Samenvatting theorieboek
Hoofdstuk 1: Veilig autorijden
Veiligheid en doorstroming zijn belangrijk in het verkeer. Het is verboden een gevaar op de weg te veroorzaken
waardoor het verkeer wordt gehinderd.
Algemeen
Ken je de zichtbeperkingen van het voertuig
Inschatting en reactievermogen zijn belangrijk
Erger je niet, dat gaat ten koste van je concentratie
Zintuigen
Je zintuigen moeten goed functioneren, je moet ze niet belemmeren (bijvoorbeeld door harde muziek). Draag
passende kleren, heb een goede conditie en zorg dat de ruiten niet beslagen zijn.
Geestelijk/lichamelijk
Concentratie: laat je niet afleiden en stel alles in voor je vertrekt.
Conditie: regelmatig bewegen, gezond eten en ontspannen en uitgerust zijn is belangrijk. Vermoeidheid:
minder reactievermogen, verkeerde inschattingen en beslissingen. Na elke twee uur rijden minimaal een pauze
van 15 minuten nemen.
Emoties: hierdoor kan je minder geconcentreerd rijden, later reageren, verkeerde beslissingen nemen.
Alcohol: onder invloed rijden is verboden, je gaat jezelf overschatten. Toegestaan is:
Beginnend bestuurder: 0,2 promille in bloed, 88 microgram/liter in adem 1 glas
Ervaren bestuurder: 0,5 promille in bloed, 220 microgram/liter in adem 2 glazen
Beginnend bestuurder:
AM of T: gehaald voor 18e is 7 jaar, gehaald na 18e is 5 jaar
B: 5 jaar voor zowel voor als na 18e
Medicijnen: Veel medicijnen hebben een negatieve invloed op rijvaardigheid, vooral kalmeringsmiddelen,
slaappillen, pijnstillers, eetlustremmers, peppillen, verdovingsinjecties en allergie, reisziekte of verkoudheid
pillen. Gele sticker op verpakking ‘kunnen rijvaardigheid beïnvloeden’
Drugs: zijn lang na inname nog aantoonbaar in speeksel:
XTC: per dosis 16-40 uur, twee pillen 19-58 uur
Speed: roken/spuiten/snuiven: 10 tot 20 uur, slikken 15-25 uur, zwaar meermaals gebruik 16-40 uur
per dosis
Hasj/wiet: 6-8 uur, bij chronische blowers significant langer
GHB: per dosis 4-8 uur, bij continu gebruik significant langer, afbraaktijd begint weer
Cocaïne: eenmalige dosis 3-4 uur, bij zwaar gebruik enkele uren langer
Verkeerscontroles: rijden onder invloed is een misdrijf, bij alcohol test de politie met een ademtest en bij drugs
met een speekseltest
Straf rijden onder invloed alcohol/drugs: geldboete van maximaal 21.750 euro, gevangenisstraf van
maximaal een jaar, rijbevoegdheid kan vijf jaar worden ontzegd
Aangepast en besluitvaardig gedrag
Aangepast (defensief en sociaal) en besluitvaardig rijdgedrag helpt bij het rekening houden met overig verkeer
en omstandigheden.
Defensief rijgedrag voorkomen van gevaar. Tegenovergesteld van agressief rijgedrag. Actief
proberen gevaar of hinder te voorkomen, anticiperen, juist reageren op fouten van anderen, juist
kijkgedrag vertonen
Sociaal rijgedrag rekening houden met anderen. Anderen laten invoegen bij file, ruimte vrijlaten
voor inhalende bestuurders, begrip voor vrachtauto’s en bussen etc.
Besluitvaardig rijgedrag snel beslissen en handelen. Zeker en doortastend rijden. Niet twijfelen,
want dan weten andere bestuurders niet hoe het zich gaat ontwikkelen. Dit leidt tot onveilige
situaties.
