Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
volledige samenvatting deel Ethiek van het vak "Ethiek en beleid in de sociale profit" €10,49   Ajouter au panier

Resume

volledige samenvatting deel Ethiek van het vak "Ethiek en beleid in de sociale profit"

 3 vues  0 fois vendu

Dit is een zeer uitgebreide samenvatting met schema's voor het deel ethiek. Het bevat alle te kennen leerstof uit de cursus, de powerpoints en de lessen. Ook worden er voorbeelden gegeven en gelinkt aan de films. Als je deze samenvatting leer ken je zeker alles voor het examen. Veel succes!

Aperçu 4 sur 75  pages

  • 29 avril 2023
  • 75
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (35)
avatar-seller
katt35
Beleid en ethiek in de social profit

DEEL 1: Ethiek

HOOFDSTUK 1

1. Ethiek en beleid
Vroeger twee aparte vakken.

Wat beide verbindt is de vraag: ‘hoe moeten we handelen?’

 Ethiek situeert zich op micro-niveau (het persoonlijke goede)
 Beleid situeert zich op macro-niveau
 Beleid = het goede proberen doen op maatschappelijk vlak
 Beiden bevruchten elkaar
 Enerzijds verwachten we dat beleid ethisch verantwoord is + anderzijds beïnvloedt
het beleid steeds de manier waarop we nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en
keuzes ervaren en waarderen.
 Bv. Wetgeving rond abortus en euthanasie (evolutie die gebeurd is de laatste 20/30
jaar), het M-decreet, kinderrechten,…

Zowel ethiek als beleid gaat om: ‘Het goede goed doen’

 Beleid en ethiek beïnvloeden elkaar wederzijds via de verstrengeling tussen persoonlijke
ontwikkeling en maatschappelijke ontwikkeling, tussen het persoonlijk goede en het goede
op het maatschappelijk vlak.

Zorg en deugden samengebracht

2. Moraal, ethiek en grondhouding
2.1. Moraal en ethiek

Ethiek en moraal vaak als synoniem gebruikt maar is NIET helemaal correct.

 Moraal word vaak niet meer gebruikt, we gebruiken ethiek soms verkeerd. Ethiek is een
reflectie over moraal. Iedereen heeft eigen waarden en normen (moraal), het reflecteren
hierover is ethiek.

Moraal komt van het Latijn mos – mores en verwijst naar gebruiken, zeden en gewoonten van
iemand op vlak van (be)hoort of niet (be)hoort, met andere woorden wat goed/juist/rechtvaardig is
en wat slecht/verkeerd/onrechtvaardig is.

Via opvoeding en cultuur maken we ons normen, waarden en deugden eigen die ons handelen
motiveren, sturen of er uitdrukking van zijn.

 Moraal = het geheel van normen, waarden en deugden die het gedrag van een persoon mee
sturen

Ethiek komt van het Grieks ethos, een woord dat oorspronkelijk verwijst naar het vermogen om het
vertrouwen van een publiek te verwerven bij redevoeringen (1). In een modernere betekenis
verwijst het woord naar het domein van de filosofie dat zich bezig houdt met wat (be)hoort, met de
vraag naar het goede/ juiste/ rechtvaardige.

 Ethiek = reflectie op moraal, zoekt antwoorden op de vraag hoe te handelen

,(1) Denk hierbij aan een advocaat of een politicus. Om een pleidooi of verkiezingen te kunnen
winnen moet ze tonen dat ze te vertrouwen zijn, dat ze bekwaam zijn en de juiste eigenschappen
bezitten. Naast ethoszijn er nog twee andere karakteristieken belangrijk voor een goed betoog,
namelijk pathos en logos. Pathos gaat over overtuigingskracht en het leggen van passie in je betoog
en logos gaat over de logische opbouw, de argumentatie

2.2. Normen, waarden en deugden

Norm = gebod of verplichting naleven/ afdwingen, bv. het verkeersreglement

 = Manieren waarop waarden gerealiseerd worden. Ze hebben de vorm van geboden of
verboden.
 Normen houden zich bezig met de vraag: ‘Wat mag ik doen’, ‘Wat moet ik doen’ en ‘Wat
moet of mag ik niet doen’.

