Positieve psychologie: Les 1
1. Positieve Psychologie
1.1 Wat is Positieve psychologie?
Vroeger: Lag de focus op psychische stoornissen, dus 20 jaar geleden
was er een groot gat over de vragen over geluk creëren.
Basisvraag: Hoe kunnen we het beste uit onszelf en de ander halen?
Focus: Wat gaat er goed?
Nadruk: De nadruk ligt niet op behandeling van psychische
stoornissen, maar op het versterken van mentale fitheid.
Grondleggers: Selgigman en Csikszentmihalyi
Onderzoek: Hondjes zitten in een kooi en om de zoveel tijd krijgen ze
en shock, als ze de hokjes openzetten konden ze weglopen maar gaven
ze opnieuw een shock, uiteindelijke bleven de hondje zitten.
! Er waren wel nog steeds honden die toch naar buiten gingen !
Aangeleerde hulpeloosheid Aangeleerd optimisme
= Aangeleerde hulpeloosheid is het verschijnsel waarbij een mens of
dier geleerd heeft dat hij geen invloed kan uitoefenen op de
gebeurtenissen die hem overkomen.
Optimisme = postieve ingesteldheid van een persoon.
Definitie:
1) De wetenschappelijke en scociale stroming in de psychologie
waarin welbevinden en optimaal functioneren (individueel,
relationeel, organisaties en samenleving) centraal staan.
2) Wat is een goed leven? Wat is geluk en hoe kunnen we dit
bereiken?
Wanneer kunnen we spreken van en optimaal leven, zodat we
zelfs gelukkig kunnen sterven? Hoe kunnen we ons ontwikkelen?
3) PP gaat over de vraag hoe we het beste uit onszelf en anderen
kunnen halen, biedt inzichten en toepassingen die mensen
kunnen helpen tot bloei te komen.
1
,1.2 Wat is het doel van Positieve Psychologie
= zich focussen op positieve ervaringen en kwaliteiten van mensen
= Geluk-o-logie
= De kracht van positief denken
Er komt al een nieuwe lichting: Positieve Psychologie 2.0
= Verzamelt alle tekortkomingen van positieve psychologie nu.
Veerkracht = is het vermogen om te herstellen van stress en
tegenslag.
1.3 Werkt Positieve Psychologie?
= Veel onderzoek en wetenschappelijke onderzoeken naar gedaan!
Een empirische wetenschap: Onderzoeken naar de effectiviteit bij
individuen/organisaties/samenlevingen, wetenschappelijke
onderbouwde theorieën.
Antwoord JA: De eerste onderzoeken tonen aan dat dit mogelijk is.
Bijvoorbeeld: de interventie ‘dit is jouw leven – ervaar de effecten van
de positieve psychologie’
- Lezen het boek en toepassen van de oefeningen: significant
meer welbevinden en bloei dan zij die het boek niet hebben
doorgewerkt.
- Effecten bleven minstens een jaar behouden
Ook ander onderzoek laat zien dat veel toepassingen uit de positieve
psychologie kunnen bijdragen aan plezier, betrokkenheid, fijne relaties,
zingeving en succes in het leven.
2
,2 Geluk
2.1 Wat is geluk?
= Overkoepeld als wat goed is
Synoniem: Welbevinden of levenskwaliteit
Definitie: De mate waarin een individu de kwaliteit van zijn leven in het
algemeen als gunstig ervaart.
geen enkele persoon zal het zelfde beschrijven wat geluk betekent voor
hun.
Er hebben heel veel psychologen en filosofen onderzoek naar gedaan.
Aristoteles: Komt van ‘Aristos’ de beste, en ‘telos’ vervulling.
Aristoteles was een Griekse filosoof die ook wel de meest universele filosoof
van de oudheid wordt genoemd.
a. Hedonistisch welzijn: Nadruk ligt op genieten van korte momenten
(Vb. Teras + zon schijnt in je gezicht)
b. Eudaimonisch welzijn: Duurzaam, geluk op langere termijn (schommel
stoel binnen 50 jaar wat heb je allemaal: Kinderen? Werk? Gezin?)
PERMA: theorie van welbevinden (2011) door Martin Selgiman
5 fundamentele peilers, om te kunnen spreken van gelukkig leven.
P = Positieve emotie (plezier, genieten, hoe gelukkig en tevreden)
E = Enagement (betrokkenheid in het werk, hobbies, relaties)
R = Relaties (Positieve relaties, vriendschap, liefde)
M = Meaning (zinvolle leven, wanneer het idee dat je ertoe doet,
dat je onderdeel bent van iets en invloed hebt vb
Godsdienst)
A = Accomplishments (iets bereiken in je leven het neerzetten van
prestaties het bereiken van doelen.)
2.2 De maakbaarheid van geluk
Is geluk genetisch bepaald of kan je leren om gelukkig te zijn?
= De gelukstaart van Sonja Lyubomirsky
Drie primaire factoren die het chronische geluksgevoel
beïnvloeden
- Genetica: genen waar je met geboren bent
3
, - Omstandigheden: Arm / rijk, getrouwd, single, woonplaats,
geboorteplaats
niet op jezelf toepassen klopt niet volledig ‘per persoon’
Je kiest ervoor om gelukkig te zijn ‘We zijn zelf architect van ons geluk’
2.3 Kan je geluk meten?
Ideaal: Meten aan de hand van objectieve indicatoren, zoals weegschaal of
bloeddrukmeter.
Lichamelijke processen: Hersenscan welke hersengebieden lichten meer
op (Meer activiteiten in prefrontale context)
Hormoonspiegels: via een bloedafname of speekseltest, gaan kijken naar
hormonen die uw gelukkiger gaan laten voelen. Voorbeeld: endorfine wordt
meer aangemaakt tijdens zwangerschap.
Meest voorkomende: Zelf gaan vragen, maar je weet niet wat het
antwoord wilt zeggen, Dus speciale vragenlijsten opgesteld.
!LET OP! : Schaalvragen kunnen anders begrepen worden door
anderstalige.
Het gebruik maken van stemmingsdagboeken, hier ga je een persoon
langere periode observeren. (week/maand)
Zelf: We kunnen er zelf voor zorgen dat hormonen vrijkomen: Sporten,
lachtherapie.
Niet éénvoudig:
Persoon A die normaal altijd een heel gelukkig persoon is zegt 6/10 omdat
ze vandaag een slechte dag heeft.
Persoon B zegt 6/10, Maar heeft altijd heel donkere gedacht en is vandaag
gelukkig.
= Voor de ene is een ‘6’ goed voor de andere is een ‘6’ slecht.
4