,Hoofdstuk 2: Wettelijke bepalingen
Rijbewijs en kentekenbewijs: hierop staat naam, pasfoto, BSN, woonplaats, voertuig waarvoor rijbewijs geldig
is, hoelang rijbewijs geldig is
Soorten rijbewijzen
Rijbewijs A (motorfiets):
Motorvoertuigen op twee wielen, evt met zijspan of aanhangwagen, gemotoriseerde driewielers. A1: lichte
motoren, A2: middelzware motoren, A: zware motoren
Rijbewijs AM (bromfiets):
Speed-pedelecs (extra snelle elektrische fietsen), snorfietsen, bromfietsen, bromscooters, brombakfietsen,
brommobielen AM krijg je automatisch bij A of B rijbewijs
Rijbewijs B (personenauto):
Naast personenauto ook lichte bestelauto’s. Maximummassa (voertuig + gewicht lading en eventuele
aanhangwagen) is 3500 kg, bestuurder met maximaal 8 passagiers, aanhangwagen met maximummassa 750kg.
Voor zwaardere aanhangwagens heb je rijbewijs BE nodig
Rijbewijs C (vrachtauto):
C1: voertuigen met maximummassa tussen 3500 en 7500 kg (kleine vrachtauto), C voor meer dan 3500kg
(grote vrachtauto). Beiden met aanhang van maximaal 750 kg
Rijbewijs D (autobus):
D1 voor voertuigen met meer dan 8 passagiers en maximaal 16 passagiers (kleine autobus). D voor meer dan 8
passagiers (grote autobus)
Rijbewijs E (aanhangwagen): als je een zwaardere aanhangwagen wilt trekken dan met B, C of D is toegestaan
vereist dit een nieuw examen: rijbewijs E.
Rijbewijs T (trekker): rijden met landbouw of bosbouwtrekker (LBT) of mobiele machine.
Geldigheidsduur: rijbewijs B is steeds 10 jaar geldig, tot je 65e. Tussen 65e en 70e bij verlenging maximaal 10 jaar
geldig. Vanaf je 70e bij verlening maximaal 5 jaar geldig. Vanaf je 75 e moet je medisch gekeurd worden bij
vernieuwing.
Kentekencard: verplicht kentekenbewijs op de openbare weg. Hierop staan gegevens voertuig zoals kleur,
vermogen, maximummassa, gegevens van de eigenaar. Je kan meerdere voertuigen op je naam laten
inschrijven.
Begrippen verkeersdeelnemers
Bestemmingsverkeer: bestuurders die hun reisdoel alleen kunnen bereiken via weg met geslotenverklaring
(verkeersbord)
Bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers
Bestuurders van motorvoertuigen: iedereen die een motorvoertuig bestuurt, rijles geeft of een rijexamen
afneemt
Militaire colonne: militaire motorvoertuigen die onder leiding van commandant herkenningstekens uitvoeren
(eerste voertuig twee blauwe vlaggen en een blauwe koplamp, daarna een blauwe vlag en een blauwe
koplamp, daarna een groene vlag en groene koplamp
Verkeer: alle weggebruikers
Voetgangers: personen die te voet deelnemen, ook met klein voertuig zoals kinderwagen of voertuig aan de
hand, rolschaatsers en skateboards, gehandicapte voertuig op voetpad
Weggebruikers: iedereen die van de weg gebruik maakt, ook ruiters, trekdieren of vee
Begrippen voertuigen
Aanhangwagen: voertuig dat door ander voertuig wordt meegetrokken (ook auto erachter)
Autobus: motorvoertuig ingericht voor vervoer van > acht personen zonder bestuurder
Bromfiets: voertuig op twee, drie of vier wielen dat maximaal 45 km/u mag, geel kenteken
Brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, gesloten carrosserie, kleine personenauto’s, wit rond bord
met rode rand, getal 45 achterop, geel kenteken.
