Deze samenvatting helpt je om je optimaal voor te bereiden voor je toetsweek voor het vak (bedrijfs)economie!
Dit document is een volledige samenvatting + aantekeningen waarbij de leerdoelen op een duidelijke manier worden beantwoord. De begrippen zijn op een duidelijke manier beschreven.
Daarnaa...
Economie samenvatting p4
H5.1- omzet, kosten en winst
De omzet van een bedrijf = de verkoopprijs (exclusief btw) x de afzet.
De brutowinst = het verschil tussen de omzet & de inkoopwaarde van de omzet (exclusief
btw).
De nettowinst = de brutowinst - de bedrijfskosten.
Voorbeelden van bedrijfskosten: de loonkosten, energiekosten & waardevermindering van de
kapitaalgoederen.
Een ander woord voor nettowinst: bedrijfsresultaat.
Een bedrijf lijdt verlies als de bedrijfskosten hoger zijn dan de brutowinst.
Als de bedrijfskosten hoger zijn dan de brutowinst: lijdt een bedrijf verlies
De kosten van een bedrijf (exclusief de
Bedrijfskosten inkoopwaarde van de omzet).
Bedrijfsresultaat / nettowinst Ander woord voor de nettowinst
Verlies Wanneer de (bedrijfs)kosten hoger zijn
dan de opbrengsten / brutowinst
De overheid verplicht bedrijven btw te berekenen met de verkoopprijs.
Btw = belasting over de toegevoegde waarden. Een ander woord voor btw is
omzetbelasting.
Voor het bedrijf zelf, is de btw niet van belang, maar voor de consument(en) wel
Voor een bedrijf is de btw dus niet van belang. De consument betaalt de btw.
De consumentenprijs = de verkoopprijs inclusief btw (voor de consumenten)
Er zijn 3 btw-percentages:
1. 21% btw voor de meeste goederen.
2. 9% btw voor basisgoederen (zoals levensmiddelen & medicijnen), dus belangrijke
dingen
3. 0% btw voor exportgoederen
Amira heeft variabele & vaste kosten.
De inkoop van de levensmiddelen hoort bij de variabele kosten.
De huur van het pand hoort bij de vaste kosten. Een ander woord voor vaste kosten
is constante kosten
Een bedrijf moet voldoende omzet halen om de variabele kosten & de vaste kosten te
kunnen betalen. Als de omzet precies voldoende is om alle kosten te betalen, spreek je van
de break-evenomzet.
, De break-evenomzet = als de omzet precies voldoende is om alle kosten te kunnen
betalen. De kosten zijn dan gelijk aan de opbrengsten.
Bij deze omzet behaalt het bedrijf geen winst, maar ook geen verlies.
De bijbehorende afzet is de break-evenafzet
Er zijn 2 manieren om de break-evenafzet te berekenen:
1 De totale opbrengst is gelijk aan de totale kosten: TO = TK.
2 vaste kosten : (verkoopprijs – variabele kosten per product) = break-evenafzet
Break-evenafzet = TO = TK
Break-evenafzet = Vaste kosten : (verkoopprijs – variabele
kosten per product)
De kosten van 1 product = de totale bedrijfskosten : het aantal geproduceerde goederen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nisaince. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.