Vorig jaar zelf een 10 gehaald op dit vak - onder andere door deze schema's goed te studeren! Dit zijn schema's om te gebruiken bij het studeren voor het tentamen van Dwangmiddelen. Ik heb dit gemaakt aan de hand van de hoorcolleges, het boek en een bestudering van de arresten.
Samenvatting Ons strafrecht 2 - Strafprocesrecht - Formeel Strafrecht (RS0812222344)
Samenvatting Strafrecht 3 in tabelvorm inclusief arresten
Tout pour ce livre (114)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid: Nederlands Recht
Strafprocesrecht Dwangmiddelen
Tous les documents sur ce sujet (5)
2
revues
Par: jhaarsma1 • 5 mois de cela
Par: bramterbekke1 • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
demialtena98
Avis reçus
Aperçu du contenu
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
(Stelselmatige) observaties
1. Is sprake van een machtiging in de zin van art. 126g Sv?
• Stelselmatige observatie: dit hangt af van de duur, frequentie en intensiteit van het
observeren. Als een object wordt geobserveerd kan dit wel stelselmatige observatie zijn,
maar dan moet het object verbonden zijn aan een persoon. Het enkele gebruik van een
technisch hulpmiddel maakt niet dat sprake is van stelselmatige observatie.
Stelstelmatig is iets als daarmee een min of meer volledig beeld van bepaalde aspecten
van het persoonlijk leven van een betrokkene worden verkregen.
2. Zo nee, biedt art. 3 Politiewet dan voldoende grondslag?
• Dit kan als de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene beperkt is.
Bijvoorbeeld als de observaties slechts in een bepaald gebied en kortstondig worden
uitgevoerd, naar aanleiding van omstandigheden waaruit redelijkerwijs een verhoogde
kans op strafbare feiten kan worden afgeleid.
• Een observatie zonder machtiging kan onrechtmatig zijn, indien zij i.v.m. de plaats,
duur, frequentie, intensiteit en het gebruik van technische hulpmiddelen geschikt zijn
om een min of meer compleet beeld van aspecten van het persoonlijk leven van
betrokkene te krijgen. Als dat niet zo is, dan zal de inbreuk beperkt zijn en biedt art. 3
Polw. Voldoende grondslag.
• Arresten: stille sms, IMSI-catch, warmtebeeldkijker, peilbaken.
o Warmtebeeldkijker: art. 3 Politiewet kan een voldoende grondslag bieden, als
de opsporingsmethode geen inbreuk maakt op de privacy. Als een methode
slechts een beperkte inbreuk maakt, dan kan het wel onder art. 3 Politiewet
vallen. Het gaat erom of de methode naar huidig inzicht van de wetgever
inbreuk maakt op de observatie. Als geen sprake is van stelselmatige
observatie, dan is geen sprake van inbreuk op de privacy en biedt art. 3
Politiewet voldoende grondslag. I.c. was er een vermoeden van een
hennepkwekerij. Met een warmtebeeldkijker werd nader onderzoek ingesteld –
waarna het vermoeden werd bevestigd. Het was geen stelselmatige observatie
vlg. het hof – want het was slechts eenmaal ingezet. Het kan ook niet meer
opleveren dan een algemene aanwijzing voor aanwezigheid van een ongewone
warmtebron. Ook werd niet een persoon geobserveerd, maar een object. Dat
kan wel stelselmatige observatie zijn, maar dan moet het object wel verbonden
zijn aan een persoon. Het enkel gebruik van een technisch hulpmiddel maakt
niet dat sprake is van stelselmatige observatie.
o Stille sms: gedurende 5 dagen werd vastgesteld waar verdachte was. Er kon zo
globaal worden gezien waar verdachte was. Dit leverde maar een beperkt beeld
op. De inbreuk was dus maar beperkt. Volgens de HR kan een niet-wettelijk
geregelde bevoegdheid enkel vallen onder art. 3 Polw en 141/142 Sv, als het
maar (1) een beperkte inbreuk maakt, (2) niet zeer risicovol is voor de integriteit
en beheersbaarheid van de opsporing en (3) het onrechtmatig kan zijn als het
i.v.m. de duur, frequentie en intensiteit geschikt is om een compleet beeld te
krijgen van bepaalde aspecten van het leven van verdachte.