Bijzondere bromfiets: bijvoorbeeld een Segway (geen rijbewijs voor nodig, wel verzekeringsplaatje)
Gehandicaptenvoertuig: voertuig met of zonder motor dat niet breder is dan 1,10 meter, maximaal 45 km/u
mag rijden geen bromfiets, geel verzekeringsplaatje
Landbouw of bosbouwtrekker: ontworpen voor trekken duwen of dragen van voertuigen en aanhangwagens
voor landbouw of bosbouw
,Lijnbus: motorvoertuig voor openbaar vervoer, meestal autobussen, soms taxi of personenauto’s als lijnbus
Motorfiets: motorvoertuig op twee wielen, met of zonder zijspan of aanhangwagen
Motorrijtuigen: alle voertuigen met een motor, behalve trams en elektrische fietsen
Motorvoertuigen: alle voertuigen met een motor, behalve trams, elektrische fietsen, bromfietsen en
gehandicaptenvoertuigen
Mobiele machine: maximaal 25 km/u, uitvoeren van werkzaamheden (graaf of veegmachine). Mobiele
machines en trekkers hebben afgeknotte oranje driehoek achterop
Snorfiets: bromfiets die niet sneller kan dan 25 km/u, blauw kentekenplaat
Voorrangsvoertuig: motorvoertuig met signalen (flits/geluid) zoals politie, brandweer of ambulance
Vrachtauto: niet ingericht voor vervoer van personen, maximummassa meer dan 3500 kg
Begrippen wegen en weggedeelten
Autosnelweg: Aangeduid met eerste bord onderaan, afgesloten met tweede bord
Autoweg: Aangeduid met derde bord onderaan, afgesloten met vierde bord
Busbaan en busstrook: losliggende rijbaan, doorgetrokken of onderbroken strepen met BUS(LIJN), aangeduid
met vijfde bord onderaan, afgesloten met zesde bord
Doorgaande rijbaan: rijbaan zonder invoeg en uitrijstroken
Fietsstrook en (fiets)suggestiestrook: deel van rijbaan voor fietsers, soms aangeduid met fiets, anders
suggestiestrook
Haaientanden: aangebrachte voorrangsdriehoeken
Invoegstrook en uitrijstrook: blokmarkering die de strook van doorgaande rijweg afscheid, bedoeld voor
bestuurders die de baan op willen rijden of juist willen verlaten
Kruispunt: kruispunt, T-kruising, Y kruising, Y splitsing (Y andersom)
Parkeerhaven of –strook: verharding langs de rijbaan, bestemd voor stilstaande voertuigen
Passeerstrook: rijstrook om voertuigen onder 25 km/u in te halen (tractor teken)
Puntstuk: meerhoekig vlak waar wegen splitsen of bij elkaar komen, niet op rijden
Rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte, uitgezonderd fietspaden
Rijstrook: een gedeelte van de baan met doorgetrokken of onderbroken streep voor voertuigen met meer dan
twee wielen
Spitsstrook en plusstrook: als vluchtstrook gebruikt wordt als extra rijstrook is dat een spitsstrook, plusstrook
links is extra voor betere doorstroming in drukke tijden (smaller)
Uitwijkplaats: speciaal gedeelte links of rechts om uit te wijken bij tegemoetkomend verkeer
Verdrijvingsvlak: schuine strepen op deel van rijbaan, niet op rijden
Vluchthaven- of strook: doorgetrokken streep, alleen te gebruiken voor noodgevallen
Wegen: alle voor openbaar verkeer openstaande wegen of paden, inclusief bruggen, duikers, bermen of
zijkanten
Overige begrippen en bepalingen
Rechts houden: op redelijke afstand van trottoir en berm
Sturen en uitzicht: je moet ongehinderd kunnen sturen en uitzicht aan alle kanten hebben
Bellen en social media: dit is verboden, handsfree bellen mag wel maar kan gevaarlijk zijn
Voorrang verlenen: voorrang geven, niet hinderen, afremmen, stoppen op de juiste plek
Voor laten gaan: blinden met stok, personen die zich moeilijk voortbewegen
Administratieve verplichtingen: verplicht bij; geldig rijbewijs, kentekenbewijs, WA-verzekering voor voertuig
afgesloten, motorrijtuigbelasting voertuig betaald, eventueel casco- of all risk verzekering (schade eigen auto)
Onnodig geluid: is verboden, met gaspedaal spelen of onnodig claxonneren
Slepen en gesleept worden: verboden als de afstand > 5 meter is tussen de auto’s
