Onmisbare Kennis voor je Tentamen: Staats- en Bestuursrecht In één Samenvatting
Alle hoorcolleges Staatsrecht Inholland 2024, colleges 1 tot 6
Samenvatting Staats- en Bestuursrecht
Tout pour ce livre (96)
École, étude et sujet
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Staats- en Bestuursrecht (RR112)
Tous les documents sur ce sujet (120)
Vendeur
S'abonner
DaanvanBroeckhuijsen
Avis reçus
Aperçu du contenu
Complete samenvatting Inleiding staats-
en bestuursrecht (RD103)
Samenvattingen boek: Beginselen van het
Nederlandse staatsrecht
,Beginselen van het Nederlandse staatsrecht
Samenvatting hoofdstuk 1
1. Benadering van het begrip staat
De gemeenschap die een staat vormt, heeft een gemeenschappelijke cultuur. Zij is tevens een
rechtsgemeenschap. Dat betekent dat zij haar belangrijkste waarden in door dwang te handhaven
leefregels heeft neergelegd.
Een staat: een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over
een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied.
• Erkenning door andere staten is geen formeel vereiste, maar een belangrijke aanwijzing dat
de staat effectief gezag uitoefent.
• De toepassing van dwang ter handhaving van de gemeenschapsnormen is kenmerkend voor
de staat.
Binnen een staat zijn een of meer organen bevoegd tot het uitoefenen van dwang. Men zegt dat die
organen met gezag zijn bekleed.
• Dit gezag kan bij een persoon beruste of bij bepaalde groepen. Het kan ook in de hand
gelegd worden van door het volk gekozen gezagsdragers.
Staatsrecht: de regels die betrekking hebben op de organisatie van de met gezag beklede organen en
de grenzen van hun gezag. Dit staatsrecht is van gemeenschap tot gemeenschap, van staat tot staat
verschillend.
In de Middeleeuwen bijvoorbeeld, was het gezag in de West-Europese landen een persoonlijk recht
van de vorst. Met het opkomen van een klasse die de sociale bescherming van de gezagsdragers
minder nodig had, zoals de kooplieden en de burgers, werd de rechtvaardigheid van het gezag als
persoonlijk recht in twijfel getrokken. Men vond dat het zag in de handen van de staat moest komen
te liggen.
• In de Middeleeuwse maatschappij waren het gezag en de dwang van de overheid natuurlijke
tegenhangers van de sociale zekerheid.
• Voor de latere opkomende burgerij rees de vraag waaraan het gezag zijn rechtvaardiging
ontleende. Hoe is in een maatschappij van vrije individuen gezag te rechtvaardigen? Gezag is
het tegendeel van vrijheid, het beperkt de vrijheid van het individu, en individuen zijn van
nature vrij, gelijk en onafhankelijk (Locke).
Rousseau heeft in zijn contrat social heeft in zijn theorie een antwoord gegeven op de vraag hoe in
een maatschappij van vrije individuen dat gezag te rechtvaardigen is. De theorie van het contrat
social verenigt gezag en vrijheid, omdat het gezag uit de vrijheid is afgeleid: zij maakt het mogelijk de
beperkingen, door gezag aan de individuele vrijheid gesteld, te aanvaarden, omdat het beperkingen
zijn, die bij het contrat social de vrije individuen zichzelf hebben opgelegd.
Ieder staatsrecht is een compromis tussen individuele vrijheid en dwang van de gemeenschap.
Premisse voor iedere staatsleer: elke burger is gelijkwaardig en heeft recht op gelijke invloed op het
staatsbestuur → gelijkwaardigheid. Onbeperkte monarchie en oligarchie zijn met gelijkheidsbeginsel
onverenigbaar.
2. Verdeling van de staatsmacht over verschillende organen
,De verhouding van de burger tot de staat: hij is aan de ene kant de soeverein, die de bestuurders, de
uitvoerders van zijn wil, mede aanwijst; hij is aan de andere kant onderworpen aan het mede door
hemzelf ingestelde gezag.
Het gezag, het bestuur, is onvermijdelijk. Wil de staat voortbestaan, dan moeten voortdurend
beslissingen worden genomen, waarbij belangen afgewogen moeten worden.
• Een beslissingsprocedure, bestuur, gezag, is onvermijdelijk. Het gezag moet de beslissing zo
nodig met dwangmiddelen kunnen doorzetten.
Systeem van checks and balances in de staat: de verdeling van het gezag over verschillende organen
en dus over verschillende mensen of groepen van mensen. Dit om een dictatuur te voorkomen.
• Om dit evenwicht te bereiken, moet elk orgaan een zekere macht en een zekere
verantwoordingsplicht krijgen.
De regering, het parlement en de rechterlijke macht, zijn de drie belangrijkste organen in de staat. In
het huidige staatsrecht in Nederland opereren die drie organen niet onafhankelijk van elkaar.
3. Grondregels van een democratische staatsorganisatie
Aan deze grondregels dient een democratische staatsorganisatie getoetst te worden. De regels
behoren zelf niet tot het positieve recht, het zijn beginselen die niet op alle terreinen in rechtsregels
zijn gerealiseerd.
