Dit document bevat een volledige en uitgebreide samenvatting van de colleges inclusief notities van het vak Fysiologie en Endocrinologie van Seksualiteit en Voortplanting (E08L8a) dat gedoceerd wordt door Prof. Leen Antonio. Dit vak wordt gegeven aan de eerste master seksuologie aan de KUL.
Fysiologie en endocrinologie ................................................................................................................................................. 3
DEEL 1: DE MAN ................................................................................................................................................................. 4
1.2 Voortplantingsorganen ........................................................................................................................................... 7
1.2.1 De teelbal/testis ................................................................................................................................................. 8
1.2.2 De bijbal/epididymis ........................................................................................................................................ 10
1.2.3 Zaadtransport................................................................................................................................................... 10
1.2.4 De penis............................................................................................................................................................ 11
1.3 Geslachtshormonen bij de volwassen man ........................................................................................................... 13
1.3.1 Gonadotropinen ............................................................................................................................................... 13
1.3.2 Androgenen...................................................................................................................................................... 15
1.3.3 Gonadotropinen vs. androgenen ..................................................................................................................... 21
1.4 Hormonale veranderingen tijdens het leven ......................................................................................................... 21
1.4.1 Minipuberteit ................................................................................................................................................... 21
1.4.2 Puberteit .......................................................................................................................................................... 22
1.4.3 Oudere man ..................................................................................................................................................... 22
1.5 Vruchtbaarheid bij de volwassen man .................................................................................................................. 23
1.5.1 Spermatogenese .............................................................................................................................................. 23
1.5.2 Transport van zaadcellen ................................................................................................................................. 26
1.5.3 Erectie en ejaculatie ......................................................................................................................................... 28
1.5.4 Sperma-onderzoek ........................................................................................................................................... 31
1.5.5 Zaadkwaliteit in het nieuws ............................................................................................................................. 32
DEEL 2: DE VROUW .......................................................................................................................................................... 33
2.2 Voortplantingsorganen ......................................................................................................................................... 35
2.2.1 De eierstokken ................................................................................................................................................. 36
2.2.2 De eileiders ...................................................................................................................................................... 36
2.2.3 De baarmoeder ................................................................................................................................................ 36
2.2.4 De vagina .......................................................................................................................................................... 37
2.2.5 De vulva ........................................................................................................................................................... 37
2.2.6 Het clitoraal complex ....................................................................................................................................... 38
2.2.7 De klieren van Bartholin en Skene ................................................................................................................... 38
3.3 Bevruchting ........................................................................................................................................................... 84
3.3.1 De reis van de zaadcel ...................................................................................................................................... 84
3.3.2 Bevruchting en innesteling ............................................................................................................................... 85
3.3.3 Ontwikkeling foetus en zwangerschap ............................................................................................................. 87
DEEL 4: ZWANGERSCHAP ................................................................................................................................................. 88
4.1 Placenta, vliezen en vruchtwater .......................................................................................................................... 88
Fysiologie: bestuderen en beschrijven van normale processen in ons lichaam
Endocrinologie: bestuderen en beschrijven van de aanmaak en werking van hormonen in ons lichaam
→ voortplanting is zeer sterk geregeld door hormonen
• Hormoon: signaalstof die ergens in het lichaam gemaakt wordt en via het bloed wordt
vervoerd naar een doelorgaan waar het een effect uitoefent afhankelijk van welk orgaan
gevoelig is voor het hormoon en welke functie het orgaan heeft → vb. bij de voortplanting
maakt de hypofyse LH en FSH aan, die via ons bloed vervoerd worden en bij de man
inwerken op de teelballen om testosteron en zaadcellen aan te maken
• Basisprincipe: feedbackmechanisme
o Positieve feedback: onder invloed van een
bepaald hormoon wordt een ander hormoon
meer aangemaakt → vb. gonadotrofines,
aangemaakt door de hypofyse, gaan naar
▪ De teelbal en stimuleren de aanmaak van
testosteron en sperma
▪ De eierstokken en stimuleren de aanmaak
van oestrogenen en het uitdrijven van
eicellen
o Negatieve feedback: onder invloed van een
bepaald hormoon wordt een ander hormoon
minder aangemaakt
o Positieve en negatieve feedback houden elkaar in
balans → vb. thermostaat
3
,DEEL 1: DE MAN
1.1 PUBERTEIT
Puberteit
• Lichamelijke veranderingen
o Ontwikkelen van secundaire geslachtskenmerken
o Groeispurt
• Psychische veranderingen en veranderingen in gedrag
• Ontwikkelen van seksualiteit en vruchtbaarheid
→ door hormonale veranderingen in het lichaam
Primaire geslachtskenmerken: van bij de geboorte aanwezig
• Teelballen (testis)
• Balzak (scrotum)
• Penis
Secundaire geslachtskenmerken: ontwikkelen zich tijdens puberteit
• Beharing: gelaat, borstkas, genitale regio
• Adamsappel en stemverandering
• Brede schouders, spierontwikkeling
• Groei van penis, toename teelbalvolume
Genitale ontwikkeling
• Genitale ontwikkeling gebeurt in 5 stadia: G1 is prepuberteit, G5 is een volwassen man
• Stadia worden gebruikt om na te gaan of jongens/mannen voor of achter zitten op schema
• Verschijnen van schaamhaar: pubarche
• Arche = dingen die zich ontwikkelen tijdens puberteit
4
,Puberteit klinisch beoordelen: Tanner stadia
• Volume teelballen: cijfers in ovaal in ml
• Lengte teelballen: cijfers naast lijn
• Virilisatie = veranderingen tijdens puberteit, man krijgt beharing en teelbalvolume neemt
toe, met toenemend teelbalvolume is er ook meer testosteronproductie en meer aanmaak
van zaadcellen
• Genitalia meten: een orchidometer wordt gebruikt om te meten welk teelbalvolume op dat
moment aanwezig is.
