Internationale Betrekkingen & Veiligheid (AIVV3INTER20)
Tous les documents sur ce sujet (18)
Vendeur
S'abonner
esra6
Aperçu du contenu
Samenvatting belangrijkste begrippen
Week B1
Internationale betrekkingen: hoe naties of landen of staten met elkaar omgaan en welke afspraken
en gebruiken zij daarbij maken en volgen
Internationaal: tussen naties
Betrekkingen: verhouding / band
Soevereiniteit: zelfbeschikkingsrecht en het voeren van het hoogste gezag. Je hoeft geen
verantwoording af te leggen en je bepaalt het altijd zelf. Dit levert een probleem op wanneer een
land verschrikkelijke dingen doet zoals; genocide.
Soevereine staat: een territorium met grenzen met een permanente bevolking en een onafhankelijke
macht aan het hoofd. Er zijn bijna 200 staten in de wereld. De soevereine staat is het beginpunt van
bijna alle ir-theorieën.
laag ‘empirial statehood’
o zwakke instituties
o economisch onder ontwikkeld
o weinig nationale eenheid
ook wel: quasi-states
Failed states
de aller zwakste staten
kenmerken;
o verlies controle geweldsmonopolie
o afname autoriteit collectieve beslissingen
o weinig/geen publieke diensten (staat geen macht)
o onvolwaardig lid internationale gemeenschap
Weak power / strong power
militaire macht in een staat
STRONG POWER WEAK POWER
STRONG STATE VS / China / Frankrijk Nederland / Singapore
WEAK / FAILED STATE Pakistan / Noord-Korea Somalië / Libië
,Staten systeem (vroeger en nu)
oorspronkelijke staten systeem
o kleine groepen insiders, allemaal sterke staten
o heel veel outsiders: koloniën.
Huidige staten systeem
o Bijna alle staten zijn insiders en worden formeel / juridisch als staat erkent
o De ongelijkheid tussen staten is groot: strong states, weak / failed / quasi states
Rol van theorieën: helpen bij inzicht geven in de werkelijkheid en het versimpelen van de
werkelijkheid.
Realisme: bij het realisme staat macht centraal in de relatie tussen staten. Macht wordt als middel /
mogelijkheid gezien om de ander te beïnvloeden.
Macht is relatief. Staat A kan machtiger zijn dan staat B, maar is niet machtiger dan staat C.
Twee soorten macht:
o Hard power: straffen en belonen;
Militaire macht en geld / voedsel
o Soft power: een land heeft dusdanig invloed op bijvoorbeeld agendapunten in een VN-
vergadering
Het realisme focust zich vooral op de hard power. Het realisme gaat ervan uit dat samenwerking
tussen staten moeizaam en nooit langdurig is. Staten handelen / denken vanuit hun eigen belangen,
dit zorgt voor een moeizame samenwerking. Hierdoor ontstaat bijvoorbeeld het security dilemma.
Soorten realisme
Klassiek realisme (Hobbes / Machiavelli)
Normatief: het gaat over wat de beste manier is om een goed staatshoofd te zijn
Nadruk ligt op verantwoordelijkheid
Nadruk lift op filosofisch
Strategisch realisme
Wetenschappelijk: wat is er nodig om beleid te laten slagen?
Nadruk op rationaliteit: actoren moeten gewogen afwegingen maken
Neorealisme
Grotendeels wetenschappelijk maar ook normatief in concepten: het is het waard om
voor een staat te vechten, staten zijn gelijk en soeverein.
Defensive realisme
Kan een staat ooit genoeg macht hebben?
Staat wilt altijd meer macht, maar wereld dominantie is onmogelijk.
Alle staten willen regionale controle uit zelfbehoud: macht op eigen continent / regio.
State of nature (Hobbes, 1651): Hobbes gaat ervan uit dat mensen ongekend wreed zijn als er geen
beperkingen opgelegd worden. In een burgeroorlog zie je de state of nature: wat er gebeurt als er
geen hogere macht is. Om uit de state of nature te komen, moet er een centrale macht komen die
zorgt dat we ons niet gedragen als wolven. Hobbes zag de state of nature als redmiddel van de
burgeroorlog.
, Internationale anarchie en security dilemma: Er is geen internationale autoriteit, staten zijn elkaars
gelijken. Staten hebben geen directie controle over elkaar. In reactie op onzekerheid bewapenen
staten zich. Bewapening kan leiden tot spanning en onveiligheid.
Waarom landen nucleaire wapens willen:
- Capaciteit: nodig, maar niet bepalend
- Veiligheid: onduidelijk of wapens veiligheid garanderen, veel landen vinden van wel
- Internationale normen en perspectieven: staten als lid van een internationale gemeenschap.
- Interne politieke situatie: afleiding van interne problemen
Stability theorie: de dreiging van oorlog maakt stabiliteit ook mogelijk. Een bipolair systeem kan
leiden tot stabiliteit:
Twee grootmachten houden de wereld in balans (koude oorlog)
Door de wapenwedloop werden de VS en de Sovjet-Unie grootmachten en was er
constant dreiging tussen de twee grootmachten. Hierdoor was de wereld wel in balans.
Multipolair systeem: Meerdere grootmachten houden de wereld in balans. Dit kan ook leiden tot
stabiliteit.
Wereldgeschiedenis
De vrede van West Falen in 1648
Vrede maakte een einde aan de Dertigjarige oorlog (Duitsland) en de Tachtigjarige oorlog
tussen Nederland en Spanje.
Het was de eerste keer dat het idee van staatssoevereiniteit werd verankerd.
Staten sluiten verdragen zonder toestemming van de kerk: scheiding van de kerk en de
staat.
Erkenning van een soevereine staat door andere staten wordt essentieel
De institutionele- en juridische aard van de staat wordt belangrijker dan de willekeurige en
persoonlijke aard.
In de praktijk wordt soevereiniteit weinig erkend.
Revoluties in de 18e eeuw
Amerikaanse revolutie
Er waren Britse koloniën in Amerika. Groot-Brittannië waren de ‘insiders’, Amerika de
‘outsiders’
Na een oorlog tegen de Britten wordt op 4 juli 1776 de onafhankelijkheidsverklaring
getekend.
Dit en met name de grondwet in VS (1787) was een boorbeeld oor de wereld, het was
het begin van de verandering ban het systeem van insiders-outsiders. Zo kwamen hierna
de Franse revolutie (1789) en andere revoluties in Europa (19 e eeuw)
Europese revolutie
Twee belangrijke revoluties;
o Agrarische revolutie (18e eeuw)
o Industriële revolutie
Agrarische revolutie zorgde voor een enorme bevolkingsgroei, er werd op grote schaal
voedsel verbouwd. Einde tijd van jagers en verzamelaars.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur esra6. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.