Waarde = wat je belangrijk, waardevol of behoorlijk vindt – het gaat over ernaar leven/ er toe
opvoeden, bv. veiligheid

 Fundamentele richtsnoeren voor ons gedrag

Deugd = verinnerlijkte waarden, kwaliteiten (of karaktereigenschappen) die je hebt ontwikkeld die
jou in staat stellen juist te handelen – het gaat over zijn, bv. voorzichtigheid

 = Als goed ervaren morele eigenschappen, je kan ze als belichaamde waarden kunne
begrijpen.
 Uitingen waarop het goed, het degelijke zich uitdrukt in onze dagdagelijkse omgang met
elkaar.

Mooi, snel, gewiekst zijn bijvoorbeeld eveneens kwaliteiten, maar geen deugden.

Voorbeeld om onderscheid te duiden:

Het belang van behalen een rijbewijs als je met auto wil rijden.

Daarbij is het verkeersreglement een geheel van regels die als doel hebben ons verkeer veilig te laten
verlopen: dit zijn de normen waaraan we ons moeten houden willen we met zijn allen op de
waarde veiligheid realiseren. De kwaliteiten die noodzakelijk zijn om de waarde veiligheid te
realiseren en die je dus door inzicht en oefening dient te ontwikkelen zijn te beschouwen als
deugden.

 Halen van een rijbewijs verwacht kennis van de normen, de verkeersregels. Waarom moet
dat? De maatschappij vind de waarden veiligheid belangrijk. Met die normen bereik je de
waarden. Maar je kan de waarden ook bereiken door de deugden. Hoffelijkheid (deugden) is
minstens even belangrijk.

2.3. Morele problemen, dilemma en nood

Moreel probleem: kiezen tussen verschillende handelingsalternatieven, welke is de beste? (en
kunnen argumenteren waarom je koos wat je koos)

 = heeft steeds te maken met vragen wat de beste manier is om het goede te realiseren in
een bepaalde situatie.

Moreel dilemma: als je het ene kiest, kan je het andere niet kiezen – wat doet Antigone met haar
dode broer Polynices?

,  = specifieke vorm van een moreel probleem. Het gaat over een keuze tussen twee
verschillende waarden of mogelijkheden, waarbij die twee waarden mekaar wederzijds
uitsluiten.
 Als je voor het ene kiest, kan je niet voor het andere kiezen, maar je moet wel een keuze
maken.
 Bekend voorbeeld: verhaal van antigone die haar broer begraaft tegen de wil van haar vader
en bekoopt het met haar eigen dood. Ze kiest de wil van de goden.

Morele nood: het is niet oké, maar niemand ziet het

 = je bent je er van bewust dat iets NIET behoort, maar niemand hoort je.
 Bv. Je weet van een mishandeling, maar niemand gelooft je. Zowel jij als de mishandelde
persoon in kwestie bevinden zich in zo’n geval in morele nood.

Verschil probleem en dilemma:

Een probleem kan je oplossen, bij een dilemma blijft er altijd iets achter hangen (je kiest het ene
maar verliest het andere)

2.4. The alligator river story

Opdracht: Lees dit verhaal en maak voor jezelf uit in een rangorde wie van de personen de beste en
slechte persoon is. Maak een top 4 en argumenteer dit, hiermee pijl je naar wat je waardevol vind.

Er was een vrouw die Abigail heette en die verliefd was op Gregory. Gregory leefde aan de oever van
de rivier. De rivier, die beide geliefden van elkaar scheidde, zat vol met mensenetende alligators.
Abigail wilde de rivier oversteken om bij Gregory te zijn. Helaas was de brug over de rivier
weggespoeld. Daarom trok ze naar Sinbad, die een boot had en vroeg hem om haar over te varen.
Sinbad zei dat hij dat wel wou doen, maar enkel op voorwaarde dat ze voor een nacht het bed met
hem deelde. Abigail weigerde en trok naar Ivan en legde hem haar benarde toestand uit. Ivan zei
echter dat hij niets met deze situatie wou te maken hebben: “Los het zelf op!” Abigail zag uiteindelijk
geen andere mogelijkheid dan Simbad’s voorstel te aanvaarden. Simbad hield zijn belofte en bracht
haar naar de overkant. Wanneer Abigail aan Gregory vertelde wat er was gebeurd met Simbad, liet
Gregory Abigail minachtend stikken. Gekwetst en mistroostig trok Abigail naar Slug en vertelde over
haar pijn en verdriet. Slug, voelde medelijden met Abigail, zocht Gregory op en sloeg hem verrot.
Abigail kikkerde helemaal op toen ze hoorde dat Gregory zijn verdiende loon had gekregen. In de
verte kan je Abigail horen lachen.

