Politicologie: Lessen
1. Les 1: inleiding politiek en wetenschap –
29/09/2022
Test Een uitslag van de verkiezing geven en vragen wel electoraal stelsel ligt daarachter
vb examenvraag
Ook 3 artikels lezen!
24/11 – proefexamen van 18:00 tot 20:00
22/12 - geen college
Open vragen examen (geen ja/nee antwoord mogelijk, motiveren en argumenteren)
1.1. Wat is politiek?
Wat is politiek? Politiek gaan terug naar ethimologie (polis = staat/samenleving), sturen naar
de staat
= al wat te maken heeft met het sturen van een samenleving
1. Polis (=staat) = samenleving
- Brede definitie: geldt voor elke vorm van samenleven/gemeenschap)
2. Waarom nood aan sturing?
- Gewoontes kunnen veranderen (zijn niet statisch door nood kan het veranderen)
- Mens als zoon (politikon, Aristoteles), mens wilt zichzelf realiseren in de
gemeenschap door vorm te geven aan de gemeenschap, wilt mee sturen, mee
samen met de andere mensen beslissen hoe ze de dingen gaan doen, bepalen
welke dingen ze als collectiviteit als belangrijk vinden.
- Hebben de neiging om samen te leven zien we dat er ruimte is voor conflict, vaak
afspraken nodig die afdwingbaar en sanctioneerbaar zijn. Er is diversiteit (in
noden, voorkeuren en visies) en schaarste (herverdelen van middelen, we
hebben niet heel veel middelen)
- Sturing heeft met macht en conflict te maken
1.2. Variaties
Veel verschillende variaties:
1. Variatie op het niveau van samenleving
- Territoriaal: staten, regio’s, gemeenten, internationaal, …
- Niet-territoriaal: verenigingen: Rooms-katholieke kerken, studentengroepen
- Hebben een verschillend impact: staat heeft veel impact maar
studentenvereniging kan groot zijn op universiteit maar niet in de hele
samenleving; andere impact
- Toch sterke variaties:
Verschillende impact op dagdagelijks elven
, Vrijwilligheid van lid maatschappij: vrijwilligheid lid maatschappij
belangrijk (studentenvereniging), maar bij geboorte hebben we ons geen
keuze gelaten over welke nationaliteit we wouden
Verschillend impact op dagdagelijks leven: afhankelijk van samenleving en politiek sturing
die ze heeft kan ze ene grote of minder grote impact hebben
2. Variaties op het niveau van inhoud en reikwijdte (‘wat wordt er geregeld’?)
- De verschuivende grenzen van de politiek
- Vb de staat: Een bepaalde maten van justitie, creëren van instrument dat kan
sanctioneren, financiën (belastingen) minimale diensten, uitgebreid naar een
verzorgingsstaat.
- Marshall: hedendaags burgerschap heeft burgerlijke, politieke en
sociaaleconomisch burgerschap de rechten van burgers die we kunnen
claimen
- Toenemende reikwijdte van de politiek:
Feminisme 1960 (familiaal geweld, veel meer privaat leven, recht op
abortus, persoonlijk lichaam, “het persoonlijke is politiek” politiek
stopte aan de voordeur en ging dus niet verder in de private sfeer)
Sociale media & recht op ‘ontkoppelen’ (mensen beginnen zich bezig te
houden met het recht tot ontkoppelen, in het bedrijf vragen voor
ontkoppelen (vanaf ene bepaald uur e-mails niet meer te moeten
antwoorden))
Terrorisme en privacy (politie hadden sneller toegang tot onze privacy,
konden naar onze gesprekken luisteren instrumenten om in ons
privéleven te gaan)
Eenzaamheid, kinderrechten (ouderen sterven zonder niemand het weet,
plots beleid rond eenzaamheid terwijl dat we zouden kunnen zeggen dat
het iets is voor de individu
Onderscheid burgerlijk & politiek
Burgerlijk recht = (“civiel recht” of “privaatrecht”): m.b.t. het geheel van regels voor de
onderlinge verhouding tussen burgers
- Personen- en familierecht (huwelijk, echtscheiding, adoptie,..), goederenrecht
(waaronder erfrecht) en verbintenissenrecht (zoals arbeidsovereenkomsten/koop-
en huurovereenkomsten)
Politieke rechten = m.b.t. beslissingsprocessen die het individu overstijgen; relaties tussen
burger en overheid, functioneren van de overheid (als collectiviteit). Gekoppeld aan
staatsrecht, minder over relatie tussen ons onderling maar tussen onze rechten en vrijheden
ten aanzien van de staat, relaties tussen de burger en overheid en het functioneren van de
overheid (vrijheid van meningsuiting (we kunnen standpunten nemen in de maatschappij),
vrijheid om niet zomaar gearresteerd te worden, vrijheid om niet verplicht naar het leger te
gaan)
- Politieke rechten (artikel 145 Belgische grondwet): stemrecht, recht om een
openbaar ambt te bekleden (zich verkiesbaar te stellen); vrijheid van meningsuiting;
, vrijheid van vergadering; recht om niet onrechtmatig te worden gearresteerd; recht
om niet onwettig tot militaire verplichtingen te worden gedwongen.
