Réponses
Strafrecht 2 verplichte opgaven en bonusopgaven
- Cours
- Établissement
Strafrecht 2, verplichte werkgroepopdrachten en bonusopdrachten, 2016/2017
[Montrer plus]
6 revues
Par: marloeshulsebos • 4 année de cela
Par: Gertjanes18 • 7 année de cela
Par: cdp • 7 année de cela
Par: vinnemo • 7 année de cela
Par: tessa230244 • 7 année de cela
Par: mass1301 • 7 année de cela
Vendeur
S'abonner
edwin7788
Avis reçus
Aperçu du contenu
Strafrecht 2 Klapper 2016/2017Strafrecht 2 Klapper Alle Antwoorden
Algemene vragen
Vragen over Arresten
Oefenvragen
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Strafrecht 2 Klapper 2016/2017
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ............................................................................................................................... 2
Strafrecht 2, Week 1, Opzet, Schuld, AVAS.............................................................................................. 3
Strafrecht 2, Week 2, noodweer(exces), toerekenbaarheid en culpa in causa ....................................... 9
Strafrecht 2, Week 3, Poging en voorbereiding ..................................................................................... 15
Strafrecht 2, Week 4, Daderschap ......................................................................................................... 19
Strafrecht 2, Week 5, Deelneming 1 ...................................................................................................... 24
Strafrecht 2, Week 6, Deelneming 2 ...................................................................................................... 30
Strafrecht 2, Week 7, Deelneming 3 ...................................................................................................... 34
Bonusopdracht 1, Strafrecht 2 ............................................................................................................... 37
Bonusopdracht 2, Strafrecht 2 ............................................................................................................... 38
Bonusopdracht 3, Strafrecht 2 ............................................................................................................... 39
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Strafrecht 2 Klapper 2016/2017
Strafrecht 2, Week 1, Opzet, Schuld, AVAS
Algemene vragen
1. Opzet behelst in ieder geval willens en wetens, welke elementen bij de
verschillende schuldvormen sterker of zwakker naar voren kunnen komen.
2. Opzettelijk, wetende, oogmerk, met voorbedachte raad.
3. Ja. Bij wetende dat ligt bijvoorbeeld meer de nadruk op het weten, en bij het
oogmerk meer op het willen terwijl bij het oogmerk bijvoorbeeld voorwaardelijk
opzet niet volstaat.
4. Kleurloos opzet betekent dat de dader opzet moet hebben gehad op de
bestanddelen en niet op de wederrechtelijkheid van het feit zelf.
5. juist. Wel bedacht moet worden dat wederrechtelijkheid bestanddeel kan zijn en
indien de formulering ‘opzettelijk.. iemand wederrechtelijk iets aandoen’ opzet op
de wederrechtelijkheid moet worden bewezen en bij ‘opzettelijk en
wederrechtelijk’ niet.
6. opzet dat als bestanddeel wordt ingelezen in de delictsomschrijving.
7. Voorwaardelijk opzet
8. Van voorwaardelijke opzet is sprake indien de verdachte de mogelijke gevolgen
niet zozeer heeft beoogd maar de aanmerkelijke kans op het intreden ervan op de
koop heeft toegenomen en in zijn handelen heeft ingecalculeerd.
9. Het zich bewust blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat het gevolg intreedt
en die gevolgen aanvaarden dan wel op de koop toenemen.
10. Bij voorwaardelijk opzet is de aanmerkelijke kans op het intreden van de
gevolgen bewust aanvaard, terwijl bij bewuste schuld wel de mogelijkheid/kans
werd gerealiseerd dat het gevolg zou intreden, maar deze kans niet als
aanmerkelijk werd geacht maar als denkbeeldig werd verworpen.
11. Nee. Bij beide is willens een onderdeel van de opzet, bij waarschijnlijkheidsopzet
is het echter een gegeven: wie zich niet laat afschrikken door de
waarschijnlijkheid van het gevolg heeft het gevolg waarschijnlijk gewild. Van een
enkele mogelijkheid kan dit echter niet gezegd worden, waardoor willens bij
voorwaardelijk opzet een apart vereiste is: namelijk het aanvaarden van de
aanmerkelijke kans op de gevolgen.
12. Nee. Bij opzet is steeds sprake van een willen of een aanvaarden van de
aanmerkelijke kans op de gevolgen, terwijl dit bij het nemen van grote risico’s
niet het geval hoeft te zijn.
13. Ja. Het moet gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk
is te achten.
14. Nee. In alle gevallen is voor voorwaardelijk opzet een bewuste aanvaarding van
de aanmerkelijke kans vereist. De Hoge Raad heeft geen blijk gegeven van enige
differentiatie naar delict in de aanmerkelijkheid van die kans.
15. De rechter redeneert dan als volgt: Het is een feit van algemene bekendheid dat
een bepaalde gedraging een bepaald gevolg teweeg brengt dan wel dat er een
aanmerkelijke kans bestaat dat het gevolg teweeg wordt gebracht (objectieve
aanmerkelijke kans). Verdachte moet daarom ook van deze kans hebben geweten.
