Samenvatting van het vak 'gemeenterecht' uit periode 3 jaar 2 van de opleiding Integrale Veiligheidskunde aan Avans Den Bosch. Hierbij is gebruik gemaakt van de aantekeningen van de Powerpoints uit de lessen en de kennisclips.
Legaliteitsbeginsel: alle bevoegdheden van het bestuur moeten een wettelijke
basis hebben. De overheid heeft macht, maar alleen voor zover de wet die macht
aan de overheid geeft. Zo mag je in principe de vrijheid/grondrechten van burgers
niet beperken, maar er zijn situaties waarin het wel mag; dit moet dan wel gebaseerd
zijn op een wet. Hiermee wordt dan een wet bedoeld die is opgesteld door
regering + Staten-Generaal (volksvertegenwoordiging); de
volksvertegenwoordiging moet er dus altijd bij betrokken zijn.
Bij bevoegheidsverlening moet er dus altijd sprake zijn van een wettelijke basis en
dus worden voldaan aan het legaliteitsbeginsel, maar hoe worden bevoegdheden
dan verkregen? Er zijn drie manieren (deze staan vastgelegd in de Awb):
1. Attributie:
Een wetgever in materiële zin schept een nieuwe bestuursbevoegdheid en
kent die toe aan een bestuursorgaan. Dit staat dan dus vastgesteld in een wet
in materiële zin.
Moet in een wet in materiële zin, omdat de uitvoering van die wet niet slechts
eenmalig geldt, maar elke keer in voorkomende gevallen toegepast wordt.
Een geattribueerde bevoegdheid kan worden uitgevoerd door een
bestuursorgaan met autonomie (art. 124 lid 1 Gw) of onder medebewind (art
124 lid 2 Gw). Autonomie houdt in dat een bestuursorgaan een bevoegdheid zelf
uitvoert, medebewind houdt in dat de hulp kan worden ingeroepen van een
bestuursorgaan met het uitvoeren van overheidstaken.
2. Delegatie:
Wanneer een bestuursorgaan dat een bevoegdheid geattribueerd heeft
gekregen, deze bevoegdheid overdraagt aan een ander orgaan, dat deze als
een eigen bevoegdheid gaat hanteren. Dat betekent dat niet alleen de
bevoegdheid om te besturen wordt overgedragen, maar ook de
verantwoordelijkheid voor dat besturen. Het oorspronkelijke bevoegde orgaan
verliest zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid.
Zijn een aantal voorwaarden aan gesteld om te voorkomen dat een
bestuursorgaan te snel de verantwoordelijkheid bij iemand anders neerlegt:
1. De wetgever die de bestuursbevoegdheid attribueert, moet wel uitdrukkelijk
toestemming geven om de geattribueerde bevoegdheid nogmaals aan een
ander bestuursorgaan over te dragen.
2. Een delegatiebesluit moet schriftelijk zijn vastgelegd en naar buiten
bekendgemaakt worden.
3. Mandaat:
Een ander doet feitelijk het werk van een bestuursorgaan, maar het
bevoegde bestuursorgaan blijft zelf bevoegd en verantwoordelijk. Hierdoor
kan de werkdruk voor bestuursorganen worden verlaagd. Dus bv. wanneer een
orgaan waaraan via attributie of delegatie een bestuursbevoegdheid is
toegekend, kan hij deze bevoegdheid opdragen aan een ander om deze voor
hem uit te oefenen. Het eigenlijke bevoegde orgaan blijft dan wel
verantwoordelijk en behoudt ook zijn eigen bevoegdheid.
Er is geen wettelijke basis voor nodig + bekendmaking naar buiten is niet
verplicht.
,Autonomie en medebewind in de gemeentewet:
Autonomie:
Art. 108 lid 1 Gemw: regeling en bestuur van de huishouding wordt geregeld
door het gemeentebestuur. In art. 147 lid 2 Gemw staat wie precies van het
gemeentebestuur hier de verantwoordelijkheid over heeft; de gemeenteraad.
Art. 149 Gemw: geeft aan dat de gemeenteraad verordeningen mag maken die
nodig zijn in het belang van de gemeenten. Verordening: art. 1:3 Awb, een
besluit in de zin van Awb en algemene strekking/algemeen verbindend
voorschrift.
Er zijn drie grenzen aan autonome taken:
- Bovengrens: je mag niet in de bevoegdheden treden van de provincie of het
rijk. Je mag wel de verordening aanvullend maken; dat betekent dat het
onderwerp en motief van de hogere regeling verschilt met de gemeentelijke
verordening. De aanvullende verordening mag dan alleen niet in strijd zijn met
de hogere regeling, anders wordt de verordening onverbindend en is hij niks
waard.
- Ondergrens: gaat om de privé ruimte van de burgers; je mag als raad geen
regels maken die gelden in de huizen van de burgers, behalve als dit invloed
heeft op het algemeen belang (zoals geluidsoverlast).
