PSYCHOPATHOLOGIE
DEEL 1: KLINISCHE THEORIEËN EN THEORETISCHE
REFERENTIEKADERS
1. OVER KLINISCHE PSYCHOLOGIE EN ‘ABNORMAAL’ GEDRAG
1.1 TERREIN VAN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE
De kern van klinische psychologie wordt nog steeds gevormd door de psychische
stoornissen. In de Angelsaksische literatuur spreekt men ook van abnormal
psychology. Daaruit wordt duidelijk dat het vakgebied zich vooral bezighoudt met
het gedrag dat afwijkt van een bepaalde norm. Het gaat daarbij dan met name
om afwijkingen die lastig zijn voor de de persoon zelf of voor zijn omgeving. Met
afwijkingen van de norm is gunstige zin houden klinisch psychologen zich
doorgaans niet bezig. Enorme prestaties op intellectueel gebied behoren niet tot
dit terrein.
Afwijkingen van de norm kunnen betrekking hebben op verschillende aspecten
van het menselijk functioneren.
> Het kan gaan om de aspecten van een individueel persoon. Er kan sprake
zijn van afwijeknd gedrag, van afwijkende gedachten en van afwijkende
belevingen. Die afwijkingen kunnen afzonderlijk optreden, maar in veel
gevallen is er sprake van een combinatie van afwijkingen op deze 3
gebieden (gedrag, gedachten en gevoelens hangen samen) bv. veelvudig
hebben van dwanggedachten kan eliden tot angst, angst kan leiden tot
drankkgebruik, waarmee gevoelens van angst worden gereduceerd.
> Mensen kunnen afwijken van de norm in de relaties met andere mensen
bv. een moeder overbezorgd over haar kinderen. Deze afwijking van wat
‘normaal’ is binnen sociale relaties, hebben vaak weer invloed op het
gedrag, de gedachten en de belevingen binnen het individu.
Essentieel is dat abnormale gedragingen, gedachten en gevoelens alleen kunnen
worden verklaard tegen de achtergrond van normale processen.
Het onderscheid tussen normaal en abnormaal is vaak minder duidelijk. Want
wanneer is gedrag te beschouwen als pathologisch, en in welke gevallen kan het
worden ogpevat als een variatie op ‘normaal’ gedrag.
1.2 ASPECTEN VAN ABNORMAAL GEDRAG
Seligman, Walker en rosenhan: 7 factoren die bepalen of gedrag als abnormaal of
pathologisch wordt beschouwd.
- Hoe meer van deze factoren aanwezig zijn en hoe duidelijker zij op de
voorgrond treden, hoe eensgezinder mensen zijn in hun beoordelingen.
- Slechts zullen de 7 aspecten aanwezig zijn. Maar echter ten minste één
aspect moet zich voordoen.
- Wanneer men een bepaalde gedraging als abnormaal beschouwt, wil dit
niet zeggen dat er sprake is van een psychologische stoornis.
Factoren:
1
, > Persoonlijk lijden
o Bv. depressief: voelt zich ellendig.
o Geen voldoende waarde om van pathologie te spreken. Mensen
maken tal van gebeurtenssen mee die leed veroorzaken.
o Een psy stoornis moet niet noodzakelijker gepaard gaan met
persoonlijk lijden.
> De (dis)functionaliteit van het gedrag
o De mate waarin gedrag het dagelijks functioneren en het
welbevinden van het individu ondermijnt, bepaalt in sterke mate de
beoordeling van normaliteit.
o Is iemand in state beroepsmatig te functioneren en bevredigende
relaties met anderen te onderhouden?
o Sommige gedragingen zijn disfunctioneel: belemmeren het
individueel functioneren op deze gebieden aanzienlijk en
verhinderen hun van bereiken van hun doelen.
o Bv. door angsten het huis niet meer durven verlaten
> Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
o Als mensen in het gedrag van een ander geen logica of zin kunnen
ontdekken, zijn zij geneigd die ander als abnormaal te bezien.
o Chaotische en bizar aandoende gedachtengang van mensen.
