Samenvatting Zelfgemaakte vragen + antwoorden die alle hoorcolleges, werkcolleges en casussen van FABA303 samenvatten
23 vues 3 fois vendu
Cours
FA BA303 Auto immuniteit (FABA303)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Zelfgemaakte vragen die alle hoorcolleges, werkcolleges en casussen van FABA303 samenvatten. Als je deze vragen kan beantwoorden, ken je de hoorcolleges, werkcolleges en casussen en ben je goed voorbereid op het tentamen. Antwoorden staan onderaan het document.
1. Wat zijn de primaire en secundaire lymfoïde organen?
2. Wat zijn hun functies?
3. Hoe komen naïeve T en B cellen in de secundaire lymfoïde organen terecht?
4. Hoe komt een bacterie een lymfeknoop binnen?
5. Als ie in de lymfeknoop aangekomen is, kan die de B of T cel zone in. Noem de 3 manieren
om in de B cel zone te komen.
6. Hoe kan er weer een weg gevonden worden uit de lymfeknoop?
7. Wat is een andere manier om een lymfeknoop binnen te komen dan via een afferent
lymfevat?
8. Wat zijn de belangrijkste cellen in de T-cel zone van de lymfeknoop?
9. Wat zijn de belangrijkste cellen in de B-cel zone van de lymfeknoop?
10. Wat is de functie van de milt?
11. In welke 2 delen is de milt verdeeld en hoe verdelen die zich?
12. Wat gebeurt er als een bacterie de milt binnenkomt?
13. Wat zijn de belangrijkste cellen in het witte pulp van de milt?
14. Hoe komen antigenen in de lymfeknopen en milt terecht?
15. Op basis van welke 3 checkpoints worden naïeve lymfocyten gemaakt?
16. Waar vinden deze processen plaats?
17. Uit welke 3 delen bestaat een antigeenreceptor en wat is de functie van elk?
18. Welk proces loopt parallel aan deze 3 checkpoints?
19. Wat is het doel van deze genherschikking?
20. Hoe werkt deze genherschikking en welke 2 soorten mechanismen zijn hiervoor belangrijk?
21. Welke 3 antigeen presenterende cellen kennen we?
22. Noem voor elke wat de grootste reden is dat ze antigenen presenteren.
23. Welke APC is het belangrijkst en waarom?
24. Hoe weten APCs dat ze iets zijn tegengekomen dat gepresenteerd moet worden?
25. Op welke eiwitten kunnen antigenen worden gepresenteerd?
26. Vul deze tabel in:
MHC-I MHC-II
Wordt door welke celtypen tot
expressie gebracht?
Presenteert welk type
antigenen?
Presenteert aan welk celtype?
Wat is in het kort de functie
van bovengenoemd celtype?
27. Hoe komt een antigeen op MHC-1 terecht?
28. Hoe komt een antigeen op MHC-2 terecht?
29. Wat is de route als een APC een gefagocyteerd antigeen presenteert op MHCI?
30. Wat is het verschil in antigeenherkenning tussen T- en B cellen?
, 31. Beredeneer welke immunologische bijwerking je verwacht bij een patiënt die een
splenectomie is ondergaan. Welke maatregel of behandeling zou je adviseren om de risico’s
omtrent deze bijwerking in te perken?
32. Welke route leggen neutrofielen af van ontwikkeling tot maturatie?
WC2:
B-cel activatie
1. Bij welke soort antigenen heeft een B cel geen Thelpercel nodig om geactiveerd te worden?
2. Wat is linked recognition en wat is hierbij een belangrijk verschil?
3. Hoe worden B cellen blootgesteld aan antigenen in het lymfoïde weefsel? Noem 5 routes.
4. Welke route leggen B cellen af na initiële activatie en welke interacties reguleren dit?
5. Via welke 3 processen vindt er B cel activatie plaats met behulp van T helpercel?
6. Na de initiële interactie tussen B cellen en T helpercellen op het tussenstuk van de follikel en
de T cel zone kunnen er 2 dingen gebeuren. Welke 2 dingen zijn dat?
