2021 - 2022
Persoonlijkheidspsychologie
Inleiding
De persoonlijkheidspsychologie is de tak vd psychologie die zich bezighoudt met het bestuderen van
persoonlijkheid. Deze tak houdt zich bezig met het bestuderen vd manieren waarop mensen,
psychologisch gezien, van elkaar verschillen en wat dit voor gevolgen heeft voor hoe mensen zich
voelen, hoe ze denken en hoe ze zich gedragen.
Probeert te begrijpen waarom mensen zo verschillend kunnen zijn en wat de oorzaken en gevolgen
daarvan zijn. De persoonlijkheid heeft grote effecten op hoe mensen thuis, op school en op het werk
functioneren. Bepaalt hoe mensen zich ontwikkelen, de relaties die ze met anderen aangaan, het
maatschappelijk succes dat ze hebben en de mate waarin ze gezondheidsklachten ontwikkelen.
Jongeman met cocaïne- en internetverslaving die ondanks verschillende therapieën, blijft hervallen.
• Geen zelfdiscipline
• Hij is op zichzelf niet sterk genoeg om het vol te houden - hij heeft mensen rondom hem nodig
die hun focus 100% op hem leggen.
• Hij begrijpt zijn probleem niet / hij ziet het niet als een probleem / hij ziet de ernst vh probleem
niet, waarom hij vervalt
Drie analyseniveaus - analyse van persoonlijkheid op 3 verschillende niveaus
• Elk mens is zoals alle anderen
• Elk mens is zoals sommige anderen
• Elk mens is als geen ander
Elk mens is zoals alle anderen:
• Human nature
• Gemeenschappelijkheden
• Ergens bij willen horen
• Bv. Puberteit en seksuele interesse
Elk mens is zoals sommige anderen:
• Individuele verschillen: je bent als individu zoals andere individuen zijn
• Verschillen tussen groepen
• Bv. Mate van perfectionisme bij sporters
Elk mens is als geen ander:
• Uniciteit
• Iemands unieke manier van verdriet hebben
Vb.: nood aan verbinding
• Als mens
• Als Belg
• Als Marie
Persoonlijkheid kan:
• Nomothetisch onderzocht worden
• Idiografisch onderzocht worden
1
, 2021 - 2022
Nomothetisch – studie van groepen
- Wat? Bestuderen van groepen
- Focus: gelijkenissen tussen groepen
- Waarom: universele wetmatigheden ontdekken over ‘de mens’
- Hoe: zelfrapportage, statistische analyses
- Nadeel: weinig kennis over de complexiteit en dynamiek binnen individu
Idiografisch – studie van het individu
- Wat: bestuderen van één individu
- Focus: uniciteit van het individu
- Waarom: dieper begrip van het individu
- Hoe: kwalitatief
- Nadeel: moeilijk generaliseerbaar
1 Hoofdstuk 1: Persoonlijkheid: een introductie
1.1 Wat is persoonlijkheid?
Persoonlijkheid heeft betrekking op de kenmerkende individuele verschillen tussen mensen id. manier
waarop ze denken, zich voelen en zich gedragen. Deze individuele verschillen zijn vrij stabiel en deels
genetisch bepaald en openbaren zich in verschillende situaties.
Achter die gedachten, gevoelens en gedragingen zitten bepaalde psychologische mechanismen schuil
en dat deze mensen helpen zich aan te passen aan hun omgeving.
- Fysieke kenmerken: man/vrouw, leeftijd, grootte, lichaamsbouw, …
- Interesses: favoriete film, eten, muziek, drinken, …
- Persoonlijke geschiedenis: opleiding gevolgd, gezin, relatie, kinderen, …
- Eigenschappen: spontaan, hulpvaardig, lief, betrouwbaar, …
→ Er zijn ontzettend veel verschillende manieren waarop mensen van elkaar kunnen verschillen en
dat er geen 2 mensen zijn met exact dezelfde beschrijving.
1.1 Kenmerkende individuele verschillen
Kenmerken: trekken (traits) = de eigenschappen die verschillen tussen mensen beschrijven.
Individuele verschillen: alle verschillen tussen mensen of dat mensen van elkaar onderscheidt.
Enkele individuele verschillen zijn stabiel zoals geslacht, oogkleur en intelligentie. Anderen verschillen
veranderen in tijd zoals leeftijd, voorkeur van activiteiten. Ook psychologisch van aard, als spontaan en
zelfverzekerd, perfectionistisch, …
Average tendencies = gemiddelde neiging om een bepaald gedrag te stellen.
Vb. iemand die betrouwbaar en eerlijk is zal doorheen de tijd de gemiddelde gedragsneiging vertonen
die hierbij aansluit.
→ Het is meestal stabiel maar kan ook afwijken, bv. In levensbedreigende situaties.
Trekpsychologie: onderzoeken psychologische trekken, de meest erfelijke universele trekken. Gaan
opzoek naar individuele verschillen en hoe die gedrag beschrijven, verklaren en voorspellen.
→ Doel? Basisdimensies van persoonlijkheid
- Beschrijvende functie: de persoonlijkheidsvragenlijst, schets maken van iemands
persoonlijkheidstrekken om een voorstelling te maken van die persoon.