> Onvoorspelbaarheid en controleverlies
o In een onvoorspelbare omgeving voelen veel mense nzich
kwetsbaar en bedreigd. Of mensen dit als abnormaal zien, hangt af
van de situatie waarin dit gedrag zich voordoet.
o 2 situaties waarin gedrag dikwijls als controleverlies of verlies aan
zelfbeheersing zal worden geïnterpreteerd.
Situaties waarin de regels die gewoonlijk het gedrag van een
persoon sturen plotseling niet meer werkzaam zijn bv. de
altijd vriendelijke man, die plots een kennis aanvliegt. Deze
handelingen zijn in strijd met de gangbare gedrag van de
man.
Situaties waarin de toeschouwer de oorzaak of aanleiding van
het gedrag dat hij waarneemt, niet kent en op dat moment
ook niet kan achterhalen bv. schreeuwende, vrouw zonder jas
door een winkelstraat terwijl het vriest <-> ontsnapt aan een
dief in een pashokje.
o Onvoldoende reden voor een psy stoornis.
> Opvallend en onconventioneel gedrag
o Mensen kiezen bij het beordelen van anderen vaak hun eigen
maatstaf. Gedrag dat sterk afwijkt van de wijze waarop zij zichzelf
gedragen, zullen zij eerder abnormaal of op zijn minst ongebruiklijk
vinden.
o Alleen als mensen opvallend of non-conformistisch gedrag ook
sociaal onwenselijk achter, zijn zij geneigd dat gedrag pathologisch
te vinden.
o Opvallend gedrag dat wenselijk wordt geacht en alleen in statische
zin afwijkt, zal niet snel als pathologisch worden beoordeeld.
> Gedrag een ongemakkelijk gevoel bij andere teweegbrengt
o Als iemand gedrag vertoont waarmee de ongeschreven regels in
een bepaalde cultuur wordt overschreden, kan dat bij anderen een
gevoel van ongemak geven.
2
, o Het gaat hier om impliciete sociale verwachtingen. Men wordt zich
vaak bewust van deze regels als men ze overschrijft bv. plek
wachtzaal.
o Het ongemakkelijk gevoel dat kan ontstaan door dergelijke
overtredingen van impliciete regels voor ‘gepast’ gedrag vergroot
de kans dat de toeschouwer deze gedragingen abnormaal vindt.
> Het overtreden van morele normen
o Mensen beoordelen niet enkel of het gedrag van anderen gangbaar
of passend is in een specifieke situatie, maar vellen dikwijls ook een
moreel oordeel over dat gedrag. Dat doen zij op basis van hun
opvattingen over hoe mensen zich zouden moeten gedragen. Vaak
gaat het om een oordeel in termen van goed en kwaad, waarbij
slechte gedragingen abnormaal worden gevonden.
o Mensen hebben opvattingen over hoe men idealiter minder
overeenkomst met hun eigen ideeën over optimaal functioneren,
neemt de kans toe dat zij het gedrag abnormaal vinden.
Psychische stoornissen worden gedefinieerd door clusters van disfunctionele
gedragingen, die samengaan met persoonlijk lijden…
In de DSM-5 wordt nadrukkelijk gesteld dat het systeem geen mensen
classificeert, maar stoornissen die mensen hebben. In plaats van termen zoals
shizogreen, worden daarom aanduidingen gebruikt als een individu met …
Om te voorkomen dat de defintiie van mentale stoornissen een instrument zou
worden voor sociale repressie, zijn bovendien 3 uitsluitende omstandigheden
geformuleerd.
- De definitie sluit ‘te verwachten en cultureel aanvaarde reacties ‘ uit van
de mentale stoornissen. Zo worden in de tijd beperkte rouwreacties na het
overlijden niet als een psy stoornis beschouwdt. Als iemand een jaar na
een overlijden nog steeds ernstige rouwreacties vertrouwd, kan er sprake
zijn van een complexe rouwstoornis.
- De definitie sluit langdurig ‘deviant gedrag’ uit dat voortvloeit uit het
behoren tot een politieke, religieuze of seksuele minderheid. Wie dus als
lid van een milieuorganisatie hiermee bezig is loopt niet het risico als
patiënt gezien te worden. De definitie sluit gedragingen uit die
samenhangen met de religieuze overtuiging of etnische achtergrond van
een persoon.