7. Welke soort antilichamen produceren de geactiveerde B cellen extra folliculair?
8. Wat zijn germinal centers?
9. Welke processen vinden in de donkere zone plaats?
10. Wat is somatische hypermutatie en welk enzym is daarbij betrokken?
11. Wat gebeurt er nadat de B cellen somatische hypermutatie hebben ondergaan?
12. Welke 2 dingen kunnen er uiteindelijk voor zorgen dat de B cellen die het antigeen goed
genoeg herkennen overleven?
13. Welke processen vinden in de lichte zone plaats?
14. Welke 2 stappen zijn er nodig om van een naïeve CD4+ T cel tot een folliculaire T helpercel te
differentiëren?
15. Wat is isotype/class switching en hoe vindt het plaats?
16. Waardoor wordt isotype switching geïnduceerd?
17. Wat is het verschil tussen VDJ recombinatie en class switching?
18. Wat is de key enzyme in isotype switching?
19. Wat bepaalt welke soort antilichamen worden geproduceerd?
20. Wat is het nut van isotype/class switching?
21. Welke 2 soorten cellen worden na class switching geproduceerd?
22. Hoe blijven nou uiteindelijk de B cellen met de allerhoogste affiniteit over?
23. Wat is affiniteitsrijping?
24. Wat is de functie van IgG?
25. Wat is de functie van IgM?
26. Wat is de functie van IgE?
27. Wat is de functie van IgD?
28. Wat is de functie van IgA?
T-cel activatie
1. Hoe wordt T-cel activatie geïnitieerd?
2. Waar wordt T cel activatie geïnitieerd?
3. Welke 3 dingen zijn nodig om een T cel te activeren?
4. Er zijn eigenlijk 2 vormen van B7. Welke 2 zijn dit?
5. Wat is de rol van interleukine-2 bij de activatie van T cellen?
,Differentiatie en functioneren T-helpercellen
1. Wat zijn fate-specifying cytokines en welk proces wordt in gang gezet wanneer deze
cytokines binden aan een differentiërende cel?
2. Wat is de fate-specifying cytokine van Th1 (2)?
3. Via welke mechanismen vindt differentiatie tot Th1 plaats?
4. Wat is de defining cytokine van Th1?
5. Differentiatie tot dit type Thelpercel wordt gestimuleerd door? (en is dus ook het best in het
bestrijden van dit soort type pathogenen)
6. Wat is de belangrijkste immuunreactie die wordt opgeroepen door deze Thelpercel?
7. Wat is de fate-specifying cytokine van Th2?
8. Via welke mechanismen vindt differentiatie tot Th2 plaats?
9. Wat is de defining cytokine van Th2?
10. Differentiatie tot dit type Thelpercel wordt gestimuleerd door? (en is dus ook het best in het
bestrijden van dit soort type pathogenen)
11. Wat is de belangrijkste immuunreactie die wordt opgeroepen door deze Thelpercel?
12. Wat is de fate-specifying cytokine van Th17 (3)?
13. Via welke mechanismen vindt differentiatie tot Th17 plaats?
14. Wat is de defining cytokine van Th17?
15. Differentiatie tot dit type Thelpercel wordt gestimuleerd door? (en is dus ook het best in het
bestrijden van dit soort type pathogenen)