- Territoriale grens: je kan als gemeenteraad alleen regels maken voor je
eigen gemeente.
Medebewind:
Art. 108 lid 2 Gemw: regeling en bestuur kunnen worden gevorderd van het
bestuur bij of krachtens een andere dan deze wet (een wet uit het bijzonder
bestuursrecht). Met gevorderd wordt dus bedoeld dat er van het bestuur
medewerking kan worden gevraagd aan uitvoering van een regeling. In art. 147
lid 3 Gemw staat wie er wordt bedoeld met het bestuur; dit is meestal het
college.
Met een APV stel je de kaders binnen de gemeentegrenzen; je stelt vast welke
algemene regels daar gelden. Dit kunnen verboden zijn of vergunningen. Het
voordeel van het vastleggen van deze kaders is dat handhaving zo mogelijk is.
Wat staat er in de APV?
Art. 154 Gemw: overtreding van welke regels leiden tot strafbare feiten.
Art. 154b Gemw: overtreding van welke regels kunnen leiden tot een bestuurlijke
boete.
Bevoegdheden die worden toegekend aan de burgemeester
Art. 149 Gemw: alles wat nodig is voor de huishouding (afval, sluitingstijden
horeca, hondenbelasting).
Week 2
Definitie openbare orde:
Verstoring van de
openbare orde gaat dus
om gedragingen zoals
strafbare feiten, of
gedragingen die hinder
, en gevaar opleveren. Het moet gaat om de publieke ruimte; openbare ruimtes
zoals straten, maar ook voor publiek toegankelijke locaties zoals stations en
ziekenhuizen.
LET OP! Een taak is iets anders dan een bevoegdheid. Net zoals art. 172 Gemw;
deze wet is taakstellend, de burgemeester heeft iets in zijn takenpakket maar dit
betekent niet dat hij hier bevoegdheden heeft om iets te doen. Art. 172 lid 3 Gemw
geeft wel een bevoegdheid aan, maar moet liever niet gebruikt worden. Kijk eerst
naar andere bepalingen.
Wie kan de verstoring van de openbare orde voorkomen?
Art. 172 lid 2 Gemw: de burgemeester mag de politie inzetten om te handhaven.
Art. 3 Polw: politie mag ingezet worden onder het gezag van de burgemeester
ter handhaving van de openbare orde. Deze inzet is repressief.
Art. 175 lid 1 Gemw: noodbevel. Gaat om preventief ingrijpen. Er kunnen
bevelen worden gegeven ter handhaving van de openbare orde of beperking van
gevaar. Daarbij kan worden afgeweken van andere regels, maar niet van de
grondwet. Er moet sprake zijn van: oproerige beweging, andere ernstige
wanordelijkheden, rampen of ernstige vrees voor ontstaan van bovenstaande.
Het bevoegde orgaan hierbij is de burgemeester.
Art. 176 lid 1 Gemw: noodverordening. Gaat om preventief ingrijpen. Er
kunnen algemene verbindende voorschriften worden gegeven die nodig zijn ter
handhaving van de openbare of beperking van gevaar. Daarbij kan worden
afgeweken van andere regels, maar niet van de grondwet. De voorwaarden die
nodig zijn om deze bevoegdheid te gebruiken staan in art. 175 lid 1 Gemw. Ook
hier is het bevoegde orgaan de burgemeester.
Verschillen noodbevel en noodverordening:
Noodbevel
Bevel
Besluit, volgens art. 1:3 lid 1 Awb
Beschikking, volgens art. 1:3 lid 2 Awb. Je geeft een noodbevel gericht aan
specifieke personen/specifieke plaats.
Kan je bezwaar/beroep tegen aantekenen, volgens art. 8:1 Awb
Noodverordening
Algemeen verbindend voorschrift
Besluit, volgens art. 1:3 lid 1 Awb
Geen beschikking, volgens art 1:3 lid 2 Awb. Want het besluit is algemeen
verbindend/algemene regel.
Kan je geen bezwaar/beroep tegen aantekenen, volgens art. 8:3 lid 1 sub a Awb
Wanneer kies je noodbevel en wanneer noodverordening?
Je kijkt zelf naar de situatie en kijkt dus of het nodig is om iedereen te betrekken, of
dat een bepaalde groep alleen nodig is. Bij een specifieke groep geef je een bevel.
Je moet daarbij wel kenbaar maken dat deze groep recht heeft op bezwaar/beroep,
dat fenomeen heet de rechtsbeschermingclausule (art. 3.45 lid 1 Awb).
Democratische legitimatie van het noodbevel/noodverordening:
Burgemeester roept in zijn eentje in principe het noodbevel/noodverordening uit,
terwijl in de democratie het volk (indirect) moet kunnen beslissen over haar eigen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur &joy1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.