UROLOGIE
OBSERVATIES
WEET WELKE OBSERVATIES JE DIENT UIT TE VOEREN IVM URINE/MICTIE
Bij de urinelozing observeren we macroscopisch de diurese, de frequentie en de bijzonderheden. Bij de urine
wordt de kleur, de geur en de helderheid geobserveerd.
OMSCHRIJF DE VERSCHILLENDE OBSERVATIES IVM URINE NADER
DIURESE (HOEVEELHEID)
De gemiddelde urineproductie of debiet per 24u bij een volwassene is 1200 tot 1500ml.
De diurese is afhankelijk van:
• Hoeveelheid vochtinname
• Hoeveelheid vochtuitscheiding langs andere wegen bijvoorbeeld braken, diarree, transpiratie
• Geneesmiddelen (diuretica, opiumderivaten)
• Aandoeningen (hartaandoening, nierproblemen)
Afwijkingen:
• Polyurie
o = verhoogde urineproductie
o Meer dan 2 liter per 24 uur bij een volwassene
• Oligurie
o = verminderde urineproductie
o Minder dan 500 ml per 24 uur bij een volwassene
• Anurie
o = onvermogen van de nieren om urine te vormen
o De urineproductie is minder dan 50 ml per 24 uur
• Nycturie
o = urineproductie is ‘s nachts groter dan overdag.
FREQUENTIE
De normale frequentie bij een volwassene is 4 tot 6 keer per dag. Telkens ongeveer 200 tot 300ml urine per
lozing. Door onderdrukking van de aandrang kan de urinelozing worden uitgesteld maar bij 400 tot 500cc zal dit
niet meer (goed) lukken.
Afwijkingen
• Pollakisurie
o = meerdere keren plassen zonder dat de hoeveelheid veranderd.
o ≠ polyurie
GEUR
De urine is geurloos. Enkel als je deze bewaard op kamertemperatuur kan deze naar ammoniak ruiken.
Afwijkingen
• Sterke ammoniakgeur bij infectie
• Zoete geur door glucosurie
,BIJZONDERHEDEN
Bij het urineren kunnen de volgende problemen geobserveerd worden:
• Dysurie
o Moeilijk kunnen urineren
• Niet kunnen uitplassen
o Urineretentie = een onvolledige blaaslediging na een urinelozing.
o Residu = de urine die achterblijft in de blaas
• Pijn, branderig gevoel bij het urineren
• Slappe straal, nadruppelen
• Problemen met de continentie (= incontinentie)
• Onwillekeurige urinelozing, bedplassen (= enuresis)
KLEUR
Normaal: lichtgele kleur
Deze kleur is afhankelijk van de concentratie. Geconcentreerde urine ziet er donkerder uit (vb. urine ‘s
ochtends). De kleur kan beïnvloed worden door de voeding of medicatie.
De mogelijke afwijkingen van de kleur van de urine:
• Donkerbruine urine
o → bij een hoog gehalte van bilirubine (= galkleurstof)
• Licht gekleurde urine
o → als de concentratie van de urine laag is bij een hoge urineproductie
• Roodbruin, vleesnatkleur
o → bloed in de urine (= hematurie).
De aanwezigheid van bloed in urine (hematurie) kan micro- of macrohematurie zijn.
HELDERHEID
Urine is helden zonder zichtbare bestanddelen. Na lang bewaren van de urine kan een lichte troebel ontstaan.
Afwijkingen: troebel door:
• Troebel door infectie door bacteriën
• Aanwezigheid van slijmen
o Vaginale afscheiding
o Sperma
,URINEONDERZOEK
UITLEG GEVEN AAN EEN ZORGONTVANGER OVER URINEONDERZOEKEN
Er zijn enkele aandachtspunten die belangrijk zijn om te onthouden bij een staalafname:
Ochtendurine is aanbevolen.
• Hogere concentratie van stoffen die worden uitgeplast
• Veel afvalstoffen in de blaas maar weinig vocht
• Concentratie opgeloste stoffen veel groter dan overdag
• Kleur van urine = donkerder
Verder is het belangrijk om een zuiver en/of steriel recipiënt te gebruiken. Ook zullen we het staal koel
bewaren. Anders:
• Bacteriële groei verdubbeld iedere 20 minuten
• pH wordt alkalisch
• Er ontstaat cel afbraak
GEEF DE NORMALE EN AFWIJKENDE ZAKEN BIJ EEN URINEONDERZOEK WEER
,DE BELANGRIJKSTE URINEONDERZOEKEN TOELICHTEN (WAT, WAAROM)
ROUTINE ONDERZOEK
Hierbij worden volgende zaken aangetoond:
• Aspect (kleur, geur en hoeveelheid)
• pH
• Soortelijke gewicht
• Aanwezigheid van stoffen die niet thuishoren in urine
MICROSCOPISCH ONDERZOEK
Onderzoeken/opsporen van:
• Rode bloedcellen (hematurie)
• Witte bloedcellen (pyurie)
• Cilinders (albumine)
• Bacteriën
• Epitheelcellen
• Urinezuurkristallen
Het microscopisch onderzoek wordt uitgevoerd op het urinesediment. Dit wordt verkregen door urine te
centrifugeren in een reageerbuis. De resterende urine wordt verwijderd en het sediment wordt onderzocht.
Onderzoek van het sediment gebeurt het best op verse geconcentreerde urine (= ochtendurine).
CHEMISCH ONDERZOEK (VIA TESTSTROOK OF TABLET)
Bij dit onderzoek wordt de aanwezigheid gecontroleerd van:
• Proteïne (albumine)
• Glucose
• Erytrocyten
• Ketonen
• pH waarde
o Altijd vers staal gebruiken
o Normaal: tussen 4,5 en 8
o Gemiddelde pH = 6
• Urobiline en bilirubine
• Nitriet
• Leukocyten
De werking is gebaseerd op kleurverandering en levert vrijwel onmiddellijk resultaat op. Na de maaltijd of na
braken wordt de urine alkalisch.
Voorbeelden testen:
• Acetest (tabletten)
• Albustix (teststrookjes)
Het kwalitatieve onderzoek wordt meestal uitgevoerd via speciale teststroken of sticks. Met urinesticks kan
men via testvakjes snel weten of een bepaalde stof al dan niet aanwezig is in de urine.
Vaak is de betrouwbaarheid van deze teststroken minder door de aanwezigheid van verstorende factoren.
Bijvoorbeeld
=de invloed van de aanwezigheid van vitamine C op de testvakjes van erytrocyten en nitrieten).
,BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK (= URINECULTUUR)
Wordt uitgevoerd bij een sterk vermoeden van een urineweginfectie. Een infectie wordt meestal veroorzaakt
door nitraat reducerende bacteriën. Hierdoor zullen we nitriet terugvinden in de urine.
Het correct afnemen van het staal is afhankelijk van:
• Aseptisch afnemen
• Concentratie van urine
o Voldoende geconcentreerd
• Transport en analyse van urine (binnen het uur)
o Urine is een goede cultuurbodem zonder antibacteriële eigenschappen
o Urinaire pathogenen zijn sneller groeiers die verdubbelen binnen 30 min
o Staal bewaren in koelkast tot voor enting
• Antibiotica gebruik voor staalonderzoek
o Vermijden!
o Indien reeds antibiotica genomen, vermelden op aanvraagformulier
• Vermijden dat antiseptica bij urine wordt toegevoegd
o Bijvoorbeeld: instilleergel, recipiënt
NORMALE EN AFWIJKENDE ZAKEN BIJ EEN URINEONDERZOEK OMSCHRIJVEN
PYURIE
= als er meer dan 5-10 witte bloedcellen per veld gevonden wordt.
Aanwezigheid van leukocyten wijst op:
• Urineweginfectie
• Ontstekingsproces in urinewegen of nieren
Witte bloedcellen kunnen voorkomen bij:
• Infectie van de urinewegen
• Medicatie
o Analgetica
o Antibiotica
o Anticoagulantia
• Zwangerschap
HEMATURIE
Rode bloedcellen (micro + marco) kunnen voorkomen bij bloeding, infectie, menstruatie, vergroting van de
prostaat, urinewegstenen, carcinoom, trauma of andere pathologie aan de nieren/urinewegen.