, Passagiers vervoeren: echte zitplaats nodig voor volwassenen, uitgezonderd kinderen tot 18 < 1.35 meter op
kinderzitplaats met gordel en rolstoel passagiers die worden vastgezet
Autogordels: niet meer personen dan gordels, iedereen boven 1.35 moet altijd de gordel om, gordel moet over
schouder en borst, niet hals of achter de rug
Zwangere vrouwen: moeten ook een gordel om, om de buik heen (boven en onder)
Kinderbeveiligingsmiddelen: baby- en kinderstoeltje of zittingsverhoging moeten goedgekeurd zijn en een ECE-
keuringslabel hebben
Voorairbag: Bij voorairbag moet je kinderzitje of babystoel naar de airbag toe plaatsen
Weinig ruimte achterbank: kind boven de drie mag tussen zitjes autogordel gebruiken
Opsporing en rechtspraak strafrecht
Overtredingen: bijv rijden door rood, verkeerd parkeren, te hard rijden
Misdrijven: onder invloed alcohol/drugs, doorrijden na ongeval, rijden tijdens ontzegging
Lichte overtredingen: ook wel Wet-Mulder-gedragingen, bekeuring via post en betalen
Zwaardere overtredingen: proces verbaal politie, naar officier van justitie: seponeren (niet tot vervolgen
overgaan), schikking/transactie (boete), dagvaarding (rechter)
Misdrijven: hoge boete, eventueel gevangenisstraf of ontzetting rijbevoegdheid: schuldig aan ongeval met
dood/letsel tot gevolg, plaats ongeval verlaten, motorrijtuig besturen terwijl rijbewijs niet geldig is, besturen
van motorrijtuig bij ontzegging, rijden onder invloed, rijden van motorrijtuig met vals kenteken, roekeloos
rijden
Invordering ter plekke: directe invordering door politie bij zeer hoge alcoholwaardes, niet mee willen werken
aan alcoholonderzoek, meer dan 50 km te hard
Aansprakelijkheid en bevoegdheid strafrecht
Opsporingsambtenaar: bevoegdheid stopteken, aanwijzingen, bevelen, kentekenbewijs vragen,
alcohol/drugstest, rijverbod max 24 uur, rijbewijs innemen, kentekenbewijs innemen, brandstof controleren
Educatieve maatregelen bestuursrecht
Om alcoholmisbruik en onveilig verkeersgedrag terug te dringen:
LEMA: lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer; verplichte cursus van twee dagdelen van CBR over risico
alcoholgebruik in het verkeer
EMA: educatieve maatregel alcohol en verkeer; verplichte driedaagse cursus van CBR over risico’s
alcoholgebruik in het verkeer invloed alcohol op rijgedrag en lichaam
EMG: educatieve maatregel gedrag en verkeer; verplicht individueel voorgesprek, een hele cursusdag en twee
halve dagen risico’s en gedrag in het verkeer
Wanneer je gevaarlijk rijgedrag vertoont
Meer dan 50km in bebouwde kom te hard rijdt (30km te hard bij wegwerkzaamheden)
Hoofdstuk 3: Verkeerstekens en aanwijzingen
Drie soorten: verkeersborden, verkeerstekens op wegdek, verkeerslichten
Verkeersborden
Parkeerverbod: geldt alleen aan één kant van de weg, als er zone bijstaat geldt het voor de hele zone
Onderborden: geven aan wanneer een bord geldt, voor wie het geldt, voor wie niet, waar het geldt en extra
informatie
Snelheidsborden: maximumsnelheid of adviessnelheid of einde daarvan, soms voor zones
Voorrangsborden: voorrangsweg, voorrang krijgen, voorrang geven en stoppen
Geslotenverklaringen: bepalen wie een weg wel of niet in mag, rood rond bord of blauw met pijl, symbolen
laten zien voor wie het geldt
Richtingsborden: verplicht een aangegeven richting volgen, volgens de pijlen (ook rotonde)
Parkeer en stilstaan borden: kant van de weg, niet parkeren, niet stoppen, gehandicapten
Overige geboden en verboden: inhalen of niet, tegenliggers voorgaan of niet, wie waar rijdt
Borden ter aanduiding van verkeersregels: duiden autosnelweg, erf, voetpad, fietspad of ruiterpad aan
Bebouwde kom binnenrijden of verlaten: Helmond in/uit
Waarschuwingsborden: wijzen op dreigend gevaar
Bewegwijzeringsborden en informatieborden: informatie over richting die je moet nemen, verloop route of
wegindeling (indeling rijstroken)