NEDERLANDS: KINDER- EN JEUGDLITERATUUR
KRACHTIG WERKEN MET KINDER- EN JEUGDLITERATUUR
1. Inleiding
Waarom onderscheid tussen kinder- en jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen?
- Moeilijkere woordenschat
- Gevoelsmatige onderwerpen
Waarom literatuur bij kinderen belangrijk?
- Taalcompetenties bevorderen
Ontstaan in 1778: dichtbundel Proeve van kleine gedigten voor kinderen van Hiëronymus van Alphen.
Bekendste gedicht: Jantje zag eens pruimen hangen.
Waarom? Eerste gedicht waar kind aan het woord kwam.
Definitie: Literaire teksten die geschreven zijn door en voor en gelezen worden door kinderen en
jongeren.
- Meestal jongeren als hoofdpersonage
- Rol van volwassene belangrijk, schijven, illustreren, vertalen, gerecenseerd, lezen, kopen en
verkopen deze boeken.
2. Leerbevordering
Definitie leesbevordering
Leesplezier bij kinderen
Leesbevordering door leerkracht
(Stimuleren van lezen) Literaire competenties bevorderen
(Literatuur lezen, begrijpen en waarderen)
2.1 Leerprezier ervaren
Leesbevordering gaat in de eerste plaats over het bevorderen van het leesplezier van kinderen.
Leerkracht heet een waardevolle en belangrijke taak:
- Leesplezier ontluiken, aan te wakkeren, verbreden en verdiepen.
- Kinderen binnen te leiden en te begeleiden in de ruime wereld van boeken en verhalen.
Ruime wereld = informatieve boeken, kindertijdschriften, strips, moppenboeken, luisterboeken,
knutselboeken, prentenboeken,…
Basisdoelstellingen leesbevordering:
De leerlingen staan positief tegenover lezen, ze lezen graag.
De leerlingen kunnen hun eigen ervaringen met lezen en boeken weergeven en hun eigen
leesvoorkeuren (zowel op het vlak van fictie als non-fictie) ontdekken via allerlei vormen
van boekpromotie.
De leerlingen ontwikkelen/groeien op het vlak van lezen: ze durven andere en ‘moeilijkere’
boeken/genres aan, ze breiden hun leesvoorkeuren uit, hun leeservaring verdiept …
Fleur Vanparijs 1BaLo
, 2.2 Literaire competentie ontwikkelen
Ontwikkelen van de literaire competentie gaat veder:
- (leren) lezen van bepaald type teksten (vb.: fictie)
- Op een andere manier lezen
- Het ontwikkelen van een bepaalde houding ten opzichte van literatuur: bereidheid om je als
lezer in te spannen en je te ‘openen’ voor het onbekende.
Deze competenties staan niet expliciet in de eindtermen, wel luisteren, spreken, lezen, schrijven,…
- probleem afdwingbaarheid en toetsbaarheid doelen.
Specifieke doelstellingen literaire competentie:
De leerlingen staan positief tegenover fictie: ze luisteren graag naar verhalen en gedichten
en ze lezen zelf graag fictionele teksten.
De leerlingen kunnen hun eigen ervaringen met fictieboeken weergeven en hun eigen
leesvoorkeuren (favoriete kinderboeken, auteurs, literair genre, …) ontdekken via allerlei
vormen van boekpromotie. Ze breiden die leesvoorkeuren geleidelijk aan uit en hun
leeservaring verdiept.
De leerlingen kunnen bij zichzelf verwachtingen en voorkennis oproepen ten aanzien van
een verhaal of gedicht.
De leerlingen kunnen reflecteren over de werkelijkheidswaarde van een verhaal: kan wat
in het boek gebeurt ook echt gebeuren of niet?
De leerlingen kunnen hun waardering uitspreken over een verhaal of een gedicht.
De leerlingen kunnen - op hun niveau - in fictionele teksten die aansluiten bij hun
ervaringswereld en ontwikkelingsniveau belangrijke structurele elementen en
verteltechnische aspecten in verband met personages, tijd en ruimte, compositie, …
ontdekken. Ze herkennen karakteristieke kenmerken van het literaire genre.
3. De leescirkel van Aidan Chambers
Aiden Chambers:
- Ontwikkelde met de leescirkel een overzichtelijke kader dat kan helpen om op school een
stimulerende leesomgeving te creëren.
(handeling in een cirkelbeweging)
Fleur Vanparijs 1BaLo