16. Wat is de belangrijkste immuunreactie die wordt opgeroepen door deze Thelpercel?
17. Wat zijn de defining cytokines van Tfh cellen?
18. Wat is de belangrijkste immuunreactie die wordt opgeroepen door Tfh cellen?
Cytotoxische T cel functioneren
1. Welke functie dient een cytotoxische T cel?
2. Hoe raken cytotoxische T cellen geactiveerd?
3. Noem 2 unieke eigenschappen van activatie van CD8+ cellen?
4. Hoe weten cytotoxische T cellen welke cellen geïnfecteerd zijn?
5. Welke 3 dingen zorgen ervoor dat een CD8+ cel een geïnfecteerde cel herkent?
6. Via welke 2 processen kan een CD8+ cel zorgen voor celdood?
7. Waarom vindt hier geen necrose maar apoptose plaats?
8. Hoe dragen cytotoxische T cellen nog meer bij aan het opruimen van infecties?
9. Oral allergy syndrome (OAS) is een aandoening die optreedt in volwassenen met hooikoorts.
Door kruisreactiviteit reageert het immuunsysteem in hun mond op allergenen in groente,
fruit en/of noten, wat leidt tot irritatie. Zoals alle directe, allergische reacties wordt dit
immuunrespons bewerkstelligt door de herkenning van allergenen door IgE antilichamen op
mestcellen. Opvallend is dat mensen met OAS vaak wel gekookt groente en fruit kunnen
eten. Leg uit waarom dit zo is.
10. Het geneesmiddel Abatacept is een fusie-eiwit dat bindt aan CD86 op APCs en elke andere
binding aan dit eiwit blokkeert. Leg aan de hand van het werkingsmechanisme van Abatacept
uit hoe gebruik van dit geneesmiddel een immuunreactie kan helpen voorkomen. Bij welk
soort immuunreacties is Abatacept werkzaam?
11. Kwaadaardige tumoren worden veelal gekenmerkt door grote mate van lokale angiogenese
(vorming van nieuwe bloedvaten), waarbij de vascular endothelial growth factor (VEGF) een
, sleutelrol speelt. Onderzoek wijst uit dat overproductie van VEGF ook leidt tot een
verminderde expressie van ICAM-1, ICAM-2 en VCAM-1 op het vasculaire endotheel.
Leg uit wat de verminderde expressie van deze eiwitten betekent voor de infiltratie van
cytotoxische T cellen en de progressie van de tumor.
WC3:
Centrale tolerantie (ontwikkeling van cellen in primaire organen)
1. Waar vinden de processen van centrale tolerantie plaats bij T cellen?
2. Hoe is de centrale tolerantie bij T cellen geregeld/hoe vindt dit plaats?
3. Krijgt iemand met een mutatie in AIRE eerder een allergie?
4. Welke 3 opties zijn er voor een T cel wanneer hij negatief geselecteerd is?
5. Waar vinden de processen van centrale tolerantie plaats bij B cellen?
6. Hoe is de centrale tolerantie bij B cellen geregeld/hoe vindt dit plaats?
7. Waarom is dit genoeg en is er niet zoals bij T cellen AIRE nodig?
8. Welke 3 opties zijn er voor een B cel wanneer hij negatief geselecteerd is?
Perifere tolerantie
1. Welke twee inhiberende receptoren aanwezig op de T cel zijn het belangrijkst bij perifere
tolerantie?
2. Geef meer toelichting over deze twee inhiberende receptoren.
3. Stel, een T cel is door centrale tolerantie heengekomen. Hij herkent een lichaamseigen
antigeen op MHC II op dendritische cel. MAAR, de dendritische cel geeft geen costimulatie
nu!! Dan kunnen er 3 dingen gebeuren, welke zijn dat?
4. Wat zijn de 3 functies van Tregs?
5. Specificeer de anti inflammatoire effecten van TGF-beta.
6. Welke 2 functies heeft IL-10?
7. Welke 2 dingen kunnen gebeuren wanneer een B cel een zelf antigeen herkent in perifere
weefsels?
8. Door welk mechanisme worden B-cellen geremd wanneer ze zelf-antigenen herkennen?
Immuun privilege
1. Welke 3 organen vallen onder immuun privilege?
2. Noem 4 mechanismes waardoor organen immuun privilege hebben.
Lees verhaaltje voor overzicht uit WC3!
WC4:
1. Welke 3 algemene kenmerken van auto-immuunziekten zijn er?
2. Waarom wordt een auto immuun aandoening steeds erger als je het niet behandelt?
3. Welke immunologische afwijkingen leiden tot autoimmuniteit?
4. Welke 4 mechanismes kunnen ten grondslag liggen aan defecte zelf-tolerantie?
5. Met welke genen zijn auto-immuunziekten veelal geassocieerd?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur renskeveltmaat. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.