Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting alle hoorcolleges van de minor genetica in de maatschappij €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting alle hoorcolleges van de minor genetica in de maatschappij

2 revues
 227 vues  11 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

De samenvatting van de 10 weken durende minor Genetica in de maatschappij. Elke week heeft zijn eigen thema en op deze manier is de samenvatting ook ingedeeld. Naast mijn eigen aantekeningen heb ik ook screenshots van de powerpoints erin gezet om te verduidelijken met plaatjes.' Per jaar kan het na...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 8 année de cela

Aperçu 4 sur 157  pages

  • 29 octobre 2016
  • 29 octobre 2016
  • 157
  • 2016/2017
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: Jaycorrell • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: jaradonkersloot • 7 année de cela

avatar-seller
Alle hoorcolleges en
opdrachten in één bundel
Alicia Rens
Minor


MINOR:
GENETICA IN DE
MAATSCHAPPIJ
2016-2017

,Week 1
Introductiecollege – toegang tot en toepassing van Genetica in de maatschappij
Robert Hofstra

DNA – RNA – Eiwit (het gaat om de eiwitten  hoe is het eiwit verstoord in zijn proces)
Risico’s op ziekten liggen vast in het DNA

Multifactorieel: genen x omgeving  vaak ouderdomsziekten.
Genoom: datgene wat je krijgt van je ouders  al je genen  daarvan zijn er 160 unieke varianten in erfelijke
factoren/genen

Cascade principe: index (persoon) testen op een bepaalde ziekte en als blijkt dat diegene een erfelijke ziekte heeft
tot 5 generaties informeren over een erfelijke ziekte in de familie

Met kennis over DNA kunnen we:
- preventeren  wat is er aan de hand/ maatregelen nemen/ therapie
- behandelingen  welke?
- medicatiebeleid

- prenataal  beslissingen over zwangerschap
- jonge kinderen  wat hebben ze precies
- volwassenen  vooral grote groep met kanker. Kanker kan ook erfelijk zijn. Als je die voortijdig kan identificeren
kan je voortijdig ingrijpen

PGD: een klompje bevruchte cellen in het 8-cellige stadium bekijken en dan 1 cel weghalen en kijken voor ziekten.
Mocht het blijken dat er niks aan de hand is kan het klompje cellen in een vrouw worden ingebracht.

In de genetica is DNA sequencing niet voldoende. Iedere cel in je lichaam is anders  dus ook andere processen.
Alles ligt vast. Genen kunnen aan/uit. We weten alleen niet wie dat bepaald. Als het gen uitstaat is er een andere
marker dan als het gen aanstaat. Zo kunnen we het verschil vinden.

Gene-editing: manipulatie van genen  reageerbuisgewas.
Gentherapie: gezond gen inbrengen om die persoon beter te maken  maar het kan ook andere processen
verstoren

Minder eten = ouder worden  energie gaat naar het repareren van DNA = minder snel ziek worden

HC: het ontstaan van de Genetica
Fred Petrij

etigenetica: niet alles heeft effect op de mens

*reis door de tijd*

Voor 6000 v.chr.
Verschuiving van jagers/verzamelaars naar de tijd van de boeren  had te maken met de kennis over de genetica
(gewassen)  kweken van planten.
Maar mensen weten eigenlijk al behoorlijk lang hoe het ongeveer zit met erfelijkheid. Ze zien dat hun kinderen lijken
op de ouders en ook hadden ze huisdieren die ze lieten paren met een sterkere soort.
1

,De principes van erfelijkheid zijn al zeer lang bekend. Vanaf de nieuwe steentijd (in Noord-Amerika vanaf 6000 v.
Chr.) hebben mensen ze toegepast bij het fokken van dieren en het kweken van planten. Rond 4000 jaar geleden
waren de inwoners van Mesopotamië er al in geslaagd honderden verschillende soorten dadelpalmen te kweken,
waarvan de vruchten verschilden in smaak en grootte.
Al in de oudheid werden hypothesen bedacht om overerving van eigenschappen te verklaren. De Griekse wijsgeer
Hippocrates van Kos dacht dat vererving plaatsvindt door middel van kleine deeltjes, die vrij door een organisme
kunnen bewegen. Zowel tijdens het leven verworven als aangeboren eigenschappen zouden op die manier kunnen
worden doorgegeven. Deze hypothese wordt Pangenese genoemd en zou tot in het begin van de 20e eeuw een rol
blijven spelen.

Aristoteles (384 -322 v.Chr.) zag niets in pangenese of overdracht van verworven eigenschappen. Hij dacht dat
eigenschappen doorgegeven werden door semen, een vloeistof die net als bloed door het lichaam stroomt. Bij de
geslachtsgemeenschap zouden het semen van man en vrouw mengen, zodat het kind eigenschappen van beide
krijgt.

