cardio
- Het hart is een heel complex orgaan naar ontwikkeling toe, we starten met één circuit
systeem. We krijgen 2 buizen die gaan versmelten met elkaar, die versmolten buis die
ontstaan is gaat zich opdelen in 4 dilataties in de lengte.
- Tussen atriums en de ventrikels krijgen we nog septa, deze gaan een onderscheid gaan
vormen waarbij de bloedstroom zal gescheiden worden voor de systemische circulatie ten
opzichte van de longcirculatie (kleine circulatie)
- Meer risico op fouten, zowel bij mens als andere zoogdieren gaan we zien dat er
cardiovasculair afwijkingen heel frequent gaan voorkomen. Voorbeeld ventriculair septum
defect, interartriaal septum defect, persistent ductus van botalli,….
- Het bloed dat oorspronkelijk van de navelstreng naar de foetus gaat naar het hart. Deze gaat
in principe door de lever gaan passeren. Maar er is een bypass systeem, er gaat dus heel
weinig bloed dat van de moeder komt in de lever zelf terecht komen. Vanaf dat een individu
geboren wordt, gaat die connectie met moeder verbroken worden, dus bybass systeem zal
ook gaan verdwijnen waardoor er veel bloed in de lever terecht komen wat van belang is.
Voor bepaalde stoffen te detoxificeren en metaboliseren.
Complex systeem
- Systeem moet zich heel snel gaan aanleggen. Als je geen circulatie hebt in het embryo is er
geen distributie van voedingstoffen en van zuurstof, dus ook geen connectie van afvalstoffen
en co2. Het hart zal een grote welving veroorzaken aan de ventrale zijde, daarop volgende
caudaal daarvan is de 2de welving door de lever veroorzaakt. Lever belangrijke functie bij het
embryo en ook later in het individu.
- In de 1ste fase zien we dat er andere zaken van belang zullen zijn, als het gaat over een heel
vroeg embryo dan zal de opname van voedingsstoffen gebeuren door diffusie, als we denken
aan de zygote die zich opdeelt door verschillende klievingen naar een morula stadium, op dat
moment tot we komen tot aan blastula en blastocyst. Op het moment van blastocyst hebben
we implantie mogelijk interactie tussen moeder en het embryo.
- De uterusklieren gaan secreet aanmaken, dat de voedingsbron voor het vroege embryo.
Embryo van zoogdier groeit snel wat dus onvoldoende zal zijn. Daardoor moet de implantie
zeer snel gebeuren, om de connectie te krijgen met de moeder, die de voedingstoffen en
zuurstoffen geeft aan het embryo.
Vitelliene en umbilicale circulatie
- Vitelline circulatie: deze gaat naar de dooierzak. Een zoogdier gaat tijdelijk beroep doen op
dooier. De dooier wordt snel geconsumeerd door de vitelline circulatie.
- Umbilicale circulatie: het embryo zal hier snel beroep op moeten doen, deze loopt naar de
navelstreng. Hier zitten de vena vitelline en de 2 arterie umblicalllis. Deze gaat snel van
belang zijn voor de verbinding met de moeder, voor de opname van voedingstoffen en
zuurstof en afgaven van de afvalstoffen.
- Zolang de foetus in de baarmoeder zit, hebben we 1-circuit systeem. Pas op moment van
geboorte en doorknippen van de navelstreng hebben we een dubbel circuit systeem, dus
onze systemische en longcirculatie komen op gang.
persisterend ductus arteriosus van botalli
- tijdelijk zal er een verbinding zijn met de truncus pulmonalis en de aorta, bij de embryonale
ontwikkeling is dit een normaal fenomeen. Normaal zal postnataal afhankelijk van species
hoe snel het gaat, zal de verbinding tussen de truncus pulmonalis en aorta moeten gaan
verdwijnen. Anders krijgen we mengbloed, bij sommige individuen gebeurt dit dus niet, vaak
is het gerelateerd aan een hartafwijking waardoor de ductus arteriosus van botalli open blijft.
, 1) Vorming Bloed en bloedvaten
- De eerste bloedvaten en bloed zal ontstaan in de wand van de dooierzak. Dus eigelijk in extra
embryonaal mesoderm. Sommige mesenchymcellen gaan endotheel vormen, de wand van
het bloedvat. Sommige mesenchymcellen zullen dan de hemocytoblasten gaan vormen, dat
niks anders is dan stamcel voor alle types van bloedcellen.
- We krijgen een soort van cirkels die zich vormen in de dooierzakwand en die gaan groeien
wat betekend dat je een cirkel hebt met groepen van cellen die gaan verlengen komen ze met
elkaar in contact waardoor we een continu buizensysteem gaan krijgen. Als het
buizensysteem zich voltrokken heeft dat we 1 passage krijgen, dan zien we dat
hemocytoblasten kunnen gaan verspreiden naar andere structuren.
- De lever zal tijdens de embryonale ontwikkeling een belangrijke functie hebben, we gaan veel
groepjes van hemocytoblasten terug vinden. Postnataal gaat dit niet meer het geval zijn, dan
zien we in de lever hemosiderine terug vinden wat ijzer is. Het ijzer zit in de bloedcellen bij
een volwassen individu. We vinden geen groepjes meer van hemocytoblasten deze
verdwijnen snel postnataal.
- Postnataal is het beenmerg de belangrijkste bron voor de bloedcellen. Als het gaat over de
lymfocyten is het niet de bron, maar wel de locatie waar ze zitten. De thymus is van belang
voor rijping van t lymfocyten. Het beenmerg is belang voor b-lymfocyten
- Milt is ook belangrijk orgaan voor de rbc als wbc.
Ontstaan embryonale circulatie
- Als de allontois blaas rondom komt te zitten hebben we niet te maken met een humaan
embryo. Bij de mens blijft deze steken in de navelstreng. Bij de herkauwers zien we dat deze
heel groot is, vandaar dat deze ook waterblaas wordt genoemd. Het geen wat rond de
allontois blaas zit is de umbilicale bloedvaten.
Embryonale bloedsomloop
- We hebben 3 grote groepen.
Groep 1:
o Vena viteliene: zal de dooier nemen en voert de dooier naar het toekomstige hart.
o Arteria vitelliena :Het bloed gaat van het hart, door een gemeenschappelijke stam de
truncus arteriosus gaat over de kieuwboogarterie naar de dorsale aorta gestuurd, via
deze wordt het door het lichaam gestuurd. De dorsale aorta krijgt een aftakking naar
de dooierblaas wat de arteria vitelienna is.
Groep 2:
o Arteria umbilicalis: Degene die caudaal uitmonden, gaat via de navelstreng naar de
placenta. Deze gaat hoofdzakelijk zuurstofarm bloed en afvalstoffen bevatten die
worden afgevoerd naar de placenta
o Vena umbilicalis: deze gaat van de moeder zuurstofrijk bloed en voedingstoffen van
de moeder opnemen en naar het embryo voeren wat in het hart terecht komt.
o ventrale aorta en de dorsale aorta zijn bilateraal aanwezig. Deze staan in verbinding
met elkaar met de kieuwboogarterie. Elke kieuwboog heeft een eigen arterie en
vene. Aangezien dat alles 1 circuit is hebben we mengbloed.
Groep 3 :
o Cardinaal systeem bestaat uit een craniaal en caudaal systeem. Connecteren het
bloed van uit het lichaam.
o Vena cardinalis cranialis: vertrekt vanuit het hart loop in de hals naar het hoofd