- Het afwijkende gedrag moet niet verkomen uit een persoonlijk conflict
tussen het individu en de M bv. kunstenaars.
Over de omschrijving van de term psychische stoornis en de grenzentussen
gewone en pathologische angsten, somberheid… is veel gediscussieerd. De
meeste klinische psychologen aanvaarden de DSM-5 mode. Hoewel de DSM-5,
het classificatiesysteem van de APA, is gebaseerd op de impliciete
veronderstelling dat het mogelijk is psychisch gezonde mensen te onderscheiden
van degenen met een psychische stoornis, erkent ook de APA dat geen enkele
definitie het begrip mentale stoornis duidelijk afbakent. Toch zijn er veel
pogingen gedaan om de grenzen tussen normaan en abnormaal gedrag scherp te
krijgen.
1.3 NORMAAL EN ABNORMAAL: WAAR LIGT DE GRENS
Er zijn verschillende modellen die uitspraken mogelijk maken over het
onderscheid tussen normaal en abnormaal gedrag.
3
, 3 van dergelijke modellen zullen we nader toelichten:
- Statisch model (vooral betrekking op de afgrenzingskwestie)
- Medisch of ziektemodel
- Leer of onderwijsmodel
Laatste 2 modellen breder bereik: ook zaken als de behandeling en de
relatie tussen de therapeut en de cliënt meegewogen.
1.3.1 HET STATISCH MODEL
- Uitgangspunt: de menselijke eigenschappen zijn min of meer normaal
verdeeld.
- Van abnormaliteit wordt gesproken bij extreem lage of extreem hoge
scores op schlen waarmee deze eigenschappen betrouwbaar en valide
worden gemeten.
- Abnormaal heeft een uitsluitend statische betekenis.
- Het model biedt aanknopingspunten om de vraag naar normaliteit te
beantwoorden. Er zijn echter geen enkele problemen.
- Waar ligt de grens? Dit antwoord is arbitrait. Professionals moeten het
eens worden over deze vraag.
> Dit model is gebasseerd op een dimensionele benadering van
psychopathologie. De meeste psy test die tegenwoordig worden gebruikt,
sluiten aan bij deze benadering. Er wordt geen srakke grens getrokken,
maar krijgen de verschillende scores een betekenis in termen van zeer
laag tot zeer hoog.
> Probleem 2: het specifieert niet hoe ongewoon gedrag moet zijn om het
abnormaal te kunnen noemen. Sommige vormen van psychopathologie
zijn zeer uitzonderlijk. Bv. genderidentiteitsstoornis. Statisch model is hier
niet toereikend is omdat de desbetreffende eigenschap absoluut niet
normaal verdeeld is. Andere stoornissen zijn meer normaal verdeeld.
> Probleem 3: geen onderscheid tussen statische afwijkingen die gepaard
gaan met individueel lijden en afwijkingen waarvoor dat niet geldt. Vele
gedragingen of eigenschappen zijn niet pathologisch. Dit geldt niet enkel
voor de extreme scores op de schalen, maar ook voor uitzonderlijke
scores.
1.3.2 HET MEDISCH OF ZIEKTEMODEL
Veel psychologen nemen aan dat de oorzaken van psychische stoornissen
moeten worden gezocht in onderliggende mechanismen. Die mechanismen
kunnen somatogeen of psychogeen zijn.
- Somatogeen: een lichamelijk aandoening aan de psyhische stoornis ten
grondslag ligt. Bijvoorbeeld: dementia paralytica, de stoornis kenmerkt
zich onder andere door opvallende veranderingen in de persoonlijkheid.
Aan het einde van de 19e ontdekten onderzoekers dat deze psychose werd
veroorzaakt door syfilis. Deze symptonen kunnen genezen worden of
voorkomen worden door medicatie.
- Psychogeen: een stoornis heeft een psychologisch mechanisme aan de
grondslag. Psychoanalytici veronderstelling dat stoornissen het gevolg zijn
van de psychogene oorzaken, in het bijzonder van onbewuste conflicten en
afweer tegen angst.
4