Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Mediakenner Marketingcommunicatiestrategie & De Media-explosie - Communicatie leerjaar 1 - Cluster A €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Mediakenner Marketingcommunicatiestrategie & De Media-explosie - Communicatie leerjaar 1 - Cluster A

4 revues
 215 vues  31 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Deze samenvatting omvat alle tentamenstof voor het tentamen van Mediakenner voor de opleiding Communicatie aan de HAN Nijmegen leerjaar 1. De samenvatting is gemaakt vanuit de boeken Marketingcommunicatiestrategie hoofdstuk 6, 8, 10, 12 t/m 16, 18 t/m 22 en De Media-explosie hoofdstuk 1 t/m 5, 8, 9...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 59  pages

  • Non
  • Media-explosie: 1-5, 8, 9, 18 + mcs: 6, 8, 10, 12-16, 18-22
  • 13 avril 2023
  • 59
  • 2022/2023
  • Resume

4  revues

review-writer-avatar

Par: noorriemersma05 • 10 mois de cela

review-writer-avatar

Par: botimmer • 10 mois de cela

review-writer-avatar

Par: rosalieschreiner • 10 mois de cela

review-writer-avatar

Par: peronnevandevelde • 11 mois de cela

avatar-seller
Mediakenner samenvatting – De media-explosie &
Marketingcommunicatiestrategie
De media-explosie 6 e druk

College AKK – mediakenner
Medium: menselijk gebruik van content door een organisatie of individu.
Kanaal: fysieke, materiele en technische vorm van de drager van de
boodschap.

Werking van media:
 Tijdsaspect  wat is het beste tijdstip om een post te plaatsen?
 Verhouding zender en ontvanger.
 Mate van bekendheid bij de ontvangers  een onbekend merk in de
introductiefase moet meer gebruik maken van media en bekendheid
creëren dan een bekend merk als bijvoorbeeld Coca cola.

Intentiefunctie vanuit de zender:
 Vermeerderen van kennis en inzicht bij ontvangers – informeren.
 Beïnvloeden van meningen, houding en gedrag van ontvangers –
overtuigen.
 Streven naar ontspanning bij ontvanger – amuseren.

Functies van media- gevolgfunctie:
 Nieuwsverschaffing
 Opinievorming
 Cultuuroverdracht
 Amusement

Mediastrategieën:
 Crossmediale campagneConvergentie (de boodschap vloeit in elkaar over voor elke
 Transmediale aanpak doelgroep)
 Binding
 Relevantie
 Gedrag

Keuze media-inkoop:
 Doelgroep
 Doel
 Bereik
 Contactfrequentie
 Budget
 Snelheid
 Timing
 Communicatievermogen
 Concurrentie

2e college AKK – Medialandschap
Traditionele media:

,- Alles wat je kan drukken (prints, zoals een krantenartikel)
- Alles wat via de lucht gaat (radio en telvisie)
- Billboards
- Overige media (zoals bioscoopreclame of reclame in de bioscoop.

Traditionele media worden het meest vertrouwd, namelijk:
1. Dagbladen
2. Nieuwssites
3. Magazines
4. HAH (huis aan huisbladen)
5. TV
6. Radio
7. Streaming
8. Social media

Andere belangrijk punten zijn: focus en reclame tolerantie. Hoe
gefocust ben je tijdens het binnenkomen van de boodschap (bij
radioberichten ben je natuurlijk minder gefocust dan bij een
nieuwsbericht)?
Reclame irritatie is toegenomen en niet bij elk medium is de reclame
tolerantie even hoog (bij Whatsapp verwacht men geen reclame en bij
HAH verwacht men alleen maar reclame).

The big five Tech companies:
1. Alphabet (Google)
2. Apple
3. Meta
4. Microsoft
5. Amazon

Dynamisch medialandschap, de 5 I’s:
- Internationalisering
- Informatisering
- Individualisering
- Informalisering
- Intensivering Wat

Marketing


Waar Hoe

Media bureau Reclame bureau

,Inleiding
We kunnen twee soorten communicatie onderscheiden:
1. Interpersoonlijke communicatie: communicatie tussen twee of
meerdere personen die zich op dezelfde tijd en op dezelfde plaats
bevinden. Dit wordt ook wel directe communicatie genoemd. De
voorwaarde is dat alle deelnemers aan het communicatieproces direct
contact met elkaar hebben zonder enige tussenkomst van een medium.
Daarvoor moet iedereen noodzakelijk in eenzelfde ruimte zijn op
hetzelfde moment.

2. Gemedieerde communicatie: communicatie door middel van een
medium waarbij zender/maker en ontvanger/kijker/luisteraar geen
direct fysiek contact met elkaar kunnen hebben. Massacommunicatie
zijn per definitie ook gemedieerde communicatie. De zender wil een
grote groep bereiken. Massamedia zijn openbaar en dus toegankelijk
voor iedereen.

