Erg complete samenvatting van Inleiding Sociologie. Bevat de samenvattingen/aantekeningen van de hoorcolleges en werkgroepen. Alle belangrijke begrippen zijn dikgedrukt zodat je altijd de juiste termen in het hoofd hebt voor het tentamen. Het bestand is zeer overzichtelijk door consistent gebruik ...
Week 1
Hoorcollege
Sociologie is de leer van de menselijke samenleving en haar verschijnselen. Sociologen
onderzoeken, beschrijven en verklaren de manier waarop mensen samenleven. Zij proberen het
algemene in het bijzondere te zien, zoals partnerkeuze, hierbij worden je keuzemogelijkheden
gereguleerd door de leeftijd, etniciteit, sociale klasse etc. Hetzelfde geld voor het krijgen van
kinderen, wat we zien is dat in armere landen mensen veel meer kinderen krijgen dan in rijkere
landen. Veel factoren, zoals ‘ de benefit’, beïnvloeden dit. Je keuzes worden dus constant beïnvloedt
door bepaalde factoren en individuele omstandigheden. Het overgrote deel dat in de marges leeft
(zoals gehandicapten, allochtonen of minderheden) zijn vaak bewuster van de invloeden op hun leven.
Zij weten dat de individuele kenmerken invloed heeft op hun keuzes. Maar het overgrote autochtone
Nederland heeft dus geen benul van de invloeden op hun keuzes. Wright Mills beschreef hoe de
Amerikaanse bevolking tijdens de economische crisis besefte dat de economische crisis invloed had
op het vinden van een baan. Hierdoor kwam men erachter dat het niet altijd de individuele kenmerken
waren die invloed hadden op de keuzes in hun leven maar ook de sociale omstandigheden. Het
sociologisch perspectief brengt met zich mee dat je niet zelf je keuzes maakt (ookal maak je ze wel
direct zelf) maar, dat deze keuzes beïnvloedt worden door de samenleving. Een mooi voorbeeld is ook
het Stanford Prison Experiment. Externe sociale factoren beïnvloeden dus gedrag.
Bepaalde gebeurtenissen in de samenleving houdt een socioloog bezig, denk aan vragen als:
- Waarom verdienen mannen in gelijke functies meer dan vrouwen?
- Waarom kunnen supporters van Ajax en Feyenoord niet normaal met elkaar omgaan, maar
bij wedstrijden van het Nederlands Elftal wel?
- Hoe kan het dat rechtse politieke partijen meer stemmen krijgen in tijden van
laagconjunctuur?
Sociologie gaat over samenlevingen, en roept drie hoofdvragen op (Ultee, Arts & Flap (2003)):
1. Ongelijkheden tussen inwoners (=stratificatie); wie krijgt wat en waarom (welke invloeden
spelen hierbij?)
2. Cohesie van maatschappijen; de mate van binding, de overeenkomsten;
3. Rationaliseringsprocessen (modernisering) die zich voordoen op allerlei terreinen van het
maatschappelijk leven: geloven in ratio.
Waarom sociologie in deze opleiding? Als eerste reden omdat criminologische thema’s ook
vallen binnen sociologische hoofdvragen. Dit omdat er ongelijkheid is binnen de criminologie; denk
aan straftoemeting, gevangenispopulatie en meisjescriminaliteit. Denk ook aan cohesie; wat is de rol
van sociale bindingen voor de ontwikkeling van crimineel gedrag en de verschillen in criminaliteit
tussen bevolkingsgroepen. Als laatste ook de rationalisering, denk aan nieuwe vormen van
criminaliteit: cybercrime en crimigratie (van criminaliteit in de fysieke wereld naar de cyberwereld).
Als tweede reden voor het bestuderen van sociologie is van belang omdat criminaliteit plaatsvindt in
de samenleving, de samenleving vormt criminaliteit. Wright Mills zei: “… the vivid awareness of
the relationship between private experience and the wider society.”.
