WERELDGESCHIEDENIS VAN BELGIË
1. INLEIDEND COLLEGE
1.1 WAAROM EEN HISTORISCH PERSPECTIEF ? HOE GAAT EEN HISTORICUS TE WERK ?
1.1.1 UITGANGSPUNT : HEDENDAAGSE SAMENLEVING
• Thema’s die beschouwd worden als eigen aan een “moderne” samenleving
• Historische dimensie
o Of weinig rekening mee houden
o Of afgeschilderd als rooskleurig, beter, minder complex of net het tegendeel
o Of (onjuist) toegeëigend
Geschiedenis leeft en is overal → bv. architectuur, standbeelden, musea, straatnamen…
• Geschiedenis in beelden, monumenten…: berucht Leopold II monument in Oostende
en Lumumbaplein Brussel.
• Geschiedenis in musea: Kazerne Dossin in Mechelen, Red Star Line Museum in
Antwerpen
• Geschiedenis in lezingen, herdenkingsboeken, documentaires: 50 jaar bilaterale
akkoorden met Turkije en Marokko
• Geschiedenis en producten: eerste parfum ”7411” verwijst naar adres in Keulen, Primus
in 1288 is fout (reden: het geeft idee dat product heel goed moet zijn)→ juist en valselijk
gebruik voor aflijnen van bedrijfsidentiteit
Geschidenis laat ook voortdurend sporen na in onze gesprekken en handelingen bv. “alternative facts”
van Donald Trump, eigentijdse migratievraagstuk, ecologische crisis, repercussies van mondiale credit
bust (2008) → voortdurend wordt te pas en te onpas op publieke media (internet,
actualiteitsprogramma’s, opiniestukken) de geschiedenis ingeroepen als houvast én richtsnoer voor
mens en maatschappij.
Een “afgedankte” herinnering? Zaken vergeten of anders interpreteren. Bv. kolom in
Brussel, monument ter ere van Nationaal congres 1830-1831 waar de nieuwe grondwet
werd geschreven. Dus toen had het ook die betekenis: het schrijven van de belgische
grondwet. Bediscussieerd en gestemd: sinds einde WOI monument voor de onbekende
soldaat. Op 11/11 wordt het gebruikt als herdenking. Monument heeft dus andere
betekenis gekregen. Herinneringen kunnen dus wijzigen.
1.1.2 VEELVULDIG GEBRUIK /MISBRUIK VAN DE GESCHIEDENIS
Geschiedenis gebruiken om bepaalde belangrijke herinneringen “levend” te houden
• Via monumenten, beelden…
• Via films, romans…
• Via musea
Geschiedenis gebruiken voor groepsvorming/identiteitsopbouw
1
, • Van gemeenschappen, groepen, klassen…
• Van bedrijven, merken…
• Herinnering als machtstrijd: wie herinnert zich wat en waarom? Voor welke redenen? →
iedereen lijkt een andere mening te hebben over het verleden en wil die met evenveel
autoriteit en stelligheid verdedigen.
1.1.3 GESCHIEDENIS ALS ACADEMISCHE DISCIPLINE AAN DE UNIVERSITEIT
• Academische reflectie is geen sinecure, omdat iedereen elkaar voortdurend over de inhoud en
de interpretatie van dat verleden lijkt tegen te spreken. Bv. 1789 is Franse Revolutie, maar
waar de oorzaken lagen (laat staan de verschuivende betekenissen die we er vandaag aan
toekennen) is minder makkelijk vast te stellen. → dé geschiedenis bestaat niet.
• Studie van het verleden, los van misleidend, valselijk en instrumenteel gebruik ervan voor
eigentijdse politieke, ideologische, commerciële, religieuze… motieven
• Marnix Beyen in DM 7/1/2014 (“Het nazispook van De Wever (nva) en Moureaux (ps) maakt
van geschiedenis opnieuw een hoer en huurling”): “historisch begrip kan het politieke inzicht
echter alleen maar verhogen indien het verleden niet wordt gebruikt als een hoge hoed
waaruit naar believen doorzichtige analogieën vergelijkingen en een-op-eenrelaties worden
getoverd.” → andere persoonlijkheden en politieke partijen maar toch zelfde strategieën
gebruiken om te misleiden.
1.1.4 GESCHIEDENIS OP HET WEB : INFORMATIEMAATSCHAPPIJ , MAAR OOK VEEL MISINFORMATIE
Informatietiemaatschappij maakt het belangrijk om te kunnen onderscheiden wat goede en wat
foutieve informatie is. Denk maar aan gebruik van Wikipedia: gebruik het enkel als een eerste
informatiepoort: ga dan naar de voetnoten van Wikipedia. Gebruik het op een kritische manier:
attitude van “ja maar”.
Bijvoorbeeld “Herdenking Eerste wereldoorlog is te Vlaams”. WOI in de eerste plaats een Belgisch
verhaal: vol trots strijden voor eigen vaderland, en geloven oprecht in Belgische belangen. → WOI was
belangrijk voor Vlaanderen, maar Vlaamse soldaten gaven hun leven voor België en niet voor
Vlaanderen. Uit brieven en dagboeken: veel plichtsbesef en vaderlandsliefde voor België.
Bijvoorbeeld “Nooit meer oorlog”: motieven zouden absurd en zinloos zijn geweest, onjuist.
