Complete samenvatting voor het tentamen van het vak Cultuur, Communicatie en Diversiteit. Bevat de volgende literatuur:
- Exploring Intercultural Communication (Zhu)
- Ethnocentricism and Othering (Jackson)
- Berichtgeving over moslims en de islam in de westerse media: Beeldvorming, oorzaken en alt...
Samenvatting tentamen CCD - Cultuur, communicatie en diversiteit
Samenvatting Exploring Intercultural Communication (Zhu)
Communicatie, Cultuur en Diversiteit Tentamen
Tout pour ce livre (5)
École, étude et sujet
Universiteit Utrecht (UU)
Communicatie- en Informatiewetenschappen
Cultuur, Communicatie en Diversiteit
Tous les documents sur ce sujet (5)
4
revues
Par: lottezpnr • 6 année de cela
Par: clairevantulder • 6 année de cela
Par: bvanrijst • 5 année de cela
Par: janna9 • 7 année de cela
Par: aannnnee • 7 année de cela
Traduit par Google
Thanks! Success with the exam :)
Vendeur
S'abonner
aannnnee
Avis reçus
Questions d'entraînement disponibles
Oefenvragen Cultuur, Communicatie en Diversiteit
Fiches58 Fiches
€3,494 vendus
Fiches58 Fiches
€3,494 vendus
Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Wat zijn de drie benaderingen naar cultuur in taalonderwijs? Geef voor alle drie een korte beschrijving.
Réponse: 1. Culture as content
De focus in het onderwijs ligt op luisteren, spreken, lezen en schrijven. Hierbij wordt cultuur als een losstaand fenomeen bestudeerd.
2. Integrated approach
Deze benadering stelt dat cultuur onlosmakelijk is verbonden met taal.
3. Intercultural approach
Hierbij is het doel niet om een native spreker te worden, maar om een interculturele spreker te worden. De focus ligt niet op het opdoen van talige en culturele kennis van een specifieke taal of cultuur, maar op het succesvol kunnen communiceren in en bemiddelen tussen verschillende culturen. Het uitgangspunt is dat leerders een \'derde cultuur\' kunnen creëren, waarin interactie tussen de eigen en de doelcultuur plaatsvindt, zonder dat de ene cultuur daarbij vervangen wordt door de andere.
2.
a) Wat houdt sociale categorisatie volgens Jackson in?
b) Volgens Jackson doorloopt sociale categorisatie drie stappen. Benoem deze stappen.
c) Welke mogelijke uitwerkingen van sociale categorisatie zijn volgens Jackson schadelijk voor interculturele communicatie?
Réponse: a) Sociale categorisatie verwijst naar het categoriseren van de mensen om ons heen om de wereld om ons heen overzichtelijk en begrijpelijk te maken. Dit doen we door onze waarnemingen tot handelbare informatie te reduceren op basis van onze ervaring en perceptie.
b) 1. Selectie 2. Organisatie 3. Interpretatie
c) Essentialisme, reductionisme en othering.
3.
Noem drie doelen van small talk.
Réponse: 1. Het opbouwen van consensus; het warmt mensen sociaal op.
2. Afzwakken van de transactionele aard van de interactie.
3. Opbouwen van collegialiteit.
4.
Tussen welke twee vormen van humor maakt Zhu onderscheid?
Réponse: Supportive en contestive humor.
5.
Welke semantische kwesties treden er op wanneer een bedrijf probeert te adverteren in het buitenland?
Réponse: Bedoelde connotaties kunnen verloren raken en onbedoelde betekenissen kunnen optreden.
6.
Berry onderscheidt 4 verschillende niveaus van acculturatie. Noem deze niveaus en ieder niveau kort uit.
Réponse: 1. Assimilatie → het individu doet moeite om de gedragingen en praktijken van de gastcultuur aan te nemen en beëindigt hiermee zijn/haar native culturele identiteit
2. Integratie → het individu verlangt een goed niveau van contact met de gastcultuur terwijl zijn/haar native culturele identiteit wordt behouden
3. Separatie → het individu houdt een laag niveau van interactie met de gastcultuur maar zoekt naar een sterke verbinding met zijn/haar native cultuur
4. Marginalisatie → het individu wilt zowel niet interacteren met de gastcultuur als met zijn/haar native cultuur
7.
