Taak sociaal werker met mensen met psychische problematiek
o brugfunctie: tussen cliënt en voorziening, ondersteunen en doorverwijzen
o correct mee omgaan (professionele verstandhouding)
PSYCHIATRIE EN MAATSCHAPPIJ
Experiment van Rosenhan (70’er jaren 20e eeuw) schizofrenie
Conclusie
o bevooroordeeld voordat de patiënten kwamen
o moeilijke diagnose = niet zichtbaar
o erg afhankelijk van wat de cliënt verteld
Nut van psychiatrie
o meer systematisch en objectief maken van diagnosticeren
Vaak subjectief kijken tegenover cliënten en de diagnoses
1.1 GEK OF ZIEK?
1.1.1 GESCHIEDENIS
Vroeger: straf van god brandstapel
Vanaf 17e eeuw toenemende invloed van geneeskunde, vaak onwaardige omstandigheden gesticht,
krankzinnigheid en geestesziek
Jaren 60: Zorg verbetert, mate behandelingen beperkt, geestesziek aparte ziekte beschouwd, van de
hersenen, gestichten werden meer ziekenhuizen: menselijker behandeld
Invloed Freud: psychologische verklaringen, meer dan enkel hersenen, behandelingen voorgesteld of
opname
Mensen als persoon bekijken, psychiatrische stoornis is slechts een etiket
Patiënten slachtoffer maatschappij
Bv. stressverlagende draaistoel, elektrische schokken, gaatje in de hersenen, middeleeuwen:
gedwongen staan
3 Instanties die kunnen uitmaken of je ziek bent of niet
Jijzelf als individu
Maatschappij
o Wij bepalen zelf wat (ab)normaal is en wanneer iemand ziek is
Deskundigen
Normaal of abnormaal?
, Afwijking van de norm (algemeen)
Abnormaal?
o Kenmerken (leeftijd/geslacht/sociale rol…)
o Tijd en plaats
o Waarden en normen (cultuur/tijdsgeest)
≠ neutraal
= dynamisch
o Andere tijden, andere normen
Psychische aandoening
≠ goed waarneembaar
= ‘gestoord’ in de volksmond
1.1.2 ABNORMAAL GELIJK AAN GESTOORD?
Gestoord als hinderlijk voor individu en/of omgeving
Gestoord niet altijd psychiatrische stoornis (clochard…)
(abnormaal gedrag niet automatisch stoornis)
1.1.3 PSYCHIATRISCHE STOORNIS?
Gedrag moet bepaalde kenmerken vertonen (cfr. andere personen)
Beschrijven en ordenen binnen het begrippenkader v.d. psychiatrie
Vaak stigmatisering, afwijzing en uitstoting door hun omgeving
Overheid en organisaties:
Campagnes om meer bewustwording rond het begrip te creëren
o Te Gek
Het taboe doorbreken
Bv: daklozen komen geld bedelen gestoord gedrag maar daarom geen psychiatrische stoornis
Psychopathologie
Pyschè (=ziel)
Pathos (=lijden)
De ziekteleer van de ‘psyche’
o m.a.w. de studie of de wetenschap van het geestelijke en psychische lijden
Psychiater vanuit medicatie werken, psycholoog = geen medische achtergrond
kan vanuit zeer uiteenlopende invalshoeken benaderd worden
Uitdaging versus ontstaan concurrerende stromingen
Stelt zich vraag
o “Wat is er met deze mensen en waarom doen ze wat ze doen?”
Psychopathologie
= deelgebied van de psychiatrie
= deelgebied van de klinische psychologie
,Symptomen:
Eigenschappen of kenmerken van psychische stoornissen
Lineair verband wat is de oorzaak van de ziekte en wat is het gevolg/uiting ervan
1.2 WETENSCHAP EN PRAKTIJK
Psychiatrie als toegepaste wetenschap: combinatie van kennis en gevoel
Wetenschappelijke kennis (objectiveren, generaliseren en ordenen, ontleden, vergelijken…) als
deelaspect
Persoonlijk kennen: subjectief aanvoelen en individualiserend werken
Bv. iemand met een depressie is meer dan zijn depressie alleen (persoonskenmerken, leefsituatie…)
Psychiatrie: specialisme binnen de geneeskunde, geïnspireerd door het medische model
Diagnose
o Objectieve beschrijving van hetgeen wat er aan de hand is
bv. zoals een dokter
Verklaring
o Wat is de oorzaak?
