Grondslagen van de psychologie
HOOFDSTUK 1: HET BEGIN
WAT ZIJN GRONDSLAGEN?
De voorgeschiedenis is de basis van ons handelen nu
o Geschiedkundige grondslagen
o Veronderstellingen over hoe de werkelijkheid in elkaar zit en hoe die onderzocht kan worden
(conceptuele/filosofische grondslagen)
De wereld is sterk veranderd!
200 jaar geleden 50 jaar geleden
o Mensen zijn arm en jong o Telefoons zaten vast aan muren
o Geen verplicht onderwijs o Geen computers of internet
o Werken op het land o Informatie opzoeken in een bibliotheek
o Moeizaam reizen
HET GESCHRIFT
De beschikbaarheid van geschreven informatie kent een belangrijk keerpunt in de geschiedenis!
prehistorie versus historie
Eigenschappen ongeletterde samenlevingen:
o Denken is gericht op het oplossen van concrete/praktische problemen, niet op het begrijpen
van fenomenen
o Vluchtigheid van kennis (= kennis komt en gaat, kennis van voorgaande generaties gaat
verloren)
o Mythes en verhalen over het ontstaan met contradicties
Geschrift ontstaat op verschillende plaatsen: China, Egypte, Summerië, Midden- en Zuid-Amerika
Gebaseerd op 2 principes:
1) Tekens stellen betekenissen voor (pictogrammen) = logografisch schrift
a. Het is soms moeilijk woorden in een teken om te zetten
2) Tekens stellen klanken voor (fonogrammen) = alfabetisch schrift
a. Voor het eerst gebruikt in Egypte
Geschriften als een extern geheugen (onthouden)
o Maakt opbouw van reeds bestaande kennis nodig niet alles heruitvinden
o Maakt het mogelijk om tegenstrijdigheden te zien
o Socrates: geschrift maakt mensen lui! (scholastische methode = lezen om vanbuiten te leren)
,Slechts een zeer beperkt aantal mensen kon lezen, tot invoering algemene leerplicht
Sommige geschriften zijn makkelijker dan andere!
o Scriptio continua = teksten zonder spaties = moeilijk
o Talen met verschillende klanken voor eenzelfde letter = moeilijk (bv. Engels)
ONTSTAAN VAN GETALLEN
Veel vroeger dan geschrift
o Ishango-beentje 22 000 v.C. = beenderen met inkervingen van getallen
o Pasgeborenen kinderen/dieren kunnen tellen tot drie
o Subitisatie = het direct herkennen van telpatronen en hoeveelheden
Getallen kunnen voorgesteld worden door streepjes tot 3-4
Daarna groepering: vanaf 5 ander symbool aantal streepjes niet meer
goed zichtbaar + het is ons aantal vingers
Getallen benoemen is al heel vroeg gebeurd
o Alle Indo-Europese talen hebben dezelfde grondwoorden (6000 v.C.)
o Getal 9 = nieuw
o Probleem met het benoemen van getallen boven de 10 ( elf = one left, twaalf = two left)
o Pas vanaf 20 duidelijk systeem tientallen-eenheden
Plaatscode en nul
o Er was geen overeenkomst tussen de grootte van het getal en de grootte die uitgedrukt
wordt (bv: 50 = L, 39 = XXXVIIII)
o Beter systeem = plaatscode
Plaats van het symbool geeft eenheden, tientallen … weer (bv: 123 = 1 + 20 + 300)
Vereiste een symbool voor nul
Plaatscode = ontworpen in Indië (500 na Christus)
Tot ons gekomen via Arabieren (rechts naar links) 123 = 100 + 20 + 3
VROEGE BESCHAVINGEN
Vruchtbare sikkel = een van de eerste plaatsen waar aan landbouw
werd gedaan
eerste 3 beschavingen: Summerië, Egypte en Babylon
ontdekkingen: wiel, geschrift, getallen en geometrie
Griekse beschaving = bouwt voort op de vruchtbare sikkel
o Hippocrates
o Start van de filosofie
Kritische reflectie over het universum en het
functioneren van de mens
, Plato & Aristoteles
PLATO
Beschreef als eerste het woord filosofie
o Schreef dialogen met Socrates
o Wereld = afspiegeling van de permanente wereld van ideale vormen (allegorie van de grot)
o Ziel en lichaam zijn 2 verschillende dingen
o Om tot kennis te komen moeten we in onze ziel kijken, nadenken en redeneren geen observatie
o Wiskunde benadert de ideale wereld het best
De ziel heeft drie delen
1) Rede = hersenen = onsterfelijk
2) Waarneming en emotie = hart = sterfelijk
Afgescheiden van rede door de nek
3) Honger en lagere verlangens = lever = sterfelijk
ARISTOTELES
= leerling van Plato
3 soorten kennis:
1) Productieve kennis: hoe dingen maken?