Soorten hematurie
• Macroscopische hematurie
o Met blote oog zichtbaar
o Postoperatief
o Door trauma na katheterisatie
o Bij traumatisch manipuleren katheter
• Microscopische hematurie
o < 3 RBC per gezichtsveld
o Teststrip → kwalitatief
o Urinesediment → kwantitatief
De vorm van de erythrocyten kan meer duiding geven over de oorsprong van de hematurie.
• Normale vorm → urologische oorsprong
• Dysmorfe vorm → renale oorsprong
,We spreken van pathologie als er 3 tot 5 RBC per gezichtsveld gevonden wordt. Mogelijke pathologische
oorzaken van hematurie zijn:
RENALE OORZAAK POSTRENALE OORZAAK EXTRARENALE OORZAAK
• Niercarcinoom • Blaas- of • Stollingsdefect
• Glomerulonefritis prostaatcarcinoom • Geneesmiddelen
• Pyelonefritis • Nierstenen
• Nefro- en urolithiasis • Urineweginfectie
GLUCOSURIE
= ontstaat bij overschrijding van de nierdrempelwaarde. De hoeveelheid glucose wijst op de ernst van de
ontregeling. Dit is dus steeds pathologisch.
Glucosurie wijst op:
• Diabetes mellitus
• Zwangerschapsdiabetes
Oorzaak:
• Ontregeling koolhydraatstofwisseling
• Vals positieve uitslag door medicatie
o Vitamine C
o Penicilline
o Aspirine
o Tetracyclines
We moeten dus altijd navragen of deze medicatie ingenomen wordt.
KETONURIE
= wanneer het lichaam vetten verbrandt om energie te verkrijgen.
Mogelijke oorzaken:
• Diabetes mellitus
• Zware lichamelijke inspanning
• Eclampsie
• Braken
• Hongeroedeem
• Koortstoestanden
PROTEÏNURIE
= veroorzaakt door nefropathieën gerelateerd aan het falen van de glomeruli en/of gewijzigde tubulaire
reabsorptie.
Bij vaststellen van proteïnurie via teststrips → 24-uurscollectie om ernst nierschade te bepalen
CILINDERS
= dit zijn afstotingsproducten van de urethers. Dit zijn hierdoor altijd een teken van glomerulaire pathologie.
URINEKRISTALLEN
Deze zijn van belang voor:
• Het opsporen van steenvorming
• De follow-up van specifieke metabole stoornissen
,URINEWEGINFECTIES EN UROSEPSIS
DE VERSCHILLENDE URINEWEGINFECTIES OMSCHRIJVEN NAAR OORZAAK, SYMPTOMEN
EN BEHANDELING
De behandeling bestaat uit antibiotica. Bij een recidiverende infectie zal er verder onderzoek nodig zijn.
Wanneer door een urineweginfectie een bloedvergiftiging of sepsis ontstaan, spreken we van urosepsis.
OORZAAK
CYSTITIS PROSTATITIS (PYELO-)NEFRITIS
(= blaasontsteking) (= ontsteking prostaat) (= ontsteking nierbekken en
nierparenchym)
Gramnegatieve bacteriën uit het • Verblijfskatheter • Pyelonefritis
colon. • Urethrastrictuur Pyogene (= pusvormende)
• Urologische ingrepen bacterie
• Pyelitis
Door bacteriën die vanuit de blaas
naar de nieren gaan. Komen daar
via het bloed of de lymfe.
SYMPTOMEN
CYSTITIS PROSTATITIS (PYELO-)NEFRITIS
(= blaasontsteking) (= ontsteking prostaat) (= ontsteking nierbekken en
nierparenchym)
• Hematurie Toename prostaat specifiek • Abcesvorming
• Pyurie antigen. • Bij openbarsten, pus in
• Pollakisurie nierbekken en urine
(kleine hoeveelheden) Bij rectaal onderzoek zal prostaat • Hoge koorts
• Dysurie pijnlijk en gezwollen zijn. • Rillingen
(pijn) • Hevige pijn in rug of
• Valse mictiedrang !! Bij ouderen vaak weinig flanken
symptomen • Dysurie
!! Bij ouderen vaak • Hematurie
asymptomatisch.