Hippokrates: pangenese (hier komt de naam van de genetica vandaan)
Aristoteles was het niet eens met Hippocrates  Aristoteles zat beter in de buurt met zijn semen van de man en
vrouw mengen.

Antonie van leeuwenhoek (uitvinder van de microscoop): vond in een spermacel een klein mensje (deze is natuurlijk
niet van voor 6000..)

1859
Darwin.
Nu lijkt het echter alsof er voor 1859 niets is. Het begint natuurlijk niet perse bij Darwin.
In matter of fact, we kunnen best ver terug. Vroeger begrepen ze ook al dat kinderen op hun ouders lijken. De oude
Egyptenaren wisten ook al wat selectief kruisen was betreffende gewassen en fokken. (zie voorgaande stuk)

Darwin maakte een wereldreis met de Beagle. Hij ging naar meerdere plekken waaronder de oostzijde van Zuid-
Amerika en de Galapagoseilanden. Op deze eilanden vond hij vinken die per eiland verschilde qua snavel. (duidelijk
verhaal)

Tegenwoordig is er nieuwe discussie betreffende Darwin  Darwin gaat heel erg uit van een natuurlijke setting
waarin de mens zich aanpast. Tegenstanders hiervan zijn meer holistisch  wat hebben wij dan voor invloed op de
wereld?

19e eeuw (1856)
mendel.
Hij was een Oostenrijkse monnik en hij experimenteerde op slimme wijze met erwtenplanten. Hij keek naar de
overerving van eigenschappen en naar verschillende generaties. Hij was slim door alleen te kijken naar 2
eigenschappen en het daardoor simpel en overzichtelijk te houden
 mendaliaanse overerving: monohybride  met een enkele eigenschap

Multifactorieel: multigeen/oligogeen  omgeving telt dan ook mee

Galton (19e eeuw)
Hij keek vooral naar lengte  maar was niet slim. lengte is veel te complex
Trouwens een neef van Darwin.


2

, 1882
Flemming  kwam met het concept mitose

1900
Mendels werk werd eindelijk erkend  mendaliaanse overerving is geaccepteerd  mendel had namelijk meer
bewijs gevonden door met meerdere soorten flora en fauna te kruisen

1908
Hardy- weinberg  keken meer naar de populatie. Als er geen beperkende factoren zijn in een populatie zou de
verhouding ongeveer hetzelfde moeten blijven.  statistiek kant van de genetica

Begin 20e eeuw (WOII)
Eugenetica  inferieure rassen bestaan. Ze keken in gevangenissen naar wat voor mensen daar gevangen zaten. Bij
deze mensen tekenden ze een stamboom. Deze stambomen leden allemaal terug naar een mevrouw uit 1740 (ada
Juke)  haar nazaten werden allemaal criminelen. Men ging toen nadenken (1900-1910) wat ze hadden kunnen
doen om dit alles te voorkomen  steriliseren?


1918
Rond deze tijd ging men steeds meer experimenteren met dieren. In het bijzonder muizen en fruitvliegjes. (Fred
heeft zijn eigen persoonlijke muizenkwekerij en heeft er nog 2 publicaties door ook)

1915
Linkage (Haldane)
Eigenschappen kunnen gekoppeld worden, deze worden samen overgeërfd. Dit kan dus ook als er 2 foutjes op dat
gen zitten. Er liggen dan 2 eigenschappen op 1 gen.

1928
Fred Griffith  transformatie van bacteriën.
Resisitentieproblemen  het lijkt op het vaccinatieprincipe.  de bacteriën kunnen eigenschappen overnemen
waardoor de muis wel dood ging.

1931
Barbara mcclinctock  ontdekte crossing-over/recombinatie  dit is handig, want hierdoor zijn er veel nieuwe
combinaties mogelijk = variatie

1933
Ontdekt dat down syndroom erfelijk is en dat de leeftijd van de moeder van invloed is.

1937
Rusland  ook Rusland urbaniseerde  er moesten betere machines komen en betere gewassen, maar rusland
wilde niet toegeven aan de genetica. Hierdoor liep Rusland gigantisch achter

1941
Genen zijn recepten. In die tijd was één gen, één eiwit. Helaas was dit iets te simplistisch. we hebben namelijk 22000
genen en we hebben veel meer eiwitten dan dat. Dus er moet ergens iets anders aan de hand zijn.

Deletie: een gen kwijt raken (wordt dan überhaupt niet meer afgelezen)

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AliesR. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€6,49  11x  vendu
  • (2)
  Ajouter