• Puberteit klinisch beoordelen via schalen: stadia vergelijken met wat verwacht wordt volgens
kalenderleeftijd
5
,Groeihormoon en groeispurt:
• Piek van aanmaak groeihormoon tijdens puberteit: zorgt voor lengtegroei (vnl. lange botten)
en groeispurt
• Meisjes zijn vroeger in groeispurt
• Piek voor jongens ligt tussen 13-14 jaar: groeien in deze periode tot 10 cm per jaar
• Rond 16-17 jaar is lengtegroei voltooid
• Groeischijven:
o Zo lang onze groeischijven open zijn kunnen we groeien in lengte
o Op einde van puberteit sluiten groeischijven
Groei klinisch beoordelen
• Hoe groot iemand zal worden kan ongeveer ingeschat worden als lengtegroei normaal
verloopt obv lengte van ouders = midparental height → maximale lengte man
• Formule voor jongens: (lengte moeder (cm) + lengte vader (cm))/2 + 7 cm)
Spermarche = ontwikkelen van vruchtbaarheid, van zaadcellen → tussen 12-13 jaar
Mijlpalen in de puberteit
• Veranderen van testesvolume begint eerst, kan vanaf leeftijd van 9.5 jaar (marge afhankelijk
van persoon tot persoon)
• Veranderen van testesvolume gaat gepaard met meer aanmaak van testosteron en
zaadcellen. Door deze toename in hormonen zullen er veranderingen optreden in beharing
en de penis zal zich ook verder ontwikkelen
• Omwille van groeihormoon krijgen we groeispurt die relatief gezien één van de latere
fenomenen is in de puberteit
• Kennen: relatieve verhoudingen van ontwikkelingen, niet absolute leeftijd
• Mijlpalen:
o Testisvolume van 4 mL: rond 11,5 jaar
o Groeispurt bij stadium G3-4 (testisvolume 10-12 mL)
• Minipuberteit: testosteronstijging na de geboorte
• Adrenarche: opstarten androgeenproductie door de bijnieren
• Gonadarche: actief worden van de gonaden
• Pubarche: verschijnen van schaamhaar
6
,Afwijkingen in puberteit
• Pubertas praecox = vroegtijdige puberteit
o Jongens: groei van schaamhaar voor de leeftijd van 9 jaar
o Oorzaken: hersentumoren, bestraling hersenen, testotoxicose (activerende mutatie
in LH receptor), Syndroom van McCune-Albright
o Hormonaal probleem waarbij tumor bv. hormonen aanmaakt waardoor puberteit
zich te vroeg inzet
• Pubertas tarda = laattijdige puberteit
o Jongens: testisvolume < 4 mL en/of uitblijven virilisatie op leeftijd ≥ 14 jaar
o Oorzaken: aangeboren genetische aandoeningen, hersenletsel, chronische ziekte
(nieraandoening, leveraandoening, kanker)
1.2 VOORTPLANTINGSORGANEN
7
, 1.2.1 DE TEELBAL/TESTIS
Teelbal = testes: zit in de balzak
Functies van de teelbal
• Aanmaak van zaadcellen (= spermatozoa) = spermatogenese
o In de zaadbuisjes = tubuli seminiferi (contorti)
▪ ‘Gekronkelde’ zaadbuisjes
▪ Zo’n 300-500 per teelbal
o Spermatogenese duurt 66-72 dagen
o Als er een probleem is met zaadcellen ga je dat niet onmiddellijk merken
omdat spermatogenese zo lang duurt
o Het proces start aan de buitenkant van het zaadbuisje en verplaatst zich
naar de binnenkant; hier vinden we dan ook de meest volwassen
zaadcellen. De afgewerkte zaadcellen komen in de zaadbuisjes terecht en
kunnen zich naar de buitenwereld verplaatsen tijdens de ejaculatie. Zo
staat de teelbal in verbinding met de bijbal.
• Aanmaak van hormonen = steroidogenese
o In de Leydigcellen: zitten buiten kanaaltjes waar zaadcellen
worden aangemaakt → enige functie is aanmaak van hormonen
o Steroidogenese vereist
▪ Veel tussenstappen die allemaal juist moeten verlopen
om tot een correcte hormoonaanmaak te komen
▪ Veel enzymen nodig die hormonen omzetten naar
andere hormonen
▪ Opvallend: testosteron wordt omgezet tot oestradiol,
dus voorloper van vrouwelijk hormoon is mannelijk
hormoon
Prenatale ontwikkeling van de testes
• De testis ontstaan in de buurt van de nieren (1)
• Ze migreren naar het lieskanaal = verbinding tussen buikholte en balzak (2)
o Onder invloed van insulin-like peptide 3
o INSL3 wordt gemaakt door de Leydigcel in de teelbal
8
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gaellesoetemans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.