Cursus Kliniek II
Kleine Huisdieren
1. Hospitalisatie
A. Handhygiëne
Waarom?
Handhygiëne = dé belangrijkste maatregel voor infectiecontrole
Erg belangrijk om spreiding van zoönotische en niet-zoönotische pathogenen tegen te gaan (bv.
enteropathogenen, resistente bacteriën)
Hoe?
1. Ontsmetten van de handen met alcohol-oplossing
o Eerste keus
Als geen zichtbare bevuiling: even effectief als handen wassen
Minder kans op huidbeschadiging
o Niet effectief in geval van Parvovirus, Clostridium, Cryptosporidium
o Techniek: Voldoende lang + volledige handen → Figuur 1 (Skillslab)
Gebruik geen ontsmettingsalcohol, maar aangepaste handalcohol die huid beschermende producten bevat!
2. Wassen van de handen met water en zeep
o Bij zichtbare bevuiling
o Bij vermoeden van Parvovirus, Clostridium, Cryptosporidium
o Techniek: Voldoende lang + volledige handen. Volledig drogen! → Figuur 2 (Skillslab)
1
,Wanneer?
o Vóór en na manipulatie van een patiënt
o Vóór manipulatie van invasief materiaal voor patiëntenzorg (bv. katheter, urinesonde, thoraxdrain)
o Na contact met bloed, lichaamsvocht, wonden, beschadigde huid, verbanden
o Tussen de verzorging van 2 verschillende lichaamssites bij dezelfde patiënt (bv. tussen wondbehandeling en
kathetercontrole)
o Vóór de uitvoering van aseptische technieken
o Na uittrekken van handschoenen (zie verder)
o Na toiletbezoek
o Na gebruik van een zakdoek
o Na gebruik van een telefoon
o Voor eten 2 Bijkomende aandachtspunt
Bijkomende aandachtspunten:
Nagels: kort en proper, zonder nagellak of kunstnagels
Juwelen: geen ringen, geen polshorloge of armbanden
Huid: huidirritatie proberen voorkomen door middel van huid beschermende lotion (extra aandacht in
wintermaanden); eventuele wondjes afdekken
Kledij: bij voorkeur korte of 3-kwarts mouwen. Indien lange mouwen: enkel indien aansluitend en optrekken
bij contact met patiënt.
Niet-steriele handschoenen:
Wanneer?
o Mogelijks zoönose: bv. patiënten met eventuele infectie van ademhalingsstelsel, diarree,
huidinfectie, koorts van onbekende oorsprong
o Vermoeden besmetting met virulente of resistente bacteriën
o Verhoogd risico op contaminatie met hoog aantal bacteriën
o Orale manipulatie of procedures
o Blootstelling aan mogelijks infectieus lichaamsvocht (bv. wondes)
o Correct aandoen en verwijderen handschoenen: zie skillslab
Let op! Handschoenen zijn geen vervanging voor handhygiëne → handhygiëne na gebruik van handschoenen nog
steeds belangrijk
B. Preventie ontsnapping
Tips ter preventie van ontsnappen van dieren
Vele honden en katten zijn bang of onzeker wanneer ze gehospitaliseerd worden in een vreemde omgeving. Dit vormt
een reëel risico tot ontsnappen tijdens manipulatie in de hospitalisatie of – erger nog - tijdens uitlaten.
Daarom enkele belangrijke tips:
o Laat honden/katten nooit alleen op een tafel staan, maar hou de dieren steeds vast
o Katten worden NOOIT op de arm getransporteerd, maar telkens in een transportkooi. Hou de transportbakjes
nooit enkel aan het handvat bovenaan vast, maar ondersteun de transportbakjes steeds ook onderaan.
o Zorg steeds dat de afzonderlijke hokken in de verpleegafdeling of intensieve zorgen goed gesloten zijn.
o Sluit bij manipulatie van een dier met neiging tot ontsnappen de groene deur die de verpleegafdeling met de
hospitalisatiegang verbindt.
o De deur van de kattenstal moet altijd METEEN GESLOTEN worden.
2
, o Uitlaten: bij uitlaten van honden wordt steeds een zo goed mogelijk passend harnas gebruikt. Het leggen van
een lus rond de hals is niet veilig, gezien de hond zich op deze manier snel kan lostrekken. De eigen
halsband/leiband van het dier blijft altijd bij de eigenaar, omdat deze anders verloren gaat.
