Ondernemingsrecht
Deel 1: Algemene inleiding
Handelsrecht/ondernemingsrecht/economischrecht
De vier rechtsdomeinen →
o Ondernemingsrecht (statuut onderneming, oprichting en werking en uitoefening)
o Vennootschapsrecht (naamloze-, besloten, coöperatieve vennootschap)
o Economisch Recht (Marktrecht (regels verdelen goederen en diensten op markt →
mededingingsrecht) en Consumentenrecht (consumentenbescherming die
goederen koopt)) → consumenten bescherming →
Wet op de marktpraktijk → onrechtmatige bedingen en verzakingsrecht
Wet op de verkoop aan de consument
o Insolventierecht (gerechtelijke reorganisatie of faillissement aanvragen)
1.1 Korte terugblik
Vroeger tot voor enkele jaren was er burgerlijk recht en handelsrecht (handelaars, daden van
koophandel stelden (objectieve daden van koophandel) → lijst in ondertussen afgeschaft
wetboek van koophandel → handelingen stelden uit de lijst → handelaar → handelsrecht
Vrije beroepen (dokter, advocaat, notaris, gerechtsdeurwaarder, architecten, …) → waren geen
handelaars → geen daden van koophandel (burgers beschouwd)
Landbouwers (natuurlijke personen) → geen daden van koophandel (geen handelsrecht)
Wetgever verandering ingesteld van handelsrecht naar ondernemingsrecht → wetgever wil dat
dit van toepassing is op ondernemingen
Ondernemer → al wie op duurzame wijze een economische activiteit uitoefent
(ondernemingsrecht)
Vrije beroepers, dienstverlenende intellectuele beroepen (boekhouders, vastgoedmakelaars,
landmeters), landbouwers (natuurlijke personen), bestuurders vennootschappen →
zelfstandigen die economische activiteit uitoefenen → ondernemer zijn (ondernemingsrecht)
Economisch recht (federale wetgeving) → wetboek van economisch recht →
o Eigenlijke ondernemingsrecht (statuut van de onderneming, oprichting, werking)
o Eigenlijke marktrecht en consumentenbescherming
o Stuk boekhoudrecht (voeren boekhouding)
Opstellen jaarrekening en controle revisor → nieuwe wetboek vennootschappen
(BV, CV, NV) en verenigingen (VZW, stichtingen)
Stuk ondernemingsrecht → burgerlijk wetboek (bewijs, handelshuur en pand op handelszaak)
Stuk federale wetten ondernemingsrecht → losse wetten
Burgerlijk recht → burgerlijk wetboek 1804 → aan het vernieuwen → toepassing op alle burgers
(algemene draagwijdte)
Regels economisch recht kunnen afwijken van burgerlijk recht → toepassing economisch recht
specifiek is (bewijsrecht, ondernemingsrechtbanken, …) → voorrang algemene regels burgerlijk
recht
1.1 Bronnen van het economisch recht
1.1.1 Wetgeving
Supranationaal recht → alles boven nationale wetgeving
,Het internationaal recht
Traditioneel internationaal recht en rechtskader Europese unie
Internationale verdragen → aantal belangrijke verdagen die economische rechtelijke materie
behandelen
Het traditionele internationale recht
Aantal bi- of multilaterale verdragen tussen staten → tot stand door onderhandeling → van
kracht wanneer ze goedgekeurd zijn
De Europese unie
Verordening → bevat algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van toepassing
is in alle lidstaten
o Nationale wetgeving hoeft deze Europese verordening niet om te zetten in nationale
wetgeving en is van toepassing in alle Europese lidstaten
Richtlijnen → bevatten rechtsregels die door de nationale overheid van de lidstaten verplicht
moet worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving (niet rechtstreeks van
toepassing op burgers) → doel dat tot eigen wetgeving kan leiden in de lidstaten
o Harmonisatierichtlijnen → inhoudelijke verschillen tussen verschillende lidstaten
geleidelijk willen wegwerken