Alle protagonisten van dit verhaal zitten met een moreel probleem, met een dilemma zo je wil.

Wat leren we uit deze oefening?

Mogelijke antwoorden:

 Dat het best moeilijk is om tot een consensus te komen
 Dat sympathie en afkeer een rol speelt in ons oordeel
 Dat sympathie en afkeer ook samenhangen met eigen ervaringen en eigen kwetsuren
 Dat we verlangen/verwachten dat anderen ook voelen zoals wij
 …

Grote kans dat argumentatie beroep doet op waarden en normen. Waarden gaan over waar jij het
meeste waarde aan hecht. Normen hebben vorm van “het is toch normaal dat…” of “iedereen vindt
toch dat”.., ‘wat jij normaal’ vindt/ wat volgens de norm is.

, In confrontatie met anderen: gedwongen te verantwoorden waarom de ene waarde waardevoller is
dan de andere, en waarom de ene norm normaler is dan de andere.

 kwestie van “jij vindt het zo, ik vind het anders. No hard feelings !”

In het verhaal komen verschillende sterke emoties aan bod (bv. verliefdheid, angst,
onverschilligheid, jaloezie,..) en die spelen ontegensprekelijk een rol in onze waardenhiërarchie.

 Hoe geraken we hier uit? Om hieruit te geraken schakelen we over van onze waarden en
normen naar een reflectie over die waarden en normen. We schakelen over van moraal naar
ethiek.
 Ethiek probeert dit soort discussies te vermijden tot algemene principes te komen.

2.5. Ethische stelsels in MT1, deontologie in MT2

2.5.1. MT1: verschillende ethische stelsels

Verschillende ethische stelsels die naar boven kwamen:

 Socrates en later Plato: niet akkoord met de sofisten met de relatieve visie: waarheid, maar
ook waarden en normen zijn relatief aan tijd, persoon en cultuur (de mens is de maat).
Zochten naar een absolute fundering voor het Goede.
 Aristoteles: deugdenethiek, deugd als het midden tussen twee uitersten en de vier kardinale
deugden.
 Kant en Bentham (verlichting): pogen het goede te funderen. Kant via het categorische
imperatief als basis voor het geweten. Bentham door het goede te verbinden met wat het
grootste geluk oplevert.
 Hume, schopenhauer, Levinas en Tronto: ethiek gestoeld op empathie

Overgang moraal  ethiek komt voor uit nood om “het goede” van “het slechte” (verkeerde/ kwade)
te onderscheiden

Vele culturen/ samenlevingen vinden die fundering in religie (God(en) geven verboden en straffen of
belonen). Filosofie staat los van god(en) en proberen via metafysica of via een naturalistische
verklaring tot een fundering te komen.

We hoeven de verschillende ethische stelsels niet te overlopen, maar het kan volstaan om een aantal
van de belangrijkste kenmerken en verschillen aan te duiden tussen deze stelsels

1. Ethische stelsels zijn pogingen om modellen en principes voor het goede handelen te vatten,
op te stellen en te funderen

2. Ethische stelsels kunnen descriptief (hoe we moreel handelen) zijn, prescriptief (hoe we
behoren te handelen) of allebei

3. Ethische stelsels leggen de nadruk op ratio (rationaliteit/ inzicht/ wijsheid) of op gevoel
(sympathie/ empathie)

4. Ethische stelsels verwijzen naar ‘interne’ motieven (intentie/geweten) of naar ‘externe’
resultaten (gevolgen)

5. Ethische stelsels doen beroep op algemene principes, op waarden en normen of op deugden

6. Ethische stelsels zoeken zijn absolutistisch (één waarheid) of relativistisch (afhankelijk van
tijd, cultuur, plaats, groep,…)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur katt35. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49
  • (0)
  Ajouter