, Een grappige kwestie is die van speeksel, waarom vinden we zoenen niet deviant. Maar
spugen op een lepeltje en dit vervolgens op laten slurpen door een ander wel. Zo reageerde een
stamlid van de Tsonga stam tegen Zwitserse antropoloog Henri Alexandra Junod compleet verbaast
op zoenende mensen: “Moet je die mensen nou zien! Ze verslinden elkaar. Ze eten elkaars spuug en
vuil op”. Net als dat mensen spuug viezer vinden speeksel, terwijl dit precies dezelfde dingen zijn.
Wij maken dit ‘viezer’ door hoe het ‘socially constructed’ is. Net als het verschil tussen gewoon
water en Holy water. Eigenlijk niks; maar door de manier hoe de samenleving het heeft vormgegeven
vinden wij het anders. Dus; het onderscheid tussen normaal en afwijkend gedrag wordt gevormd door
de samenleving. Dit wordt dit gevormd door de sociologische blik. Het bestuderen van menselijk
gedrag is dus van belang voor het begrijpen ervan; het is een social constructed reality. Een derde
reden voor het studeren van de sociologie is dat een deel van de verklaring niet specifiek
criminologisch is maar ook sociologisch.
Sociologie is ontstaan door drie grote factoren: de industrialisering; en daarbij vooral de
groei van het kapitalisme en de Industriële Revolutie (vanaf 1750), de groei van steden; het ontstaan
van sociale problemen, en als laatste: de politieke veranderingen; vooral de vrijheid, gelijkheid en
solidariteit. Vooral in landen als Frankrijk, Duitsland en Engeland kwam de sociologie in opkomst.
Auguste Comte kwam met het begrip sociologie, maar ook Plato of Confucius, echter dachten zij
eerder over hoe de samenleving zou moeten zijn. Comte zei dat er drie stadiums waren die de
samenleving definieerden. Tot ongeveer 1350 was er het theologisch stadium; waarbij de
samenleving de uitvoering van de wil van god was. Daarna het metafysisch stadium; hierin stond het
natuurlijke centraal en niet het goddelijke. Als laatste het wetenschappelijke stadium; waarbij de
wetenschap centraal stond in de samenleving, kennis werd gegenereerd door de wetenschao en niet
door wat goddelijk of natuurlijk was. Dan zijn er drie grote wetenschappers binnen de sociologie:
1. Marx -> ongelijkheid
2. Durkheim -> cohesie
3. Weber -> rationalisering
Marx deed onderzoek naar sociale veranderingen door economische conflicten die ongelijkheden
produceren, machines ter vervanging van mensen. De invloed van industrialisering op klasse-conflict.
Wat doet de samenleving als de industrialisering onze plek inneemt. Marx zag dat er een onderscheidt
kwam tussen de kapitaal bezitters (machine bezitters) en de arbeiders (wiens baan verloren gaat aan
machines). Marx zei dat er vier belangrijke punten waren die kapitalisme kapot maken:
1. work gets alienated (=je ziet niet meer wat je maakt want je bent te specifiek bezig om de
productie te verhogen);
2. modern work is insecure (als werk efficiënter wordt kan men zo ontslagen worden);
3. workers get paid little while capitalists get rich (=Marx vond dat kapitalisme altijd
uitbuiting is omdat iemand zijn talent wordt gepakt en duurder wordt verkocht, winst is dus
uitbuiting);
4. capitalism is very unstable (=kapitalisme veroorzaakt altijd een crisis omdat alles te
makkelijk gemaakt kan worden waardoor er minder mensen kunnen werken);
5. capitalism is bad for capitalist (=het kapitalisme dringt zo diep in ons leven dat wij zo gaan
leven wat leidt tot verdriet -> warenfetisjimse). Marx geeft aan dat we veel voldoening
krijgen van werk maar dat door de modernisering deze vreugde dreigt te verdwijnen.