Socio-economische rechten: Art 23 van Belgische grondwet
BV: Klimaatzaak: Rechtszaak tegen Nederlandse overheid, dat ze recht doen aan een gezond
leefmilieu (hebben gewonnen), slaagt niet om burgers te beschermen
Concept gezond leefmilieu
Afschaffing 1-kind regel: niet genoeg mensen om te werken, beleidskeuze niet per se
impliceert dat er gestopt wordt met politiek maar de impact van de politiek grondig
verandert minder abortussen zullen gebeuren
Privatisering energiebedrijven: staat komt bij bij overwinst, voorbeeld van reikwijdte aan
politiek, er gaat toch ruimte zijn voor staat
Beleidswijziging: Vroeger een recht nu gecriminaliseerd (maar overheid nog meer aanwezig)
America met Abortuswetgeving, gelegaliseerd is en strafbaar
Politisering en depolitisering
Politisering = betrokken raken bij politieke discussie, een thema onderwerp van politieke
sturing (collectieve besluitvorming) maken
- Impliceert vaak het herdefiniëren van de grens tussen privaat en publiek
Privaat: de domeinen waarin het individu autonoom kan handelen en
oordelen; waar geen collectieve inmenging of sturing nodig of gewenst is
Publiek: de domeinen van sociaal leven waar mensen elkaar ontmoeten
(scholen, werkvloer, sportclub, universiteite, gemeente,…), en waar ter wille
van de organisatie van dat samen-leven, collectieve beslissingen moeten
worden gemaakt
- Impliceert:
Dat persoonlijke ervaringen worden gelinkt aan bredere structurele
uitdagingen of obstakels die meerdere leden van de gemeenschap raken
Het probleem overstijgt het individu; wat collectieve besluitvorming/sturing
nodig maakt
Politisering: betrokken raken bij politieke discussie; een thema onderwerp
Iets politiseren: zaken die heel persoonlijk zijn linken aan gestructureerde obstakels, en
argumenteren dat het over iedereen gaat en niet allen het individu, collectieve sturing is
nodig (eenzaamheid, geen probleem van incapabel sociaal individu, eenzaamheid is een
politiek probleem)
Vb. Eenzaamheid (als mentaal-emotionele toestand van een individu) kan worden gelinkt
aan collectieve processen waaronder: Individualisering v/d maatschappij en toename van
éénoudergezinnen
Private aangelegenheid collectieve dimensie aan geven (collectieve factor aangegeven)
Depolitisering: het politieke karakter wegnemen van iets
(Politieke karakter van iets wegnemen, inperken van de reikwijdte)
BV seksismewet: documentaire ‘femme de la rue’ (camera cache om te tonen hoe vrouwen
worden catcalled), groot debat behalve Joelle Milquet die de seksismewet brengt
, seksisme kan bestraft worden (die is er maar rond het debat hebben waren er pogingen
voor depolitisering, zeggen dat het eigenlijk geen probleem is/niet zo groot, reikwijdte is
niet veranderd maar hier zien we de verschillende krachten van politisering vs een
tegenbeweging van depolitisering argumenteren dat het gene politiek probleem is(geen
uitspraak van mening meer.)
Politiek is overal, algemeen trend van uitbreiding maar in elk politiek debat gaat je wel
krachten zien om het politiseren en depolitiseren (terug naar private sfeer zetten)
3. Vormen & regimes: welke principes liggen ten grondslag aan het functioneren van
een systeem?
- Democratisch of autoritair
- Unitair of federaal
- Meerderheid of consensus (variatie in procedure) (moet iedereen akkoord zijn bij
een beslissing of kan er een meerderheid zijn?)
- Unicameraal (1 kamer in het parlement) of bicameraal (2 kamers in het
parlement) (wie kan beslissingen nemen, ligt het aan de kamer of senaat?)
- Verdere regels van het spel (kieskringen en hun grootte, rol van het staatshoofd)
Veel variaties in hoe ons parlement eruitziet (vaak soort halve cirkel, even wijd verspreid)
Coalitieregering (meerdere partijen) bij ons, heeft ene impact op hoe wij politiek doen en
het effect
Straatnamen veranderen naar vrouwelijke namen feminisme aan het werken, heel veel
straten in België genaamd naar grote heren uit het verleden, hierdoor rol & bijdragen van
rol aan samenleving onderbelicht blijven daarom vraag om de straatnamen te veranderen.
Duidelijk politiek, van ene bepaalde visie op politiek (bepaalde ongelijkheden zijn), dit 1 van
de manieren waarop de ongelijkheid zich uit.
The Washington Post ‘Democracy dies in darkness’: heeft toegevoegd na de verkiezing van
Donald Trump, zeer gewichtige keuze van de krant, soort excuus om aandacht te hebben
gebracht op Trump, rol dat journalistiek in politiek heeft
Charlie Chaplin: wat wordt geproblematiseerd het proces van industrialisering, taak van
het maken van ene stoel werd afgebroken in kleine processen, hoe de mens door deze
arbeidsproces al zijn individualiteit verliest
Consumer politics: keuzes over het soort producten dat we kopen, aantal affiches dat riep
tot boycot van Noor-Afrikaanse producten, weet welke regime je ondersteunt wanneer je
iets koopt (Look before you buy)
1.3. Politieke wetenschap: politicologie, huh?
Vertellen over de samenleving, zoals vele anderen: journalisten, artiesten
Vertellen over de samenleving maar niet zoals anderen
Gebonden aan wetenschappelijke regels:
1. Intellectuele distantie: je kan niet perfect neutraal zijn