1. Ontwikkelingspsychologie bekijkt menselijk beleven en gedrag in het kader van verandering.
De ontwikkelingspsychologie is gericht op het hele mensenleven, van voor de geboorte tot
aan de dood. De kinderpsychologie is hier een onderdeel van, de kinderpsychologie is gericht
op de eerste 14 levensjaren.
2. In de middeleeuwen was de pedagogiek gebaseerd op traditie en autoriteit. De kinderen
werden in de middeleeuwen gezien als kleine volwassenen. Steekwoorden: Nadoen en
onthouden. Soms werd zelfs eten of drinken ontzegt, wanneer een kind het niet kon
onthouden.
3. In ouderdagboeken werd alles vastgelegd. Hierin werden de observaties van het kind
genoteerd. Dietrich Tiedemann (filosofieprofessor) maakte een begin met de
ouderdagboeken. Wilhelm Thierry Preyer heeft de eerste 3 levensjaren van zijn zoon
vastgelegd in het boek: ‘Preyers lectuur Doe Seele des Kindes (1881). Dit boek vormde de
basis voor de kinderpsychologie.
Les 2
1. Zuigverloop bij het pasgeboren kind: Het pasgeboren kind zoekt actief naar de tepel, met
draaiende hoofdbewegingen. Heeft het de tepel in de mond, dan stoppen de
draaibewegingen onmiddellijk. Het kind neemt dan ook meteen de juiste lichaamshouding
aan die is afgestemd op het zuigproces. Dit gedrag beheerst een kind vanaf de geboorte en
kan dus ook een reflex genoemd worden.
2. Middels de oriëntatiereflex vertoont het kind een aantal karakteristieke fysiologische- en
gedragsreacties wanneer een nieuwe, onverwachte prikkel optreed in de omgeving. Zo zullen
de ogen van het kind groter worden, het elektrische geleidende vermogen van de huid wordt
groter etc. Deze reactie blijft in stand zoals de prikkel ‘nieuw’ is voor het kind. Wanneer de
nieuwe, onverwachte prikkel meerdere keren optreedt dan verminder de ‘nieuwheid’ van de
prikkel en verdwijnt de oriëntatiereactie. Dit minder worden en het uiteindelijk verdwijnen
van de oriëntatiereactie wordt habituatie (gewenning) genoemd.
3. Huilen kan voortkomen uit: honger, onwil, pijn, protest. Middels het huilen communiceert
het kind met zijn omgeving. Contactonderbreking is het afwenden van de blik en het
verstijven van het lichaam; dit zijn communicatieve handelingen. Het kind kan
contactonderbreking bewust inzetten en zegt hiermee eigenlijk: ’probeer het nog een keer,
doe het beter, dan krijg je van mij een nieuwe kans’. Contactonderbreking vindt plaats om op
een hoger niveau opnieuw contact te kunnen leggen.
Les 3
1. Als een fel licht richting de buik van de moeder wordt gebracht, gaat de hartslag van de
foetus onmiddellijk omhoog. Hij heeft dus al een goed ontwikkeld gezichtsvermogen. Door
de buik van de moeder heen onderscheidt hij al licht en donker. Beter dan zien nog kan de
ongeborene horen. Tijdens de laatste maanden van de zwangerschap herkent het kind de
stem van de moeder en ook van de vader. Dit getuigt van herinneringsvermogen en
leervermogen.
, 2. De wetenschappelijke psychologie zegt dat zelfs herinnereingen aan gebeurtenissen in de
eerste levensjaren bijna niet mogelijk zijn, hiermee lijkt een herinnering aan het prenatale
zielenleven helemaal onmogelijk. De dieptepsychologie daarentegen zegt dat dit wel
mogelijk is. Met de ongeborene kan op de een of andere manier omgegaan worden en het
kind voelt dit. Het ongeboren kind hoort bijvoorbeeld ook de geluiden die uit de omgeving
van zijn moeder komen.
3. De psychoanalyse beschrijft dit als: het kind beleeft in de baarmoeder de totale bevrediging
van behoeftes zonder iets daarvoor te moeten doen. Dat is voorwaar een paradijselijke
toestand.
Les 4
1. De dieptepsychologie legt de geboorteschreeuw uit als reactie op het geboren worden.
Volgens dieptepsychologen wordt de mens niet gevraagd of hij ter wereld wil komen of niet,
hij moet. En de wereld is koud en vijandig. Vanuit de filosofie omschrijft de
geboorteschreeuw als ‘in de wereld geworpen worden’, de reactie hierop is het schreeuwen
en huilen. Volgens de filosofen zijn wij veroordeeld tot het zijn en leven wij ons leven niet
omdat wij ervan houden maar omdat het geleefd moet worden. Uit cultuurhistorisch
perspectief kan hierop geantwoord worden dat het perspectief van de geboorteschreeuw als
reactie op de vijandelijke wereld pas werd bedacht in de 20 e eeuw. In de middeleeuwen
kreeg men het leven uit de hand van god. Toen heeft niemand de geboorteschreeuw als
reactie op de zinloosheid van het leven geïnterpreteerd.
2. Volgens de dieptepsychologen roept de weg door het geboortekanaal met ademnood en het
gevaar om vast te komen zitten ‘oerangst’ op. Deze oerangst wordt dan later opnieuw
beleefd en vormt de basis van alle angsten. Bij het neurotische basisconflict wordt er
gesproken over het conflict tussen ‘de wens om terug te gaan naar de moederschoot’ en
‘voor de angst voor herinnering aan de geboorte’. Beide, wens en angst, veroorzaken een
neurotisch conflict (omdat er geen uitweg is: twee psychische neigingen vechten tegen
elkaar)
3. Hersenbeschadiging in de vroege kindertijd kan verschillende uitwerkingen op het gedrag
hebben. Het kind kan wat langzamer zijn in zijn/haar gedrag, of misschien juist sneller,
onbestendiger, impulsiever. In de meeste gevallen is er geen sprake van een stoornis, de
kinderen hebben hooguit meer tijd nodig op school.
Les 5
1. De mens kan te vroeg geboren worden wanneer de grootte van het hoofd en de nauwheid
van het geboortekanaal een grens bereikt hebben: het kind kan er nog net doorheen. De
volgroeiing van de lichamelijke systemen (zoals bijv. lopen maar niet ademene en zuigen),
wordt dan naar buiten verplaatst. Daarnaast wordt een kind ‘te’ vroeg geboren omdat het
kind al behoefte heeft aan de ontwikkeling van sociaal contact
2. Het proces van de taalverwerving (bij de zuigeling) is het horen van verschillende klanken van
verschillende personen, maar bovenal van de moeder. Het kinderlijke brein zoekt constant
naar terugkerende reeksen van klanken, die het kind gaat herkennen.
3. Xenofobie is de angst voor vreemden. In een reguliere ontwikkeling treed deze angst meestal
met acht maanden op. Het kind doet eenkennig (wil bijv. alleen bij moeder zijn). Het is een
reactie op het feit dat de buitenstaander geen onderdeel uitmaakt van het gezin; en dus
gevaar betekent.
Les 6
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur karinverburg98. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.