o IMSI-catcher: slechts beperkt ingezet dus daarom kon het gebaseerd worden
op de algemene bevoegdheid.
o Peilbaken: werd ingezet om verdachte te volgen als hij buiten de modus
operandi kwam, voor de duur van 5 dagen. Volgens de verdediging was dit
zo’n inbreuk dat eigenlijk sprake was van stelselmatige observatie en dus een
machtiging daarvoor nodig was. Omdat dat niet was gegeven was sprake van
Gedownload door: demialtena98 | demialtena@msn.com ¤ 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
een vormverzuim. De HR oordeelde echter anders. Er was geen min of meer
compleet beeld verkregen; het peilbaken werd slechts kortstondig ingezet, niet
verdachte maar zijn auto werd gevolgd en slechts bij reisbewegingen buiten de
woonplaats.
Inschakelen particulieren bij de opsporing
• M.M. tegen Nederland: de politie had een persoon geassisteerd bij het opnemen van
gesprekken met de verdachte. Vanuit het OM kwam het verweer dat het een zuiver particuliere
aangelegenheid was en daarom niet i.s.m. art. 8 EVRM – want de politie had er niks mee te
maken. Dat verweer werd door het EHRM verworpen, want de betrokkenheid van de politie
was dusdanig groot dat er wel voldaan moest worden aan de beperkingseisen van art. 8 EVRM
om te kunnen spreken van een gerechtvaardigde inbreuk.
o Belangrijke conclusie: het inschakelen van particulieren bij de opsporing moet op een
wettelijke regeling berusten.
Opsporing ex art. 140 e.v. Sv
• Opsporing betekende zowel onderzoek n.a.v een reeds gepleegd feit, naar een redelijk
vermoeden dat een feit is gepleegd en naar misdrijven waarvan een vermoeden bestaat dat ze
zijn gepleegd die zijn omschreven in art. 67 Sv. Nu staat in art. 132a Sv de huidige definitie.
Het is daarbij vooral gericht op het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
• Artikel 132a Sv: opsporingsbegrip. Er is reactief en proactief optreden. Sommige bevoegdheden
kunnen volgen uit de Awb, maar ook uit bijzondere wetgeving. Of het opsporing is hangt vooral
af van of het gaat om onderzoek naar strafbare feiten, met als doel het nemen van strafvorderlijke
beslissingen.
o Voortgezette toepassing: Geweer-arrest: een opsporingsambtenaar inspecteerde de
keuken in het kader van de Drankwet. Hij trof een wapen aan en nam deze in beslag.
Volgens de HR was dit rechtmatig, want als een ambtenaar ergens alleen ter controle is
van de ene bijzondere wet, mag hij ook andere bevoegdheden o.g.v. een andere wet
uitoefenen. Het gaat dan wel om per toeval op iets stuiten. Als de ambtenaar welbewust
zoekt is sprake van misbruik van recht. Van misbruik van recht is niet gauw sprake als
een andere bevoegdheid (o.g.v. de ‘hoofd’ bepaling) wordt uitgeoefend.
o Sfeerovergang: als op grond van toepassing van het bestuursrecht een verdenking
ontstaat op grond waarvan opsporingsbevoegdheid wordt ingezet.
• Verbaliseringsplicht ex art. 152 Sv. Soms kan het achterwege blijven – maar alles wat van
belang kan zijn voor de te nemen beslissing moet wel worden opgenomen.
• Art. 141 Sv: gewone opsporingsambtenaren: allemaal bevoegd om alle strafbare feiten op. Te
sporen.