Atypische symptomen:
• Koorts zonder duidelijke
oorsprong
• Malaise
• Plotse incontinentie
• Verwardheid
BEHANDELING
CYSTITIS PROSTATITIS (PYELO-)NEFRITIS
(= blaasontsteking) (= ontsteking prostaat) (= ontsteking nierbekken en
nierparenchym)
Preventie Langdurige antibioticum Antibiotica
• Voldoende vochtinname
• Urineren na coïtus Duur: minstens 2 maanden.
• Geen prikkelende zeep
,GEEF PER VORM VAN URINEWEGINFECTIE DE ONDERVERDELING WEER
CYSTITIS (PYELO-)NEFRITIS
(= blaasontsteking) (= ontsteking nierbekken en nierparenchym)
Gecompliceerd Recidiverend Acuut Chronisch
Uitbreiding naar nieren Minstens 3 episodes = door opstijgende = door recidiverende UWI
of prostaat. van UWI infectie na cystitis of
bacteriëmie. Kan leiden tot chronische
Risicopatiënten: nierinsufficiëntie.
Ouderen en zwangere Vaak bij zwangerschap,
vrouwen DM en na katherisatie.
PROSTATITIS
(= ontsteking prostaat)
Acute bacteriële prostatitis Chronische bacteriële prostatitis
Chronisch pelvis pijnsyndroom Asymptomatische inflammatoire prostatitis
DE FACTOREN MET INVLOED OP URINEWEGINFECTIE DUIDEN EN VERKLAREN
Urineweginfecties komen vooral voor bij vrouwen. Dit doordat zij een kortere urethra hebben. Ook liggen de
openingen dichter bij elkaar. Hierdoor hebben de vrouwen ook meer last van opstijgende infecties (door
kiemen uit het colon = E. Coli
Bevorderende factoren bij prostatitis: Risicofactoren bij pyelonefritis:
• Verblijfskatheter • Obstructie urinewegen
• Urethrastrictuur • Nierstenen
• Urologische ingrepen • Vergrote prostaat
,URINE-INCONTINENTIE
HET VERSCHIL TOELICHTEN TUSSEN DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN URINE -
INCONTINENTIE
URGE-INCONTINENTIE STRESSINCONTINENTIE
= aandrangincontinentie = inspanningsincontinentie
= plots hevige aandrang tot urineren dat niet = verlies van kleine beetjes urine bij oa inspanning,
onderdrukt kan worden. hoesten, lachen en niezen
Dit is de meest voorkomende vorm bij ouderen. Dit is de meest voorkomende vorm bij jonge
vrouwen.
Oorzaken Kenmerken Oorzaak: mannen Oorzaak: vrouwen
Overactieve blaas Mictiedrang Overgewicht Overgewicht
Onwillekeurige Pollakisurie Na prostaat OP Prolaps blaas of uterus
contracties van de
blaaswandspier Nycturie Verzwakte
bekkenbodemspieren
Abnormale positie uterus
OVERLOOPINCONTINENTIE
= verlies van urine uit volle blaas, meestal veroorzaakt door afsluiting of zwakke contractie van de blaas
Oorzaak: kinderen Oorzaak: mannen Oorzaak: M & V
Aangeboren urethrastenose Vergrote prostaat Uitgesproken obstipatie
Fimosis Bepaalde GM
Zenuwbeschadiging
MIXEDINCONTINENTIE
Een combinatie van urge-incontinentie en stressincontinentie.
DE THERAPIEMOGELIJKHEDEN BIJ DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN INCONTINENTIE
KENNEN
ALGEMENE TIPS
• Plassen op vaste tijdstippen
• Geen blaas irriterende vloeistoffen drinken (koffie, cola, thee)
• Voldoende vocht drinken
• Bepaalde medicatie vermijden of op andere tijdstippen nemen
STRESSINCONTINENTIE
Algemene tips +
• Vermageren • Medicatie
• Rookstop • Chirurgie
• Bekkenbodemtraining
, URGE-INCONTINENTIE
Algemene tips +
• Blaastraining
• Mictiedagboek
• Beperken vochtinname
• Correcte toilethouding
• Toilet vlot bereikbaar
• Medicatie: anticholinergica
• Botulinetoxine injectie in blaasspier
• Sacrale neurostimulator
OVERLOOPINCONTINENTIE
Algemene tips +
• Blaassondage
• Medicatie
• Onderliggende oorzaak aanpakken