Besluiten → bindend, gelden enkel op de uitdrukkelijk aangeduide bestemmelingen (staat,
onderneming, persoon) → geen algemene draagwijdte
Aanbevelingen → geen bindend karakter
Nationale wetgeving/federale wetgeving
Naast wetten ook koninklijke besluiten (ministers worden genomen voor uitvoering wetten)
Wetboek van economisch recht, losse wetten
o Wetboek economisch recht gespreid in tijd opgemaakt (opbouw wetboek is) →
verschillende boeken met romeins cijfer
o Boeknummer gevolgd door artikelnummer en eventueel paragrafen eindigend met
WER (wetboek economisch recht)
Vennootschapsrecht → wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Burgerlijk wetboek → ook onderdelen economisch recht (bewijsrecht, handelshuur, pand op
handelszaak)
Regionale wetgeving → deel economisch recht is gewest materie → decreten en besluiten
gewesten (Brussel geen decreten maar ordonnanties)
1.1.1 Rechtsspraak
Geheel van beslissingen uitgesproken door de verschillende rechtbanken en hoven
Juridisch niet bindend wel belangrijke inspiratiebron
1.1.1 Gewoonte
Wel bepaalde en herhaaldelijke handelswijzen → algemeen verbindt worden aanvaard
Voorbeeld → vermoeden van passieve hoofdelijkheid tussen meerdere ondernemers die
contractueel verbonden zijn ten overstaan van de schuldeisers
o Normaal meerdere schuldenaars ieder even groot deel aansprakelijk tenzij clausule
hoofdelijkheid → ondernemingsrecht gewoonte passieve hoofdelijkheid → meerdere
ondernemingen als schuldenaar schuld gehouden zijn (geldt de hoofdelijkheid)
1.1.1 Rechtsleer
Geheel van publicaties en studies van de rechtsgeleerden (tijdschriften, boeken, …)
Niet bindend → inspiratiebron
,1.1 Ondernemingsrechtbank
Vroegere rechtbank van koophandel
Regels van werking en organisatie, bevoegdheden ondernemingsrechtbank → gerechtelijk
wetboek
Ondernemingsrechtbank samengesteld uit aantal afdelingen in verschillende regio’s die
bestaan uit verschillende kamers (9)
Kamer (rechtbank) bestaat uit voorzitter en 2 leekrechters
o Voorzitter → beroepsmagistraat (rechter)
o Lekenrechters → rechters in ondernemingszaken (komen uit bedrijfsleven, geen
juridische opleiding nodig en worden hernieuwbaar benoemd voor 5 jaar)
Lekenrechters voeling hebben met de gangbare praktijken → uitspraak
rekening houdt met omstandigheden
o Griffier
o Soms bij faillissement advies openbaar ministerie
1.3.1 Bevoegdheden ondernemingsrechtbank
o Geschillen tussen ondernemingen
o Geschil burger vordering tegen onderneming (onderneming vordering tegen burger
niet → burgerlijke rechtbank)
o Specifieke gevallen indien deze geen ondernemingen zijn (geschillen tussen
vennoten vennootschap, geschillen wisselbrieven, geschillen faillissement, geschillen
betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en marktpraktijken)
o Gevallen tussen ondernemingen die niet bevoegd zijn → geschillen huur ook
handelshuur (vrederechter)
1.3.2 Procedure
Procedure → dagvaarding (eiser de verweerder voor bevoegde rechtbank brengt) →
openbare terechtzitting (partijen pleiten) → vonnis (rechter oordeel velt over geschil)
o Wet voorziet verkorte en buitengewone procedures → voorzitter
ondernemingsrechtbank in kort geding regeling treffen
Soms voorzitter ook optreden zoals bij kort geding → vordering tot staken
Bijzondere procedure voor de invordering van niet-betwiste geldschulden → dossier
voorleggen advocaat → doorsturen gerechtsdeurwaarder → maant laatste maal aan → bij
gebrek aan reactie gerechtsdeurwaarder proces-verbaal op van niet betwisting (PV zelfde
waarde als vonnis)
Deel 2: Ondernemingsrecht
2.1 Bewijs in ondernemingszaken
Onderscheid bewijs in burgerzaken en ondernemingszaken →
o Burgerzaken → 2 burgers & onderneming tegen burger → bewijs burgerlijke zaken →
bewijs overeenkomsten waarde hoger 3500 euro → schriftelijk bewijs (onderhands
of notarieel)
Materiele met getuigen en vermoedens
o Ondernemingsrecht → tussen 2 ondernemingen of burger tegen onderneming →
bewijs alle middelen van recht (getuigen en vermoedens, geen schriftelijk bewijs
nodig tenzij vernoemd)
Bewijs speelt niet tegen natuurlijke personen die economische activiteit
uitoefenen inzake bewijs van rechtshandelingen die volledig vreemd zijn aan
onderneming → natuurlijk persoon contract sluit dat niets te maken heeft
met zijn onderneming (bewijs in burgerlijke zaken)
, 2 bijzondere bewijsmiddelen bij ondernemingszaken → boekhouding en de factuur
o Boekhouding → elke onderneming boekhouding, belang 2 zaken → intern
(beslissingen binnen bedrijf), extern (informatiebron shareholders en stakeholders)
Bewijskracht volledige boekhouding → tussen ondernemingen en tegen
onderneming (rechter beslist of hij deze aanvaard als bewijs of kan dit
vragen) (geen bewijs tegen niet ondernemingen)
o Factuur → geschreven stuk dat bevestiging inhoud van een schuldvordering in geld
wegens levering van goederen of diensten opgesteld leverancier aan klant (prijs)
Vorm factuur → fiscaal recht (BTW wetgeving) → kunnen algemene
voorwaarden worden opgenomen
Bewijskracht factuur → door onderneming aanvaarde factuur levert bewijs
tegen deze onderneming (uitzondering klant gebruikt factuur tegen
onderneming met prijs, kwaliteit en levering & leverancier factuur als bewijs
gebruiken tegen klant/ondernemer als hij deze aanvaard heeft (uitdrukkelijk
of stilzwijgend)
Aanvaarding → betaling gedeeltelijk of volledig, niet tijdig
protesteren zal gelden als aanvaarding (als consument moet u
protesteren door deurwaarder of aangetekend schrijven binnen
termijn waarom niet akkoord)
2.1 Ondernemingsbegrip
Onderneming/ondernemer (volgens WER) → iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een
beroepsactiviteit uitoefent (geen werkgever of ambtenaar), economische activiteit op
duurzame wijze
o Iedere rechtspersoon
Geen onderneming
Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen winstuitkering als doel heeft en in
feite geen uitkeringen verricht aan haar leden of aan personen die beslissende invloed
uitoefent op beleid organisatie
Iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die geen goederen of diensten aanbiedt op markt
Federale staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, gemeenten, gemeenschappen en
gewesten, OCM’s
Vallen wel onder het nieuwe ondernemingsbegrip
VZW’s (stichtingen), bestuurders van vennootschappen, vrije beroepers, beoefenaars van
dienstverlenende intellectuele activiteit (landmeter, …), landbouwers (natuurlijke personen)
Economische bedrijvigheden overheid vallen in principe niet onder ondernemingsbegrip →
politieke taak overheid algemeen welzijn (economische activiteit uitsluit)
o Nochtans verrichtingen bepaalde overheidsbedrijven wel als economische activiteit
beschouwd en dat op grond bijzondere wetten waarbij organisatie en werking
geregeld wordt (NMBS, bpost wel onderneming) (belastingdienst geen onderneming)
Kwalificeren als onderneming heeft gevolgen → ondernemingsrecht en insolventierecht van
toepassing, bewijs van ondernemingszaken, aantal verplichtingen, gerechtelijke reorganisatie
2.1 De vrije en intellectuele beroepen
Vrije beroepen beschouwd als ondernemers (arts, advocaat, architect, …)
Natuurlijke personen die op zelfstandige basis vrij beroep uitoefenen