Durkheim keek naar de sociale veranderingen die resulteren in verschillende onderliggende
bindingen tussen mensen (=cohesie). Durkheim zag dat modernisering/industrialisering een
toenemende arbeidsverdeling veroorzaakte. De agrarische samenleving deed iedereen een beetje
hetzelfde werk: waarde aan god, gezin en de staat. Maar toen de mensen naar de steden/fabrieken
gingen gingen mensen meer waarde hechten aan een specifieke baan. We gingen van een
mechanische solidariteit naar een organische solidariteit (link Tönnies). Maar Durkheim zei ook
, dat deze overgang een risico had op anomie door de toename van diversiteit, omdat wij werken voor
mensen die wij niet kennen en dit kan leiden tot normenloosheid. Hij verklaarde dit door het
percentage zelfdodingen en vond dit een goede graadmeter voor anomie. Hij zag dat dit voor vrijwel
alle bevolkingsklassen steeg. En dat dit veroorzaakt werd doordat de anomie toenam, er was geen
hechting meer aan mede mensen.
Dan Weber, Weber keek naar de verschuiving in de manier van denken. Van de traditie naar
rationele processen (=de rede). Eerder vroeg men niet waarom iets zo was maar dat veranderde naar
dat de waarheid de uitkomst van rationele processen is. Wetenschap vs. Religie. Weber noemde dit de
‘onttovering’ -> het proces van rationalisering waarbij gepoogd wordt om praktische problemen niet
meer met magie (religie) maar met technologie (rationaliteit) op te lossen. Weber zei dat wetenschap
technologische en organisatorische wonderen kunnen voortbrengen. Maar hij zag hierin ook de iron
cage -> samenleving als een ijzeren kooi van efficiëntie, stroomlijning, regels en bureaucratie. Het
was een gevaar voor de menselijke vrijheid. Hij zag een gevaar dat de grote vragen van het leven naar
de achtergrond zouden verdwijnen omdat wij ons te veel bezig zouden houden met de technologische
vooruitgang.
Kortom zie je dat iedere denker een eigen term heeft, die zij wouden verklaren door de
opkomst en ontwikkeling van de industriële samenleving:
Marx -> vervreemding
Durkheim -> anomie
Weber -> onttovering
Ieders hebben ze dus een andere blik op de samenleving. Onze blik op de samenleving wordt dus
gevormd door het paradigma waarin de samenleving leeft. Er zijn dus vier theoretische
perspectieven:
- Durkheim ging uit van een structureel functionalisme en ziet de samenleving als een
complex systeem dat in evenwicht is met sociale structuur en -functies. (macro niveau)
- Marx ging uit van een conflictsociologie waarbij de samenleving een resultaat is van
interacties tussen individuen (negatief), een arena van ongelijkheid. (macro niveau)
- Weber ging uit van symbolisch interactionisme (handelingsparadigma) wat uitging van de
samenleving als resultaat tussen individuen. (micro niveau)
- Rationele keuze benadering zegt dat de samenleving het resultaat is van (individuele)
kosten-baten afwegingen.
Sociologie is dus de leer van de menselijke samenleving en haar verschijnselen, met 3 hoofdvragen, 3
klassieke denkers en we gebruiken 4 theoretische perspectieven.
Werkgroep
Als een wetenschap theoretisch is wil dat zeggen dat gebeurtenissen met behulp van
algemene beginselen worden verklaard en voorspeld; empirisch betekent dat wordt nagegaan in
hoeverre deze beginselen met de werkelijkheid sporen en gedane waarnemingen leiden tot het
aanvaarden of verwerpen van theorieën. De sociologie is probleemgericht. De wetenschapsbedrijf in
het algemeen en de sociologie in het bijzonder lijken op een spel met een drietal grondregels: stel een
probleem (P); formuleer een theorie (T); en verricht onderzoek (O).
De sociologie behandeld drie hoofdvragen:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Svenvdk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.