• Bevoegd tot opsporing van alle strafbare feiten – een ambtenaar van de FIOD gaat bijv. niet
zomaar achter een fietsendief aan. Maar stel dat je bij een inval in een woning een wapen
aantreft, dan hoef je die niet te laten liggen.
o Officieren van justitie;
o Ambtenaren van de politie;
§ Art. 2 onder a Polw;
§ Voor uitvoering van de politietaak, art. 3 Polw.
o Militairen en …
o Bijzondere opsporingsdiensten.
§ Die een specifieke bemoeienis hebben met bepaalde beleidsterreinen.
Gedownload door: demialtena98 | demialtena@msn.com ¤ 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
§ Beperkte taak, ze onderzoeken slechts dingen die te maken hebben met hun
bijzondere taak.
§ De Polw geldt niet voor dergelijke ambtenaren.
• Art. 142 Sv: buitengewone opsporingsambtenaren (BOA).
o Personen als zodanig niet belast met de politietaak;
o Toch deel van opsporing voor rekening nemen; boswachter, treinconducteur.
o Voor dergelijke personen gelden beperkte opsporingsbevoegdheden. Het kan wel alle
strafbare feiten omvatten – in beginsel is het dus geen onbeperkte bevoegdheid.
è Veel kan gebaseerd worden op art. 141 en 142. Dit kan ook o.g.v. art. 3 Polw. Denk aan
warmtebeeldkijker, IMSI-catcher, stille sms. Niet voor elke opsporingsmethode zijn die
bepalingen voldoende. De basis ligt in het Zwolsman-arrest: meer dan beperkte inbreuk? Dan
niet op die algemene bevoegdheid baseren. Meer dan beperkte inbreuk is aan de orde als een
min of meer compleet beeld van iemands privéleven wordt verkregen. Daarbij komt ook
dat de methode die is ingezet niet zeer risicovol is voor de integriteit en beheersbaarheid van
de opsporing. Dat ‘zit wel goed’ als de OvJ vooraf toestemming heeft gegeven. Een inbreuk kan
in overeenstemming met the law zijn, maar dan moet het wel particulary precise zijn. En artikel
141/142 zijn dat niet.
• Art. 52 Sv: iedere opsporingsambtenaar is bevoegd de identiteit van een verdachte vast te stellen
en hem staande te houden. Een boswachter mag dat ook – maar enkel waarvoor hij bevoegd is.
Al beperkt art. 52 Sv het niet, de taak kan wel weer beperkt zijn.
• Dynamische verkeerscontrole: de controlebevoegdheden in art. 160 lid 1 en 4 WVW moeten
verband houden met de naleving van voorschriften in de WVW. Als daadwerkelijk inzage is
gevorderd in het rijbewijs en/of de kentekenpapieren, dan mag worden aangenomen dat de
bevoegdheid is gebruikt waarvoor hij is bedoeld. Zo lang een dergelijke controlebevoegdheid,
uitgevoerd door een bevoegd opsporingsambtenaar, mede is uitgeoefend ter controle van de
naleving van de bij of krachtens de WVW 1994 gestelde voorschriften is de uitoefening in
beginsel rechtmatig, ook als het opsporingshandelingen mogelijk maakt waarop deze
bepalingen niet zien. Daarbij is wel belangrijk dat de voertuigen niet geselecteerd mogen
worden op een wijze die onverenigbaar is met het uitgangspunt dat personen niet worden
gediscrimineerd wegens onder meer ras of godsdienst of levensovertuiging.
Recht op privacy, art. 8 EVRM
1. Is sprake van inbreuk door een overheidsorgaan?
a. Inbreuk:
• Dit gaat over de omvang van het recht. In lid 1 van art. 8 EVRM staan allerlei
rechten. De kern is: bescherming van het individu tegen misbruik van recht en tegen
willekeurige inmenging. Volgens het EHRM komt het er vooral op neer dat elk
individu een eigen leefruimte toekomt, waarin hij zich zonder inmenging van de
overheid kan ontplooien. Veel bemoeienis overheid kan leiden tot inbreuk. Vuilnis
op straat zetten niet, aldus de HR.
b. Door de overheid?