Noem twee doelen van study abroad.
Réponse: 1. Intercultureel leren
2. Taal leren
8.
Wat is het verschil tussen de U-curve en de W-curve?
Réponse: De U-curve houdt in dat de tevredenheid heel hoog is bij aankomst in het buitenland, wat wordt gevolgd door een cultuurshock, waarna het tevredenheidsniveau weer stijgt. De W-curve is een uitbreiding van het model van de U-curve. Het model van de W-curve houdt in dat de tevredenheid heel hoog is bij aankomst in het buitenland, wat wordt gevolgd door een cultuurshock, waarna het tevredenheidsniveau weer stijgt. Bij terugkeer in het thuisland is het tevredenheidsniveau nog hoog, maar daarna is er sprake van een re-entry shock. Hierna stijgt het tevredenheidsniveau weer.
9.
Welke onderstaande stellingen zijn juist?
I In een high-context cultuur is er meer behoefte aan expliciete berichten dan in een low-context cultuur.
II In een low-context cultuur wordt er gedaan aan in hokjesdenken.
a) Stelling I is juist, stelling II is onjuist
b) Stelling II is juist, stelling I is onjuist
c) Beide stellingen zijn juist
d) Beide stellingen zijn onjuist
Réponse: B: Stelling II is juist, stelling I is onjuist.
Uitleg: In een high-context cultuur bevindt de meeste informatie zich in de persoon en is er minder behoefte aan het expliciete overgedragen deel van het bericht. In een low-context cultuur is de informatie grotendeels gevestigd in de expliciete code van het bericht.
In low context cultuur plaatsen mensen hun persoonlijke relaties in hokjes en kan er niet worden aangenomen dat de andere partij in de conversatie achtergrondkennis deelt.
10.
Noem de regels van beleefdheid.
Réponse: - Niet opleggen
- Opties geven
- Wees vriendelijk; laat de geadresseerde zich goed voelen
Aperçu du contenu
Cultuur, Communicatie en Diversiteit – Samenvatting Tentamen
Exploring Intercultural Communication Language in Action – Zhu
Hoofdstuk 1 – Language classrooms
1.1 Culture and language learning and teaching (does learning a language mean learning a
culture?)
Er zijn verschillende manieren waarop cultuur behandeld wordt bij het leren van een taal:
Cultuur als content
Focust op het leren van de taalgemeenschap en het ontwikkelen van cultureel
bewustzijn door middel van feiten. Luisteren, spreken, lezen en schrijven zijn de
vaardigheden die de leraar over probeert te brengen. Cultuur wordt gebruikt als een
pedagogische tool om de leerling geïnteresseerd te laten worden of om de taalles te
contextualiseren.
Dankzij antropologie werd het duidelijk dat cultuur niet slechts feiten of statische
informatie is. Het is daarentegen een vorm van delen tussen een groep mensen. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten culturen:
1. Cultuur met een Hoofdletter C kunst, muziek, literatuur etc.
2. cultuur met een kleine letter c gedragspatronen en levensstijlen van
alledaagse mensen
Leertechnieken om het culturele bewustzijn van een leerling te vergroten zijn:
o Cultuur capsule moedigt expliciete discussie over de verschillen tussen
de eigen cultuur en de cultuur in kwestie aan, en wordt ondersteund door
visuele illustraties van de verschillen
o Cultuur assimilatoren scenario-gebaseerde vragen en antwoorden. In elk
scenario wordt een kritisch incident van interculturele communicatie
beschreven en worden er verklaringen gegeven waaruit de leerlingen de juiste
moeten kiezen
o Cultuur eiland bewustzijn vergroten door middel van posters, foto’s etc. en
hierover de leerlingen laten discussiëren
o Drama leerlingen interculturele interacties laten uitvoeren waarin
misverstanden plaatsvinden, en hier de leerlingen vervolgens verklaringen en
oplossingen voor laten bedenken
Deze benadering veronderstelt dat cultuur een andere dimensie van taalonderwijs is
en hierdoor afscheidbaar van taal is
Taal-en-cultuur onderwijzen: een geïntegreerde benadering
Drie voorbeelden:
1. De behoefte om de natuurlijke cultuur en taal van de leerling te integreren in
taal- en cultuuronderwijs geeft meer aandacht aan de achtergrond van de
leerling
2. De behoefte om cultuur in alle niveaus van taalonderwijs te integreren
beïnvloed bij het idee van ‘communicatieve competentie’ wat inhoudt dat
kennis over hoe een taal gebruikt en geïnterpreteerd moet worden in een
context-sensitieve en cultuurpassende manier essentieel is voor succesvolle
communicatie, betreft het leren van cultuur in conjunctie met taal
3. De behoefte om cultureel bewustzijn tot een essentiële en geïntegreerde
component van communicatieve competentie te maken voorloper van de
interculturele benadering
Cultuur door taal onderwijzen: een interculturele benadering
Deze benadering gelooft dat het doel van taalonderwijs niet simpelweg het
ontwikkelen van perfecte linguïstische vaardigheden is of het verkrijgen van culturele
informatie, maar om een ‘interculturele spreker’ te worden die kan bemiddelen tussen
verschillende culturen en perspectieven. Het doel is niet om iemands natuurlijke taal
, en cultuur te vervangen met een andere taal en cultuur, maar om een ‘derde cultuur’
te creëren. Dit is de plek waar iemands eigen en de doelcultuur interacteren met
elkaar. Dit idee wordt ook wel symbolische competentie genoemd.
Er zijn verschillende theorieën wat betreft cultuur, en dan voornamelijk wat betreft
cultuuronderwijs:
1. ‘Ontvangen’ perspectief ziet culturen in hun meest typische vorm as geografisch
onderscheiden entiteiten, niet veranderend en homogeen. Ook wordt cultuur als een
systeem van regels en normen gezien die persoonlijk gedrag bepalen.
2. ‘Ontvangen-maar-kritisch’ perspectief ziet cultuur nog steeds als een verzameling
van gedeelde, mogelijk normatieve, waarden. Dit perspectief is wel kritisch ten
opzichte van de essentialistische neiging.
3. Erkenning van cultuur als een problematisch concept en kijkt hierom naar termen
zoals identiteit als een postmodernistisch alternatief voor traditionele benaderingen
naar cultuur
1.2 Culture of learning (how many times do I need to practise?)
Leren en onderwijzen zijn cultureel gebonden en cultureel betekenisvolle activiteiten. De
cultuur van leren zijn op cultuur gebaseerde opvattingen over allerlei kwesties in het
onderwijs. Culturele verschillen in onderwijsstijlen worden soms geïnterpreteerd als iets wat
past bij elk individu uit die gemeenschap. Dit kan leiden over-generalisatie en over-
bestempelen.
1.3 Multicultural classrooms (Why is she so quiet in the classroom?)
Actieve participatie wordt vaak door leraren gezien als de optimale leerconditie voor
studenten. Er heerst het idee dat actieve participatie sterk gelinkt is aan de autonomie van
de leerder de leermogelijkheden vergroot en dus bijdraagt aan het succes van de leerder. Er
zijn een aantal feiten en factoren die leiden tot spanning in klassikale participatie:
Feiten
o Er is een ongelijke distributie van beurten, en een verschil in kwaliteit van de
contributie tussen native sprekers en L2 leerders
Factoren
o Leercultuur in de native cultuur van een L2 leerder
o Angst voor taalleren
o Linguïstische bekwaamheid
o Interactionele patronen
o Content-gerelateerde kwesties
o Taalideologie
Iemands opvattingen over socio-culturele waarden van taal en het
gebruik
o Discoursstijl in het klaslokaal
o Personaliteiten
o Een handeling en uitkomst van co-constructie en onderhandeling
Rol van sociale interactie in constructie van de identiteit van de leerder
en competentie
Interactie tussen studenten en docenten vindt plaats in verschillende contexten en door
verschillende media. Contexten verschillen in de mate vaan taak- en doeloriëntatie.