De media-explosie kent zes kerndimenties:
1. Groei van communicatiemiddelen en communicatieaanbod in aantal en
verscheidenheid (diversificatie).
2. Digitalisering van de media door toepassing van informatie- en
communicatietechnologie (ICT): we maken veel content en slaan dit in
digitale vorm op (niet meer op papier).
3. Convergentie: het ineenvloeien van informatiedragers,
informatiekanalen en communicatiemedia (bijvoorbeeld mobiele
telefoon). Allerlei kanalen en media vloeien ineen.
4. Uitbreiding van de zintuiglijke ervaring in multimediale contacten:
media zijn steeds beter in staat ons een bijna levensechte ervaring van
de werkelijkheid te bieden (bijvoorbeeld via virtual reality).
5. Verdwijnen van de scheiding tussen interpersoonlijke communicatie en
massacommunicatie: we zijn zelf niet alleen meer consument van
media maar ook veel vaker producent.
6. Professionalisering: groei van het aantal professionele
communicatiebanen en mediaberoepen.

Hoofdstuk 1 – van spraak naar schrift: de eerste mediarevolutie
Kern 1e mediarevolutie: invoering van alfabet en ontstaan van
schriftcultuur.
Stel je voor dat het schrift nog niet bestaat. Je leert door gedrag na te
doen en door klanken te herkennen en te imiteren, leer je luisteren en
praten. Je leert om informatie op te slaan in je geheugen, dat is
memoriseren. Bij het doorgeven van ervaringen en gebruiken speelt de
mondelinge communicatie de hoofdrol. Deze orale (mondelinge)
samenleving noemen we traditioneel en niet-modern.

Zesduizend jaar geleden gingen mensen in het toenmalige Mesopotamië
(nu deels Irak en Syrië) beeldtekens gebruiken om de werkelijkheid en hun
gedachten vast te leggen. Mensen gebruikten visuele tekens, die een
soort afspiegeling van de werkelijkheid zelf waren. Deze tekens hadden

, ook echt enige visuele gelijkenis (bijvoorbeeld een koe leek ook echt op
een koe). Zo’n beeldsysteem noemen we een pictografisch schrift. Men
legde die beeldtekens op kleitabletten of gedroogde rietstengels vast.

Later kwamen de tekens losser van de realiteit te staan (bijvoorbeeld één
streepje voor een koe en twee putjes voor twee geiten). Zo ontstonden
tekens die abstracter waren dan pictogrammen: je kunt er niet meteen
iets in herkennen. Je hebt er een code voor nodig; je moet snappen waar
een putje of streepje als visueel teken naar verwijzen.

De volgende stap vond tweeduizend jaar later plaats, ook in Mesopotamië:
het ontwikkelen van het spijkerschrift. De abstractie van de
werkelijkheid kreeg een vervolg door beeldtekens te koppelen aan
gesproken woorden. In plaats van een teken voor bijvoorbeeld een geit of
koe werd nu een streepje gezet voor een lettergreep, die een afzonderlijke
klank weergaf. Deze spijkercode was het begin van de schriftcultuur.
Dankzij dit tekensysteem was het mogelijk allerlei soorten teksten te
schrijven.

De laatste revolutionaire stap was het combineren van beeldtekens en
lettertekens. In plaats van tekens voor hele woorden of lettergrepen
zochten mensen naar een visuele weergave van afzonderlijke letters, dat
lukte door de ontwikkeling van het alfabet. Het eerste alfabetisch stelsel
was een klankalfabet met een eigen klank per letter. Het werd rond 1500
voor Christus uitgewerkt in het Midden-Oosten. Rond 800 voor Christus
voegden de Grieken er klinkers aan toe. Zij legden met het combineren
van klinkers en medeklinkers de grondslagen voor ons huidige alfabet.

In het alfabet volstaat een klein aantal letters om een taal op te schrijven
en te leren. De eerste mediarevolutie in de communicatiegeschiedenis is
de ontwikkeling van schrift, of de ‘alfabetisering’ van het schrift.

De Romeinen namen het alfabet van de Grieken over en verspreidden
het over heel Europa. In de middeleeuwen zorgden de kloosters voor de
verspreiding van het schrift. Dat gebeurde steeds meer via
handgeschreven manuscripten, die in de vorm van een apart boek
bewaard en verkocht werden.

De omgang met geschreven teksten veranderde langzamerhand.
Oorspronkelijk lazen mensen hardop. Tot de hervorming in de zestiende
eeuw was het stillezen voorbehouden aan heiligen, geleerden en
monniken, want aan stillezen werden grote gevaren toegedicht. Je zou er
volgens veel middeleeuwers duivelse gedachten door kunnen krijgen.
Vanaf de zeventiende eeuw vond het stillezen ingang in Europa. Schrijven
en lezen waren voor een bovenlaag van burgers normaal gevonden.

In de orale cultuur vond communicatie altijd via gelijktijdige communicatie
plaats. Sprekers en luisteraars ontmoeten elkaar in dezelfde tijd op
dezelfde plaats. Orale communicatie is connection oriented.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Teunissenlot. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  31x  vendu
  • (4)
  Ajouter