Bijvoorbeeld een “invented tradition”: Leeuw van vlaanderen, 11 juliviering… → Gebeurtenis wordt
uitvergroot en wordt geconstrueerde herinnering. Geschiedenis wordt toegeëigend: 11 juli 1302:
historische mythe, er heeft veldslag plaatsgevonden maar betekenis in natievorming onjuist, want
allianties niet volgens taalstrijd/communautair conflict, maar feodaal conflict (graafschap Namen bij
Vlaanderen vs. Hertogdom Brabant)
1.1.5 GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT
Wat doet een universitair historicus dan wel?
Zo objectief mogelijk naar verleden proberen kijken. Hoe wordt mate van objectiviteit bepaald?
Gebruik van primaire bronnen (bronnen die teruggaan tot de tijd zelf). Bewust zijn van je eigen positie
en steeds actief reflecteren en kijken hoe andere historici kijken naar bepaalde gebeurtenissen (bv. 50
jarige witte man kijkt anders naar verleden dan 20 jarige zwarte man).
2
, • Kritische studie van het verleden: neem nooit zomaar aan wat je leest over het verleden.
• Van groot belang in onze “digitale kenissamenleving”
o Belang van betrouwbare informatie
o Zoeken en vinden (“heuristiek”)
• Kritische zin en nieuwsgierigheid essentieel: feiten – datakannis nooit doel op zich. Historici
zijn geen wandelende encyclopediën, maar wel weten waar je betrouwbare info kan vinden.
• Geen passieve opleiding (“papagaaien”): zelf actief op zoek gaan (ondernemingszin)
• Via studie van originele bronnen en bestaande literatuur (“historiografie”)
• Historicus houdt zich aan bepaalde wetenschappelijke “spelregels”, die zelf ook veranderd zijn
doorheen de tijd
1.1.6 GESCHIEDENISMETHODE IN 3 STAPPEN (!)
Eigen aan de wetenschappelijk gegroeide interpretatie of (re)constructie
van verleden gebeurtenissen of feiten, is dat ze steeds drie terugkerende
fases volgt.
Eerst zijn er gebeurtenissen, feiten, evenementen waarin je geïntresseerd
bent. Daarna op zoek gaan naar (primaire) bronnen.
Feit ≠ historische reconstructie ≠ fictie → Maar: dé geschiedenis bestaat niet
Historische reconstructie voorbeelden:
• Foto van hoe de loopgraven in WOI eruit zagen: primaire bron. Hebben we info over fotograaf?
Over doel?
• “De Grote Oorlog” boek: boek dat zowel breed publiek aanspreekt als wetenschappelijk vrij
goed is. Het is een wetenschappelijk verantwoordelijke reconstructie
• De film “all quiet on the western front”: geen goede historische inkijk. De finaliteit van de film
is filmkijkers in de zalen krijgen en niet per se een juiste reconstructie en geschiedkundig juist
zijn. Dat is een fictie, maar het blijft een historische film.
Historische methode
Historicus (re)construeert een verleden gebeurtenis of feit:
• aan de hand van origineel bronnenmateriaal en bestaande wetenschappelijke literatuur
(voetnoten!)
• volgens een wetenschappelijk, kritische onderzoeksmethode: plausabiliteit/waarschijnlijkheid
staat centraal
• in een narratief (verhaal): beschrijving, zoeken naar betekenis, samenhang, oorzakelijkheid,
verklaring…
• vijf W-vragen:
o Wat?
o Wanneer?
o Waar?
o Wie?
o Waarom?
3
, Fase I: Heuristiek (bronnen)
• Heuristiek: hoe vind ik bronnen? (zoekinstrumenten)
• Actief op zoek gaan naar “bronnen” of getuigenissen/sporen die ons iets kunnen vertellen over
een gebeurtenis/feit
• Schriftelijke stukken
o Voor breed publiek
▪ Kranten
▪ (Auto)biografieën
▪ Jaarrekeningen
▪ Fictie (fictie uit tijd zelf kan wel interessant zijn, hoe keek men toen naar bv.
WOI?)
▪ …
o Niet gepubliceerd
▪ Brieven
▪ Dagboeken
▪ …
o Niet voor publiek (bewaard in archieven bv. Algemeen Rijksarchief Brussel,
Rijksarchieven in de Provinciën…)
▪ Administratieve stukken
▪ Rekeningen
▪ Archieven politie, justitie…
• Niet-geschreven bronnen
o bij gebrek aan geschreven bronnen
o Bijkomende informatie
o Materiële resten (bv. door opgravingen, concentratiekampen…)
▪ Voorwerpen
▪ Gebouwen
▪ Het landschap (bv. granaatinslagen)
▪ Wapens
▪ Machines
▪ Afvalputten
▪ (Industriële) archeologie
▪ Hulpwetenschap en technieken
o Audio-visuele en digitale sporen (bv. foto van de arrestatie van Gavrilo Princep op 28
juni 1914)
o Mondelinge overlevering (bv. interviews met oud-strijders)
Fase II: Historische kritiek (methode)
Bronnen die dienstig zijn kunnen niet om het even welke manier worden gebruikt of geïnterpreteerd
→ historicus moet de nodige “historische kritiek” uitoefenen om de belangrijke én betrouwbare
informatie over het verleden te achterhalen.
Tijdens de methodologische fase gaat de historicus zeer kritisch om met zijn bronnen:
• Externe kritiek: authenticiteit en datering van de bron bepalen (uitsluiten van vervalsingen)
4