1) Het legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder grondslag in wet of Grondwet.
a) Elk optreden door organen dient dus te berusten op een wettelijke grondslag. Niet alleen
richting burgers, maar
b) Ook dwang door organen van het Rijk tegen andere openbare lichamen (provincie,
gemeente) kan alleen op grondslag van grondwettelijke of wettelijke regels rechtsgeldig
plaatsvinden.
c) Dezelfde voorwaarde is toepasselijk voor overheidsdwang ten opzichte van vreemdelingen
die zich binnen de grenzen van het Rijk bevinden.
Delegatie van wetgevende bevoegdheid:
• Het legaliteitsbeginsel wordt vaak alleen in formele zin nageleefd, doordat de door regering
en SG gemaakte wet nauwelijks inhoudelijke regels bevat, maar de bevoegdheid deze vast te
stellen overdraagt (delegeert) aan lagere instanties, zoals de regering alleen of individuele
ministers.
• De burgers vindt de voor hem relevante regels dan niet in de formele wet, maar in die – wel
op formele wet berustende - lagere voorschriften.
2) Verantwoordingsplicht of controle: Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder
verantwoording schuldig te zijn of zonder dat op die uitoefening controle bestaat.
Vormen van verantwoordingsplicht:
1) Politieke verantwoordingsplicht: politieke verantwoordingsplicht van bestuurlijke organen
tegenover vertegenwoordigende organen. De ministers moeten zich bijvoorbeeld
verantwoorden tegenover het parlement.
2) Ambtelijke ondergeschiktheid: ambtenaren die bepaalde bevoegdheden hebben, zijn
verantwoording verschuldigd aan hun chefs. De chefs zijn op hun beurt weer
verantwoordelijk voor de instructies die zijn aan hun ondergeschikte ambtenaren hebben
gegeven.
, 3) Bestuurlijk toezicht: zo heeft de regering de beperkte bevoegdheid zich te bemoeien met het
beleid van gemeentelijke of provinciale organen.
4) Strafrechtelijke verantwoordelijkheid: een gezagsdrager kan strafrechtelijk verantwoordelijk
zijn voor zijn daden.
5) Beroep
6) Burgerlijke rechter: wanneer er geen speciale beroepsmogelijkheid aanwezig is, is de
burgerlijke rechter bereid ambtshandelingen te toetsen aan art. 6:162 BW.
7) Rechterlijke toetsing van wetgeving: er is ook een controle van de rechter op zekere
wetgevende organen.
4. Democratie, rechtsstaat en historische ontwikkeling
Een rechtsstaat: een staat waarvan de organisatie erop gericht is dat burgers beschermd zijn tegen
machtsmisbruik door de staat zelf.
• Kenmerkend voor ene rechtsstaat is dat de staatsorganen zijn onderworpen aan het recht.
In de loop van de geschiedenis hebben de volgende waarborgen zich ontwikkeld tegen
machtsmisbruik door staatsorganen:
1) De staat erkent dat individuen en particuliere instellingen een staatsvrije sfeer toekomt. Ook
een door het volk gekozen parlement moet deze grondrechten respecteren. Minderheden
worden zo beschermd tegen een tirannieke meerderheid.
2) Optreden van het bestuur dat voor de burger bezwarend is, zoals het heffen van belastingen,
dient te berusten op een algemene regel die de bevoegdheid van het desbetreffende orgaan
omschrijft. Dit bevordert de rechtszekerheid en voorkomt ongelijkheid van burgers.
3) De regels waarin de bevoegdheden van staatsorganen zijn omschreven, moeten zijn
vastgesteld door een ander orgaan.
4) Geschillen tussen de staat en de burger moeten worden beslist door een onpartijdige en
onafhankelijke rechter. Alleen op die manier kan een eerlijke afweging plaatsvinden van de
wederzijdse belangen.
Een parlementair stelsel: de procedure die leidt tot het benoemen van ministers en het parlement
bepaalt hoe lang deze bewindspersonen in functie blijven. De kern van dit parlementaire stelsel komt
tot uiting in het feit dat de koning voor het leven benoemd wordt.
Een democratische staat wordt gekenmerkt door het feit dat zij openstaat voor wisselwerking van
regering. Democratische grondrechten, als vrijheid van meningsuiting, vereniging, vergadering en
kiesrecht, zijn geschikt om de burger de kans te geven aan zo’n wisselwerking bij te dragen.
Vormen van een directe democratie:
1) Referendum: een volksstemming over een door de overheid te nemen of genomen besluit.
2) Burgerinitiatief/volksinitiatief: een aantal burgers hebben gezamenlijk het recht over een
aangelegenheid van overheidsbeleid een uitspraak te vragen van vertegenwoordigende
organen en/of kiezers.
Verschil volksinitiatief en burgerinitiatief:
• Volksinitiatief: het laatste wordt kan aan de kiezers zijn, doordat het voorstel aan een
bindend referendum wordt onderworpen.
• Burgerinitiatief: de eindbeslissing ligt bij het vertegenwoordigend orgaan.
5. Historische-systematische methode
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DaanvanBroeckhuijsen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.