Prognose
o Hoe denken we dat het syndroom/pathologie gaat verlopen in de toekomst? Wat is kans op
succes/herstel?
Therapie
Preventie
o Primair (voorkoming…): invloedrijke rol als sociaal werker)
o Secundair (voorkoming resttoestanden, voorkomen verder ontwikkelen)
o Tertiaire (voorkoming nadelige gevolgen…)
1.3 WERKTERREINEN: BREDE WAAIER
Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
Intramurale of klinische zorg (resident):
o Psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ)
o Algemeen psychiatrisch ziekenhuis (APZ)
o Categoraal psychiatrisch ziekenhuis (CPZ: bv. Kinder Psychiatrisch Centrum in Genk)
Extramurale of ambulante zorg
o Centrum voor Geestelijke gezondheidszorg (CGG)
o Centra voor alcohol en andere drugproblemen (CAD)
o Vrijgevestigde zorgverleners (psychologen, psychiaters)
Semimurale zorg
o Beschermde woonvormen
o Deeltijdsbehandeling
2 DIAGNOSE
2.1 SYSTEMATISCHE DIAGNOSTIEK
Diagnose start met nauwkeurige verkenning zonder te willen verklaren
, Hoe?
Anamnese aan de hand van diagnostische interview met de cliënt
o Anamnese: gesprek dat cliënt alles vertelt van kenmerken
Probleemanamnese
huidige toestand/voorgeschiedenis
Biografische anamnese
Gegevens over levensgeschiedenis
Familieanamnese
Vaak niet zo objectief (cliënt spreekt niet altijd waarheid)
Heteroanamnese indien nodig (wanneer info cliënt niet betrouwbaar)
Hulpverlener vraagt bij directe familie of andere hulpverleners naar info
Lichamelijk onderzoek
o Geen lichamelijke oorzaak dus psychisch?
Lichamelijke klachten kunnen een psychische oorsprong hebben
Psychische stoornissen kunnen een somatische oorzaak hebben
Biologische onderzoeksmethoden in de psychiatrie
Psychodiagnostische tests
o Beoordelingsschalen
Instrumenten bepaalde aspecten van persoon op een gestandaardiseerde wijze
worden beoordeeld m.b.v. puntensysteem/scoring resultaat cijfer
Beoordelaar deskundige, familielid of betrokkene (zelfbeoordelingsschalen)
o Functietests
Bepaalde opgaven die proefpersoon moet oplossen (prestatietests)
Bepalen intelligentie + cognitieve vaardigheden
2.2 CLASSIFICATIE VAN SYMPTOOM TOT SYNDROOM
Psychische stoornissen worden aan de hand van aanwezige symptomen geclassificeerd in syndromen
(cfr ziekte in geneeskunde)
Worden onderverdeeld in hoofdsymptomen en bijsymptomen
o Bv. anorexia: hoofdsymptoom: mager, bijsymptoom: niet meer ongesteld
Nut van deze terminologie?
o We spreken dezelfde taal
o We spreken een duidelijke taal
2.3 INDELING VAN PSYCHISCHE STOORNISSEN VOLGENS DE DSM V
= Diagnostic and Statistical Manual of Mental disorders – V
Ordening van psychiatrische stoornissen moet losstaan van de mogelijke oorzakelijke verklaringen
Indeling gesteund op heldere en ondubbelzinnige criteria:
o Door verschillende objectieve beoordelaars op dezelfde manier waarneembaar
o Vroeger grote begripsverwarring, psychiatrie lange tijd beperkt
Andere vorm: ICD (International Classification of Diseases, WHO)
Indeling DSM 5
20 hoofdgroepen (//gemeenschappelijke noemer)
Syndromen worden gegroepeerd vanuit hun verwantschap met de gemeenschappelijke noemer
Het vergroot de overzichtelijkheid en maakt het zoekproces systematisch
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nadialenaerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.