioneert en bepaalt ook op welke wijze burger en overheid
zich ten opzichte van elkaar verhouden

- Staat: 3 constitutieve bestanddelen:
1. Een bevolking
= de mensen die door de staat politiek-juridisch gegroepeerd worden.
De verbondenheid met een bepaalde staat blijkt uit het bezit van de nationaliteit van de
staat.
o Volk= een groep mensen die een gemeenschappelijke taal, cultuur, godsdienst,
geschiedenis delen (= natiestaat)

2. Een grondgebied
= het geografische gebied waar een staat zijn gezag kan uitoefenen.

3. Gezag
= de mogelijkheid om regels op te leggen, om macht uit te oefenen, om dwangmiddelen
in te zetten.
o Moet georganiseerd zijn= door middel van stabiele instellingen
o Moet soeverein zijn= de staat heeft het hoogste gezag. Er staat niets meer boven
o Opgedeeld in 3 staatsmachten:
1. Wetgevende macht: parlement 1e kamer + 2e kamer
2. Uitvoerende macht: regering
3. Rechterlijke macht: Hoven en Rechtbanken

(4. Internationale erkenning)



- Grondwet= hierin wordt de wijze waarop deze machten via allerlei instellingen worden
uitgeoefend, vastgelegd.

1.2 Soorten staten
- 3 types:
1. Unitaire- /eenheidsstaat
= Er is maar 1 gezagsniveau die wordt uitgeoefend vanuit 1 centraal punt

Unitair karakter wordt afgezwakt door vormen van decentralisatie en deconcentratie.

, A. Deconcentratie
= Men gaat het gezag dichter bij de burger plaatsen en dit op een lokaal niveau
uitvoeren (vb.: belastingdienst, inspectie,…)
= De staat zal een stukje van zijn macht afstaan aan een lagere instantie die dichter
bij de burger staat. Hierdoor kunnen ze sneller en efficiënter beslissen voor de
burger.  vrij beperkte autonomie!

MAAR!!  Hiërarchisch toezicht= de centrale staat kan steeds bevelen geven of zich
in de plaats stellen van de ondergeschikte besturen en hun beslissingen aanpassen.
Zij kunnen dus tussenkomen in beslissingen van een lager bestuursniveau.




B. Decentralisatie
= er worden door de centrale overheid bevoegdheden toegewezen aan territoriaal of
functioneel omschreven autonome organen.

MAAR!!  Administratief/bestuurlijk toezicht= de toezichthoudende overheid kan
hier geen bevelen geven of vernietigen om te beletten dat ze de wet zouden
schenden of het algemeen belang zouden schaden.




Er bestaan 2 vormen decentralisatie:
 Territoriale decentralisatie
 Functionele/dienstgewijze decentralisatie




2. Federale- / bondsstaat
= de soevereiniteit binnen eenzelfde staat wordt verdeeld tussen het centraal gezag en
de deelstaten van die staat.

, Deelstaten= beschikken over een ruime autonomie, over bevoegdheden die ze kunnen
uitoefenen vrij van iedere hiërarchische band met het centrum.




Er ontstaat een eigen rechtsordening doordat ze de 3 staatsmachten kunnen uitoefenen
binnen hun eigen bevoegdheidsdomein.
Federatie= afzonderlijke staten beslissen om samen te gaan werken binnen een groter
verband, de federatie, en dragen daartoe een stuk van hun soevereiniteit over aan een
nieuw op te richten centraal niveau.

3. Confederatie/ statenbond
= staten komen bij verdrag overeen om een aantal materies gemeenschappelijk te
regelen via een beraadslagend orgaan. ( diplomatieke vertegenwoordigers)

1.3 België en zijn grondwet
1.3.1 Ontstaan van de staat België
- 4 oktober 1830: het Voorlopig Bewind roept de onafhankelijkheid van de staat België uit
en beslist om een parlement te laten verkiezen dat een grondwet moet opstellen.

Katholieken sloten een monsterverbond tegen de Nederlandse vorst Belgische
omwenteling

- 10 november 1830: het 1ste Belgische parlement wordt geïnstalleerd, het Nationaal
Congres.
- 26 december 1830: de internationale erkenning door de Conferentie van Londen.
- 7 februari 1831: de Belgische Grondwet wordt afgekondigd
- 21 juli 1831: Leopold legt de grondwettelijke eed af als 1 ste Koning der Belgen.
1. België is een unitaire staat met beperkte decentralisatie via de provincies en gemeenten.
2. België heeft 2 volkeren: Vlamingen en Walen
3. Door de scheidingsverdragen maar ook na WO I zal België de Oostkantons annexeren
4. België heeft ook een Duitstalig volk

1.4 Kenmerken van de Belgische staatsinrichting
- Scheiding der machten
- Een representatieve en parlementaire democratie
- Een rechtsstaat
- Een monarchie

1.4.1 De scheiding der machten
- Principe: totalitarisme voorkomen verhinderen dat te veel macht aan 1 persoon of
instantie wordt gegeven.
- Elke macht wordt aan een andere instantie toegewezen

, - Doel: de machten beperken elkaar + de machten werken met elkaar samen
- Waarborg tegen machtsconcentratie

1. Wetgevende macht: wetten maken + uitvoerende macht controleren
2. Uitvoerende macht: wetten uitvoeren en toepassen + land besturen
3. Rechterlijke macht: wettigheid controleren van het optreden van de uitvoerende macht

1.4.2 Een representatieve en parlementaire democratie
1.4.2.1 Democratie
= de macht aan het volk: het volk mag meebeslissen

- Regels die voor iedereen in de samenleving gelden iedereen laten meebeslissen over de
totstandkoming van die regels

1.4.2.2 Representatief
- Basisdemocratie= referenda volksraadpleging
- Representatieve democratie= Het volk de kans geven om vertegenwoordigers te kiezen die
het volk vertegenwoordigen in het parlement
- Het volk oefent zijn macht uit door het stemmen op verkiezingen


Cijnskiesrecht= enkel het volk die voldoende belastingen betaalde, mocht stemmen

Algemeen meervoudig stemrecht mannen= het cijnskiesrecht bleef overeind, maar een aantal
categorieën kregen ook een luidere stem. (bv.: mensen met een hoog diploma)

Algemeen enkelvoudig stemrecht mannen= iedere man kreeg 1 stem

Algemeen enkelvoudig stemrecht mannen en vrouwen= zowel mannen en vrouwen kregen 1 stem



Opkomstplicht= je moet verplicht op de dag van de verkiezingen naar het stemlokaal aan, in het
stemhokje gaan en effectief een hokje aankruisen
1.4.2.3 Parlementair
= parlement (WM) > regering

- Het enige orgaan dat rechtstreeks verkozen wordt door de burgers. (Geen ministers!)
- Regering en staatshoofd (NIET verkozen) moeten verantwoording afleggen aan het
parlement (= het zwaartepunt)
- Presidentieel stelsel= de president krijgt een rechtstreeks mandaat van de bevolking door
middel van presidentsverkiezingen. (de regering die door de president wordt
samengesteld is geen verantwoording verschuldigd aan het parlement maar WEL aan de
president.)




1.4.3 Een rechtsstaat
= niet enkel de burgers, maar ook de overheidsinstanties en de gezagsdragers zijn verplicht de
democratisch tot stand gekomen regels te respecteren (NIEMAND staat boven de wet!!)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur febedecraene. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49
  • (0)
  Ajouter