Hoofdstuk 1
Bebouwing en verstedelijkingsprocessen
1.1 uiteenlopende leefomgevingen
Open ruimte Bebouwde ruimte
Kenmerken: Gebied voor:
- Openheid primeert - Wonen
- Niet bebouwde ruimte - Industrie
overweegt - Handel
- Structuurbepalend: natuur, bos - Diensten
en landbouw - verkeersinfrastructuur
Functies: functies:
- Landbouw en bewoning - bewoning, industrie en verkeer
Bewoning: bewoning:
- Verspreid en geconcentreerd - geconcentreerd
Je woning kan liggen in een bebouwde kern, gekenmerkt door
geconcentreerde bewoning, of erbuiten, in dat laatste geval spreekt met van
verspreide bewoning.
De grootte (in aantal inwoners, in oppervlakte) van de bebouwde kern waarin
je woning gelegen is, kan grote verschillen tonen.
De ligging in de ruimte: je bebouwde kern of alleenstaande woning kan op het
platteland liggen, relatief ver van andere kernen of de kern kan dichtbij een
grotere kern liggen.
De aard en het uitzicht van de woningen verschillen: eengezinswoningen,
appartementswoningen, eenvoudige of meer luxueuze woningen.
De bevolking kan uiteenlopende kenmerken vertonen: jonger of ouder, rijker of
armer, meer of minder allochtonen,…
De omgeving kan aangenaam zijn (net, groen) of meer verloederd.
De functie van de kern waarin je woont kan naast de woonfunctie meer op
land gericht zijn, kan industriële activiteiten omvatten, veel handelszaken
tellen,..
, De voorzieningen die je in een kern vindt verschillen: aantal en aard van de
winkels, horeca; culturele- en sportvoorzieningen,…
Het verkeer kan er druk zijn of niet, de kern kan goed of minder goed door het
openbaar vervoer ontsloten zijn.
Oorzaken voor versnippering door bebouwing:
- geen bodembestemmingsplannen
- goedkope aanleg
- goedkope gronden
- op zoek naar groen
Gevolgen van versnippering:
- meer bebouwing in de open ruimte, verder van de stad
- uitbreiding van plattelandskernen
- bedrijven langs verkeersinfrastructuur (toegankelijkheid)
- minder open ruimte en meer versnippering
Een verkaveling is het verdelen of het herverdelen van een stuk grond in
verschillende kavels met het doel er een constructie op te trekken.
Een verkaveling kan in eerste instantie bestemd zijn voor woningbouw of voor
het opstellen van vaste of verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning
kunnen worden gebruikt, in tweede instantie voor de bouw of aanleg van
industriële, ambachtelijke of commerciële gebouwen, constructies of terreinen.
Een combinatie van de twee mogelijkheden is eveneens mogelijk.
1.2 De morfologische structuur
Wat is de morfologische structuur? Dit is het voorkomen van
verstedelijkingselementen die fysisch zichtbaar zijn in het landschap. Dit wordt
uitgedrukt als het aandeel van de verstedelijkte oppervlakte in de totale
oppervlakte.
Waardoor wordt de visuele morfologische verstedelijkingsgraad bepaald?
- Bevolkingsdichtheid
- Bewoningsstructuur (verspreid <-> geconcentreerd)