2
, 2021 - 2022
- Verklarende functie: bepaald gedrag te verklaren vanuit de persoonlijkheid, hoe komt het?
Waarom? Hebben andere omstandigheden hier mee te maken? Heeft het te maken met
persoonlijkheid?
- Voorspellende functie: volgens de persoonlijkheid iets gaan voorspellen, toekomstig gedrag
voorspellen. Heeft te maken met correlaties tussen eigenschappen en gedrag.
1.1.1 Karakter
Karakter: het kenmerkende of typerende van een persoon.
• Karakterbeschrijvingen zijn vaak stereotiepe beschrijvingen van
mensen. Zoals hij is een strever.
• Charasso: graveren, insnijden, stempel op kleven.
• 2 uitgangspunten:
o Karaktertrekken als eigenschap (intern of verborgen
eigenschappen van een persoon die een gedrag
veroorzaken
➢ Causaal: gebeurtenis is gevolg van andere gebeurtenis
➢ Intern: individuen gaan behoeften vd ene situatie naar de andere situatie
overdragen
o Karaktertrekken als samenvattingen: termen van karaktertrekken zijn beschrijvende
samenvattingen vd langdurige aspecten van iemands gedrag.
➢ Niet causaal
➢ Langdurig aspect van iemand gedrag
! Gedrag verandert door de tijd, het karakter/persoonlijkheid minder!
1.1.2 Temperament
Temperament: ontstaan door een ‘mengverhouding’ van 4 vloeistoffen in het lichaam.
→ Humores: bloed, slijm, gal en zwarte gal.
Een teveel aan Naam temperament Psychologische beschrijving
Bloed Sanguinisch Vrolijke, vriendelijke en grappig
Slijm Flegmatisch Traag, loom en lui
Gal Cholerisch Onstuimig, grootmoedig en onverschrokken
Zwarte gal Melancholisch Somber, zwijgzaam en vasthoudend
→ Te veel of weinig van deze vloeistoffen zou een bepaald gedrag en emoties verklaren
Vandaag wordt de term temperament gebruikt om te verwijzen naar basale
persoonlijkheidseigenschappen die al id. kinderjaren aanwezig zijn en die observeerbaar zijn. Zoals de
manier waarop baby’s op prikkels reageren en hun algemene energieniveau.
Experiment meten van temperament – Mary Rothbart:
• Stabiele eigenschappen: vroeg aanwezig
• Stabiliteit groeit met de leeftijd
• Stabiliteit van temperament is hoger over korte intervallen
! Persoonlijkheid bestaat uit karakter en temperament!
3
, 2021 - 2022
1.2 Denken, voelen, doen
Cognitieve processen van informatieverwerking:
• Output hangt af van persoonlijkheid
• Input: gebeurtenis
• Output = gedrag
1.3 Stabiliteit van persoonlijkheid
Persoonlijkheid en gedrag hoeven niet altijd samen te vallen.
Persoonlijkheid = relatief stabiel
De stabiliteit neemt ook toe met de leeftijd, met een piek van stabiliteit: 50-60jaar → nuance:
gedragsuitingen – persoonlijkheidstrekken
• Relatieve stabiliteit
• Rangordestabiliteit
• Mean-level stabiliteit
1.3.1 Rangordestabiliteit
Rangordestabiliteit: Relatieve positie die iemand binnen de groep inneemt in verloop vd tijd.
Vb.: zijn kinderen die relatief opstandig zijn in vergelijking met leeftijdsgenoten dat na verloop van tijd
nog steeds?
Coast & McCrae, 2 belangrijke persoonlijkheidsdenkers: onderzoek dat dit nagaat volgt mensen
gedurende een bepaalde tijd. De onderzoekers nemen dan op verschillende momenten tests af die
bepaalde persoonlijkheidseigenschappen meten, en kijken vervolgens in hoeverre de scores van die
verschillende meetmomenten met elkaar samenhangen.
→ Individuen behouden hun relatieve positie ten aanzien vd groep
1.3.2 Mean level-stabiliteit
Mean level-stabiliteit: heeft betrekking op de mate waarin scores van groepen personen naarmate ze
ouder worden hetzelfde blijven. Stabiliteit van groepen personen. Vergelijking vd gemiddelde score van
een populatie over de tijd.
→ Opgemerkt dat er mogelijk veranderingen plaats vinden binnen een bepaalde
persoonlijkheidstrek, maar dat de persoonlijkheid doorheen de volwassenheid relatief stabiel is.
1.4 Erfelijkheid van persoonlijkheid
Het feit dat persoonlijkheid stabiel is, betekent dat het 5 fundamentele eigenschappen betreft, die
vermoedelijk een duidelijke genetische basis hebben.
Erfelijkheid: verwijst naar de mate waarin genen overeenkomsten en verschillen tussen mensen kunnen
verklaren.
• Oogkleur, lengte, …
Het deel vd verschillen en overeenkomsten tussen personen dat niet erfelijk is, wordt bepaald door de
omgeving.
4