Cross-culturele pragmatiek onderzoekt hoe dezelfde speech act wordt gerealiseerd in
verschillende talen. Intertaal pragmatiek onderzoekt de ontwikkeling van pragmatische
kennis en vaardigheden van non-native sprekers.
De uitdaging voor studenten is om ongeschreven regels te ontdekken.
Hoofdstuk 2 – The workplace
2.1 Meetings (Has anything been decided in the meeting?)
, Hoe vergaderingen worden gehouden kan verschillen per land. Een vergadering heeft
meestal zes sequentiële fases:
1. Vergadering voorbereiding
2. Pre-meeting hier kunnen deelnemers aan small talk doen
3. Opening van de vergadering
4. Discussie van de agenda neemt vaak de vorm van probleemoplossing, kan op
twee manieren verschillen:
o Lineair elk probleem wordt opgelost voordat er naar een ander probleem
wordt gegaan
o Spiraal kwesties die gerelateerd zijn aan een probleem kunnen op
meerdere momenten in de vergadering aan bod worden gebracht
5. Sluiting van de vergadering
6. Post-vergadering effecten impact van de vergadering op volgende gebeurtenissen
Naast de gelijkenissen in algemene structuur delen vergaderingen nog een aantal
eigenschappen:
Rol van de voorzitter bestaat meestal uit openen en sluiten en beheren welke
kwesties aan bod komen
Sommige linguïstische eigenschappen en kernwoorden zijn onmisbaar, bijvoorbeeld
het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden en back-channels (bv. yeah, oh)
Beurtwisselingsdynamiek is gerelateerd aan de status van de individuen
De waargenomen expertise en status van deelnemers, hiervan zijn vier categorieën:
o Generieke sociale categorie (etniciteit, geslacht, leeftijd etc.)
o Generieke gedragingen (taal, kledij, dominantie etc.)
o Specifieke attributen (taakervaring, diploma’s etc.)
o Specifieke gedragingen (postuur, non-verbaal/verbaal taakvertrouwen)
2.2 Small talk (Haven’t seen you for ages!)
Small talk is oorspronkelijk gedefinieerd als fatische communicatie, als de taal die gebruikt
wordt in vrije, doelloze omgang. Tegenwoordig verwijst small talk naar niet-taakgerichte
conversaties waarin sprekers geen expliciete transactionele doelen hebben. Small talk voor
taakgerichte interactie helpt met het bouwen van consensus, omdat small talk mensen als
het ware sociaal opwarmt. Small talk aan het einde van taakgerichte interactie helpt met het
afzwakken van de transactionele aard van de interactie en adresseert het positieve face van
de ontvanger. Small talk kan ook gebruikt worden om collegialiteit te vormen. Daarnaast is
het ook een plek voor het vertonen van en onderhandelen over macht tussen superieuren en
ondergeschikten. Bovendien kan het dienen als een discoursstrategie om stiltes te
voorkomen. Hierin komen wel cross-culturele variaties voor. Verschillen vinden ook plaats in
de mate van small talk en de gepastheid van onderwerpen. Onderwerpen in small talk
kunnen in drie typen worden geclassificeerd:
1. Onderwerpen die gerelateerd zijn aan de onmiddellijke situatie
2. Onderwerpen die gerelateerd zijn aan externe situaties
3. Onderwerpen over conversatiedeelnemers
Wanneer mensen van verschillende culturen met elkaar interacteren kunnen er
misverstanden optreden als resultaat van verschillende normen en verwachtingen in small
talk.
2.3 Humour (I didn’t get that!)
Humor wordt evenals small talk vaak gebruikt in de werkvloerdiscours. Een manier om
humor te onderscheiden is het onderscheiden tussen supportive humor en contestive humor
op basis van de pragmatische oriëntaties van de inhoud:
Supportive humor deelnemers voegen toe, gaan verder op of versterken de
proposities of argumenten van eerdere contributies
Contestive humor deelnemers dagen de proposities van eerdere contributies uit
Volgens Holmes heeft humor een aantal functies:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aannnnee. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.