2) Praktische kennis: hoe zich gedragen in welke situatie?
3) Theoretische kennis: zoeken naar waarheid over het universum
Wiskunde, natuurkunde, theologie (= kennis over het universum)
Theoretische kennis start met axioma’s
o Waarheid die we aanvoelen als vanzelfsprekend en die een duidelijke plaats hebben in ons
beeld van het universum
Bv. Er zijn vier elementen op aarde: water, aarde, vuur en lucht (+ ether)
2 streven naar aarde (aarde + water) en 2 naar het deel van het universum boven de
maan (lucht + vuur)
o Kennis van axioma’s komt van: observatie, intuïtie en kennis over het universum
o Verdere kennis van axioma’s wordt afgeleid op basis van logica
o Observatie = ondergeschikt als observatie en axioma niet overeenkomen, is de observatie
mis
Er bestaat een levenskracht zorgt dat sommige dingen levend zijn en andere niet
1) Vegetatieve ziel: zorgt dat wezen zich kan voeden en voortplanten
2) Dierlijke ziel: beweging, perceptie, geheugen
3) Rationele ziel: denken over universum en een deugdzaam leven leiden
Alexandrië
o Grote uitbreiding van het Griekse rijk door Alexander De Grote intensere interacties met
andere beschavingen
, o Verschuiving van basiskennis naar Alexandrië
o Belangrijke figuren: Archimedes, Euclides, Ptolemaeus
Romeinen
o Namen veel over van de Grieken Oude Griekse Rijk werd deel van het Romeinse Rijk
o Bv: Galenus van Pergamon: geboren in Turkije, verbleef lang in Rome
o Klemtoon op het oplossen van praktische problemen
Byzantijnse Rijk
o Het Romeinse Rijk wordt opgesplitst in het Westelijk Rijk (= Rome) en het Oostelijk Rijk (=
Byzantium/Istanbul)
o Na de val van Rome in 476 werden de Romeinse en Griekse beschavingen vooral voortgezet
in het Byzantijnse Rijk (west) Griekenland, Turkije, Egypte
o Niet veel nieuwe ontdekkingen
Arabieren
Het Arabische schiereiland is niet veroverd geworden door Alexander De Grote maakt dus ook
geen deel uit van de Byzantijnse rijk
o Onder invloed van de Islam wordt rond 700 een Arabisch rijk uitgebouwd ten Oosten en ten
Zuiden van het Byzantijnse Rijk
o Vertaling van Griekse geschriften in het Arabisch
o Vooruitgang in wiskunde
Nadagen van het WRR
Inval door de Germaanse stammen
o Verminderde toegang tot Griekse teksten
o Men bestudeerd Latijnse teksten die aansloten bij de Katholieke Kerk
Kerk = bewaarder en verspreider van kennis
o Creëerde scholen
o Niet kritisch denken, bestaande kennis = waar
o Wetenschap = tweederangs
Het tij keren in het Westen
Bevolkingsexplosie door betere landbouwkundige technieken
o Groei van steden
o Oprichting van scholen en universiteiten
KDG (800)
Kathedraalscholen
Recht om overal te doceren
Vertalingen van werken uit het Byzantijnse en Arabische Rijk werden in opleiding geïntegreerd
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentpsychology. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.