Uitzonderingen zijn bv. windhonden, die door hun smalle hals best hun eigen brede halsband aanhouden
waar mogelijk
C. Omgaan en hanteren hond
Zie Skillslab en poster Ufora
D. Voeding
Hoe de voeding van gehospitaliseerde honden en katten benaderen:
o Ten eerste wordt van u verwacht dat u alleen dieren voert die per os voer krijgen. Als de patiënt enige vorm
van voedingssonde heeft (nasogastrisch, oesofageaal of maag), vraag dan om hulp van een van de 3e
masterstudenten.
o Kijk in het ziekenhuisdossier van de patiënt of de patiënt mag eten en of er specifieke dieetwensen zijn. Er
kan ook worden genoteerd wat de patiënt eerder heeft gegeten en of hij specifieke voorkeuren of afkeuren
heeft.
o Al het voedsel is te vinden in de observatieruimte, open natvoer kan in de koelkast worden gevonden en
moet na opening altijd worden geëtiketteerd en onmiddellijk worden weggegooid als het niet wordt gebruikt.
o Natvoer moet minimaal op kamertemperatuur worden aangeboden. Gebruik de magnetron als het
blikvoedsel in de koelkast is bewaard.
o Bij de meeste honden en katten met een slechte eetlust (hyporexia, anorexia) is het verstandig om te
beginnen met het oraal aanbieden van voedsel, en er kunnen veel methoden worden gebruikt om het eten
aan te moedigen.
o Het is gebruikelijk dat natvoer wordt aangeboden aan een anorexia- of hyporexiepatiënt; sommige dieren
geven echter de voorkeur aan droogvoer (vooral katten), dus dit moet ook worden aangeboden.
o Bij honden of katten met hyporexie of anorexia is een intensive care-dieet dat uitgebalanceerd is om alle
essentiële voedingsstoffen voor herstel te verschaffen ideaal (tenzij specifieke dieetwensen in het
ziekenhuisdossier zijn vermeld). Dergelijke diëten zijn zeer smakelijk vanwege een verhoogd vetgehalte en
zijn ook zeer energierijk, waardoor kleinere hoeveelheden nodig zijn. (bijv. Hills a/d, Royal canin recovery)
o Er kan ook een verscheidenheid aan merken, texturen en smaken voor dierenvoeding worden
3
, uitgeprobeerd. Bied NIET meer dan 2 soorten voer tegelijk aan (buffetje) en plaats deze apart in de kooi.
Geuren kunnen worden gemengd. Bij de volgende maaltijd kunnen andere keuzes aan het huisdier worden
gepresenteerd om te zien wat hen aanspreekt.
o Vers gekookt vlees, zoals kip, rundvlees of zelfs worstjes, kan worden gebruikt om de eetlust op te wekken,
zodat hopelijk zo snel mogelijk een geschikt, uitgebalanceerd dieet kan worden geïntroduceerd. Hoewel we
niet de gewoonte hebben om voor onze patiënten te koken, zorgen eigenaren vaak voor voedsel van thuis
uit. Voedsel dat door de eigenaar wordt verstrekt, moet worden geëtiketteerd (met een patiëntsticker) en zo
nodig dicht bij de patiënt of in de koelkast worden geplaatst.
o Veel tederheid, liefde en zorg (TLC) is vereist om te proberen sommige patiënten te verleiden tot eten. Het
voedsel opwarmen tot lichaamstemperatuur om de geuren te maximaliseren kan helpen, net als
handvoeding met veel lof en aanmoediging. Het opwarmen van het eten kan in de magnetron in de
observatieruimte. Dek het voedsel af en houd de magnetron schoon!
o Sommige honden/katten kunnen de kennel of de afdelingsruimte associëren met onaangename ervaringen,
en als ze weggaan, kunnen ze aanmoedigen om te eten. Een hond die er bijvoorbeeld veel gelukkiger en
meer ontspannen uitziet buiten, kan daar ook eten.
o Er moet rekening worden gehouden met de manier waarop het voedsel wordt gepresenteerd - sommige
dieren eten misschien niet uit een roestvrijstalen kom, maar eten graag uit een plastic of aardewerken kom,
en sommige eten alleen uit je hand of zelfs uit een vork of lepel. Bij sommige honden/katten kunt u kleine
bolussen voedsel in hun mond doen, die ze vervolgens doorslikken, en zolang aan de caloriebehoefte wordt
voldaan, is dit acceptabel. Geforceerd voeren moet echter absoluut worden vermeden!
o Voor zeer angstige patiënten (met name kleine honden en katten) kan een kleine hoeveelheid voedsel bij de
patiënt worden achtergelaten om te zien of ze zullen eten als ze onbeheerd worden achtergelaten. Als de
patiënt niet eet, moet het voedsel onmiddellijk (binnen 15 minuten) worden verwijderd om misselijkheid
of voedselaversie te voorkomen.
o Telkens moet de hoeveelheid en de verscheidenheid aan voedsel die door de patiënt werd geconsumeerd,
worden genoteerd in het ziekenhuisdossier.
o Indien de patiënt niet eet, misselijk of pijnlijk lijkt, dient dit gemeld te worden aan de hospi-dierenarts, hospi-
stagiair of technicus (dierenartsassistenten)
E. Cat stress score
Zie Skillslab en bijlage Ufora
F. Ladder hond
4