• Als het door een burger is gedaan valt het hier niet onder;
• M.M. tegen NL: volgens de HR was er geen sprake van strijd met art. 8 EVRM
door een overheidsinstantie; want de politie had enkel geassisteerd, het slachtoffer
had de rest echt zelf gedaan. EVRM stelde dat er wel sprake was van ‘an
interferance by a public authority’. Een andere opvatting zou ook de weg
Gedownload door: demialtena98 | demialtena@msn.com ¤ 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
openzetten naar het door burgers laten verrichten van allerlei opsporingsmethoden
om de wet te omzeilen.
• Van belang is dus of de burger op eigen houtje handelde, of dat er een
overheidsinstantie bij betrokken was. Is sprake van a crucial contribution by a
public authority?
2. Is die inbreuk toelaatbaar/gerechtvaardigd?
• In accordance by law (al staat in NL bij wet voorzien)
o Dit hangt samen met the rule of law. Ook als de nationale wetgever strenger is
dan ‘moet’ – want iedere inbreuk moet een basis hebben in de wet. ‘law’ uit
EHRM is ruimer; kan jurisprudentie, vervolgingspraktijk of wifz of wimz zijn.
De Nederlandse opvatting is iets te beperkt.
o Law = ook jurisprudentierecht. Heeft te maken met toegankelijkheid en
voorzienbaarheid. Het gaat er niet om dat de burger het zelf kon voorzien, maar
om of een rechtsgeleerd adviseur dat kon. Een norm kan ondanks vage termen
een toets doorstaan.
§ De ‘clarity’ die het EHRM wil wordt opgehangen aan
rechtsbescherming. Daardoor hangen de eisen van law af van de ernst
van de inbreuk en vervaagt de noodzakelijkheidstoets.
o Kruslin: Franse recht kende geen specifieke tapbevoegdheden – maar in de
Franse rechtspraak was wel al lange tijd erkend dat er een algemene wettelijke
bepaling te vinden was die als basis gebruikt mocht worden. Het EHRM zei dat
het aan de nationale staten is om dat te bepalen, en was het niet aan haar om
daar een oordeel over te vormen. Er was wel een basis in het recht – maar: het
mag ook niet willekeurig zijn, het moet voorzienbaar zijn: als burger moet je
je gedrag erop kunnen afstemmen (hoeft het zelf niet te weten, maar had wel
moeten kunnen). Hoe ernstiger de privacy inbreuk, hoe hoger de kwaliteitseisen
zijn. Bij ernstige inbreuken eist het EHRM een basis die bijzonder precies is.
Des te heimelijker, des te hoger de kwaliteitseisen zijn. I.c. was het
onvoldoende voorzienbaar. Er waren te weinig waarborgen omtrent hoe lang
het mocht, wanneer etc.
• Noodzakelijk in een democratische samenleving;
o Heiligde het doel wel de middelen? Er moet een dringende sociale behoefte zijn
om de inbreuk te plegen. Het is een beoordeling in concreto: was de
doorzoeking daadwerkelijk noodzakelijk in het kader van voorkomen van
strafbare feiten? Vrij feitelijke vraag waar het EHRM weinig mee kan. Ze
kijken dan naar nationale waarborgen om willekeur te voorkomen. Als het
nationaal in concreto is onderzocht vindt het EHRM het vaak wel prima.
• In het belang van enkele doelen.
o Limitatieve uitzonderingen, die restrictief worden uitgelegd.
• K.U. v. Finland: kern art. 8 EVRM = beschermen van individu tegen willekeurige
overheidsinmengingen. Betekent niet dat er geen positieve verplichtingen kunnen zijn.
Kan zijn dat ze iets strafbaar moeten maken – al heeft dat weinig zin als er geen
mogelijkheid is om de overtreder te identificeren en berechten. I.c. werd de ‘schender’
eigenlijk ook beschermd. De positieve verplichting kon niet worden nagekomen
waardoor schending aan de orde was.
Gedownload door: demialtena98 | demialtena@msn.com ¤ 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur demialtena98. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.