Zodoende staat de bewustheid van de aanmerkelijke kans vast, waarna alleen de
aanvaarding nog moet worden bewezen.
16. Deze werkwijze heeft een verhullend effect: immers komt niet vast te staan wat
de daadwerkelijke bewustheid van verdachte ten tijde van het delict inhield.
17. Onjuist. Iemand kan best geestelijk gestoord zijn en met die geestesstoornis
opzettelijk handelen. Pas indien iemand zodanig gestoord is dat ieder inzicht in
de draagwijdte van het handelen ontbreekt kan niet meer van opzet worden
gesproken.
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
, Strafrecht 2 Klapper 2016/2017
18. ‘weten’ wordt op dezelfde wijze uitgelegd als ‘opzettelijk’, waardoor alle
opzetvormen eronder vallen. ‘oogmerk’ wordt echter beperkter uitgelegd:
voorwaardelijk opzet valt daar niet onder, zekerheidsbewustzijn nog wel.
19. Voor voorbedachte raad is vereist dat de verdachte daadwerkelijk heeft
nagedacht over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich
daarvan rekenschap heeft gegeven.
20. Ja: als er gelegenheid tot beraad was mag de rechter ervan uitgaan dat verdachte
deze gelegenheid heeft benut. Omstandigheden van het geval kunnen dit anders
maken en een enkele constatering dat niet is gehandeld uit een gemoedsopwelling
is onvoldoende (positief bewijs is vereist).
21. Culpa is schuld met betrekking tot een gevolg, dat wil zeggen aanmerkelijke
onvoorzichtigheid en verwijtbaarheid.
22. ‘Schuld’ bij een culpoos gevolgsdelict en bijvoorbeeld ‘redelijkerwijze moeten
vermoeden’ indien de schuld betrekking heeft op een begeleidende omstandigheid.
23. Een delict met als bestanddeel schuld, welke betrekking moet hebben op het
veroorzaken van een bepaald gevolg.
24. Gevolgschuld heeft betrekking op de geestesgesteldheid omdat de dader anders
had moeten beseffen of voorzien. Ook heeft gevolgschuld betrekking op gedrag,
omdat de dader anders had moeten handelen.
25. Het oordeel hangt af van wat van de dader gevergd kon worden en is daarmee
normatief.
26. Art. 417bis Sr kent zowel een opzetvariant als een schuldvariant. Art. 175 kent
alleen een schuldvariant, weliswaar betrekking hebbend op verschillende delen,
maar geen opzetvariant, waardoor dat artikel geen pro parte doleus pro parte
culpoos delict is.
27. Bij gevolgschuld moet schuld bestaan met betrekking tot een bepaald gevolg
(zoals de dood van iemand) en bij een begeleidende omstandigheid heeft de schuld
betrekking op een omstandigheid die bijdraagt aan een bepaald gevolg.
28. Verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid (met het bepaalde gevolg).
29. De rechtvaardigingsgrond tast niet alleen de wederrechtelijkheid aan, maar ook
de verwijtbaarheid: als iets immers niet wederrechtelijk is, is het ook niet
verwijtbaar omdat het verwijt dan nergens meer betrekking op kan hebben. Bij
een culpoos gevolgsdelict is een beroep op een rechtvaardigingsgrond dus
bestrijding van het ten laste gelegde, waardoor bij aanvaarding vrijspraak dient
te volgen.
30. Een schulduitsluitingsgrond tast het bestanddeel ‘schuld’ aan, waardoor
vrijspraak dient te volgen na het aanvaarden ervan.
31. Gedrag waarvan de gevolgen voorzienbaar zijn behoort te worden vermeden,
waardoor de beoordeling van bepaald gedrag in zekere zin afhankelijk is van de
aan dat gedrag inherente voorzienbare gevolgen. Toch zijn er ook gevolgen die wel
voorzienbaar zijn maar toch niet tot ander gedrag hoeven te leiden, namelijk
indien het een geoorloofd risico betreft.
32. Nee: vastgesteld moet worden dat de dader de gevolgen had moeten voorzien en
dan nog zijn er geoorloofd risico’s.
33. Aan een kundig en ervaren iemand kunnen meer eisen omtrent zorgvuldigheid
worden gesteld dan aan een minder kundige of ervarene.
34. Als maatstaf wordt de ‘normale mens’ genomen: wat voorziet de normale mens en
hoe voorzichtig is deze? Objectivering van de culpa is het aannemen van
schending van de zorgplicht wegens het overtreden van regels.
35. Bij bewuste schuld wordt opzettelijk onvoorzichtig gehandeld door bijvoorbeeld
een norm te overtreden, terwijl dit bij onbewuste schuld niet-opzettelijk
geschiedt.
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur edwin7788. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans