I understand that you are studying HBO rights at the Utrecht University. This document is tailored to the material as taught at the University of Groningen. Is this the reason for your review, or is there anything else I can improve?
Par: mass1301 • 7 année de cela
Par: Marg • 7 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
edwin7788
Avis reçus
Aperçu du contenu
Bestuursrecht 2 Werkgroepen en opdrachten 2016/2017
Bestuursrecht 2 Werkgroepen en
Bonusopdrachten
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Bestuursrecht 2 Werkgroepen en opdrachten 2016/2017
,Bestuursrecht 2 Werkgroepen en opdrachten 2016/2017
Hoofdstuk 1 Bestuursrecht 2, Week 1a
Werkgroep Casus I
1. De burgemeester heeft op grond van art. 29 Regeling valschermspringen
toestemming verleend aan de Paraclub Mobiele Colonnes om op gezette
tijden in een bepaald gebied te gaan parachutespringen. Verzoekers wonen
vlakbij dit gebied en verzoeken dit besluit wegens hinder en veiligheid te
schorsen.
2. Heeft de directeur-generaal de bevoegdheid gehad de regeling
valschermspringen vast te stellen en kan het door de burgemeester op
grond van deze regeling genomen besluit in stand blijven?
3. Artikel 29 Regeling Valschermspringen, als uitwerking van art. 18 lid 2 jo.
20 Luchtverkeersregelement, wederom als uitwerking van art. 1 sub b en f
Luchtvaartwet 1958.
4. Aangezien wordt ingegrepen in de rechten, plichten en vrijheden van
burgers is sprake van negatief overheidsoptreden en zal overeenkomstig
het legaliteitsbeginsel een wettelijke bevoegdheid moeten bestaan.
5. Ja. Art. 76 lid 1 maakt het mogelijk nadere regelgeving vast te stellen bij
of krachtens algemene maatregel van bestuur (over de daar genoemde
onderwerpen). Dit is gebeurd in o.m. art. 18 lid 2 en 20
Luchtverkeersregelement. Deze AMVB schept zelf geen nieuwe
regelgevingsbevoegdheid, waardoor de rechtmatigheid van de regeling
valschermspringen terecht in twijfel wordt getrokken.
6. Aan de regering (art. 76 lid 1 sub f luchtvaartwet), die deze bevoegdheid
mocht delegeren (‘bij of krachtens’), maar dat niet heeft gedaan. Ondanks
dat hij hiertoe geen bevoegdheid had, heeft de minister (via mandaat door
de directeur-generaal) toch een regeling opgesteld omtrent
parachutespringen).
7. Hij heeft slechts bevoegdheid via mandaat om vrijstellingen te verlenen
voor het in art. 18 lid 2 AMVB gegeven verbod, niet om algemene
regelingen vast te stellen. Bovendien kunnen bevoegdheden inhoudende
het mogen vaststellen van algemeen verbindende voorschriften niet
worden gemandateerd (art. 10:3 lid 2 sub a).
8. Nu het besluit van de Directeur-generaal niet rechtsgeldig blijkt, kan ook
het door de burgemeester op grond daarvan genomen besluit niet in stand
blijven (nog ongeacht de andere redenen voor onrechtmatigheid van dat
besluit).
9. Nee. Hoewel de minister hier zelf wel een bevoegdheid heeft avv’s vast te
stellen (zie immers art. 15 lid 2 Luchtverkeersreglement 2006), kunnen
dergelijke bevoegdheden ex art. 10:3 lid 2 sub a niet worden
gemandateerd. Ook via delegatie zou dit niet mogelijk zijn, aangezien de
Directeur-Generaal ondergeschikt is aan de minister en er voor delegatie
geen wettelijke grondslag voor is (art. 10:14 en 15 Awb).
Werkgroepcasus II
1. Appellante ontving bijstandsuitkering op grond van de RWW en moest op
grond van een beschikking van de kantonrechter aan het college geld
terugbetalen nu zij dat onverschuldigd had ontvangen. Toen zij deze
betalingsverplichting niet langer nakwam, heeft het college beslag gelegd
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Bestuursrecht 2 Werkgroepen en opdrachten 2016/2017
op haar uitkering. Vervolgens heeft appellante verzocht om kwijtschelding
van de schuld, waarop het college reageerde met een afwijzing, onder
verwijzing naar de toepasselijke beleidsregels (geen kwijtschelding van
schulden bij aflossing van schuld door middel van dwangvordering). Het
bezwaar en beroep is ongegrond verklaard en appellante voert in hoger
beroep aan dat de uitzonderingen op de verplichting terug te vorderen
limitatief in de wet zijn opgesomd, waardoor het college geen eigen beleid
meer kon maken (met uitzondering van begunstigend beleid). Zelfs al had
het college deze bevoegdheid, dan kon deze niet worden gemandateerd ex
art. 10:3 Awb. Bovendien is er geen mandaatbesluit kenbaar, aldus nog
steeds appellante.
2. Was het college bevoegd beleidsregels te stellen omtrent al dan niet
terugvorderen en zo ja, kon deze bevoegdheid worden gemandateerd en zo
ja, is dat in casu rechtsgeldig en kenbaar gebeurd?
3. a. Ja, behoudens uitzonderingen (zie daarvoor art. 10:3 Awb).
b. Ja, mits dit in het mandaatbesluit expliciet wordt bepaald (blijkt uit art.
10:1 Awb).
c. Nee, zie art. 10:3 lid 2 sub a Awb.
4. Nee. De mandaat voor het nemen van beschikkingen is vele malen
beperkter dan het mandaat om ten aanzien van die beschikkingen ook
beleidsregels vast te stellen: bij de mandaatverlening zal expliciet moeten
zijn bepaald dat ook mandaat is verleend met betrekking tot het opstellen
van beleidsregels.
5. Indien de gemandateerde niet ondergeschikte is aan de mandaatgever is
instemming van de gemandateerde en eventueel diens bovengeschikte
vereist (art. 10:4 lid 1). Is het een algemeen mandaat, dan moet deze
schriftelijk worden verleend (bij mandaatbesluit dus), anders kan het ook
mondeling (art. 10:5 lid 2). Nu een mandaatbesluit een besluit is als in art.
1:3 lid 1 Awb, moet deze worden bekendgemaakt overeenkomstig de
artikelen 3:40 en 3:42 lid 2 Awb.
6. Nee. Waarschijnlijk bestaat hiervoor geen wettelijke grondslag, hetgeen
art. 10:15 vereist. Bovendien is de directeur ondergeschikt aan het college
en delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb).
7. Uit art. 10:12 Awb valt op te maken dat mandaat vooral betrekking heeft
op bestuursbevoegdheden (besluiten), volmacht vooral betrekking heeft op
privaatrechtelijke bevoegdheden dan wel rechtshandelingen en machtiging
op handelingen die noch besluit noch privaatrechtelijke rechtshandeling
zijn (feitelijke handelingen).
Werkgroepcasus III
1. Appellanten hebben bijstand aangevraagd, waarvoor zij bepaalde stukken
en gegevens aan het college moesten verstrekken. Het college wees
appellanten erop dat niet alle stukken waren overlegd en dat daardoor de
aanvraag buiten behandeling zou worden gelaten indien de stukken niet
alsnog zouden worden overlegd. In een e-mail hebben appellanten laten
weten wel alle stukken te hebben overlegd en dat zij vonden dat de
afhandeling te lang duurde waardoor ze een tweede voorschot verzochten.
Het college heeft de aanvraag buiten behandeling gelaten ex art. 4:5 Awb
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
, Bestuursrecht 2 Werkgroepen en opdrachten 2016/2017
wegens ontbreken van de stukken en het voorschot teruggevorderd. Het
bezwaar en beroep zijn ongegrond verklaard.
2. Was het college in casu bevoegd de aanvraag buiten behandeling te stellen
ex art. 4:5 lid 1 sub c jo. 4:2 lid 2 Awb?
3. De bevoegdheid tot het bieden van een hersteltermijn is te vinden in art.
4:5 lid 1, aanhef en onder c Awb. Het belang van deze bevoegdheid is dat
de aanvrager alsnog in de gelegenheid wordt gesteld ervoor te zorgen dan
zijn aanvraag wordt afgehandeld, ondanks dat de gegevens en bescheiden
in eerste instantie ontoereikend waren.
4. Ondermandaat is het doorgeven van de krachtens mandaat verkregen
bevoegdheid door de gemandateerde aan een ander, de
ondergemandateerde. Dit is blijkens art. 10:9 Awb alleen mogelijk met
toestemming van de (oorspronkelijke) mandaatgever.
5. Nee. Toestemming van de mandaatgever is blijkens art. 10:9 lid 1 Awb
vereist, hetgeen ook niet verwonderlijk is gezien het feit dat hij de
verantwoordelijkheid draagt voor het genomen besluit en hij bovendien
formeel nog steeds degene is die het besluit neemt.
6. a. Niet noodzakelijkerwijs. Nog steeds is het vereist dat het
bestuursorgaan, al dan niet via mandaat, een hersteltermijn biedt aan de
aanvragers, wil het bestuursorgaan de aanvraag buiten behandeling
kunnen laten ex art. 4:5 Awb. Is de hersteltermijn niet door het
bestuursorgaan (al dan niet via mandaat) verleend, maar door een ander,
dan kan het zijn dat de bevoegdheid van art. 4:5 Awb onbevoegd is
uitgeoefend.
b. Nee. ‘Voor eigen rekening nemen’ is niet per se hetzelfde als
bekrachtigen: Voor eigen rekening nemen wil zeggen dat de rechtsgevolgen
menzelf treffen in plaats van degene die onbevoegd een besluit heeft
genomen, terwijl bekrachtiging van een onbevoegd genomen besluit wil
zeggen dat aan het onbevoegd genomen besluit dezelfde rechtsgevolgen
worden gekoppeld als ware het bevoegd genomen (via art. 3:79 jo. 69 BW
ook van toepassing op mandaat in het bestuursrecht).
c. Nu appellanten niet zijn benadeeld door het feit dat de klantmanager de
hersteltermijn heeft verleend, kan het besluit ex art. 6:22 Awb in stand
worden gelaten.
7. Een ondertekeningsmandaat is een beperktere vorm van mandaat, waarbij
de gemandateerde niet namens de mandaatgever mag besluiten, maar
diens besluiten alleen namens hem mag ondertekenen, zo blijkt uit art.
10:11 Awb.
Casus formuleren: gaat om een besluit dat voorgelegd wordt aan de rechter en dat
besluit staat altijd centraal in de casus omdat verzoekers het er niet mee eens zijn.
Soorten gebreken aan besluiten kunnen zijn: bevoegdheidsgebrek;
totstandkomingsgebrek; resultaatsgebrek (inhoudsgebrek). Niet elk gebrek betekent
echter dat een besluit moet worden vernietigd. Deze week betreft het een
bevoegdheidsgebrek: ter waarborg tegen de middelen van de overheid die ingrijpen in de
rechten en plichten van burgers kennen we een aantal principes. Zo bepaalt het volk de
omvang van het overheidsingrijpen (Staten-Generaal en regering); het legaliteitsbeginsel
eist een wettelijke grondslag voor overheidsoptreden; bevoegdheden zijn verdeeld
(inclusief gelede normstelling); rechtsbescherming en grondrechten etc.
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur edwin7788. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.