Samenvatting module 7 economische groei van 5 havo uit het boek praktisch economie. Ook heb ik de uitleg van mijn docent en filmpjes hierin verwerkt. (Alleen H1, H2 en H5)
Micro economie --> kleine schaal en gedetailleerd -> economie van een bedrijf of bedrijfsniveau:
winst, elasticiteit..
Macro economie --> grote schaal en breder en uitgebreider -> economie van een land: bbp,
belastinginkomsten… . De micro-economie maakt hier ook deel van uit.
Bij macro-economie wordt gekeken naar macro-economische kerngetallen: economische waarden
die de economie als geheel beschrijven. Een van deze kerngetallen is het bruto binnenlandsproduct
(bbp): de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land. Het geeft aan wat
een land in een jaar voortbrengt ook wel nationaal inkomen/product genoemd --> alle inkomens in
een land bij elkaar opgeteld.
De rente (de marktprijs van tijd) en inflatie hebben grote invloed op de gehele economie.
1.2 Berekenen van het bbp: de objectieve methode
Het bbp kan op drie manieren berekend worden =:
1. Vanuit de productie: de objectieve methode
2. Vanuit het inkomen: de subjectieve methode
3. Vanuit de bestedingen: de bestedingsmethode
Deze methodes geven allemaal dezelfde uitkomst.
Berekeningsmethode 1: de objectieve methode
> We kijken naar de toegevoegde waarde die er binnen een land wordt geproduceerd.
Bruto toegevoegde waarde = TO-kosten ingekochte goederen en diensten
Door alle toegevoegde waarden die in een land is gecreëerd bij elkaar op te tellen kom je dus op het
bbp.
De toegevoegde waarde van de overheid is gelijk aan alle ambtenarensalarissen.
Het bbp is dan dus:
Bbp = optelsom van alle toegevoegde waarde + alle ambtenarensalarissen.
> Hierbij rekenen we vanuit de inkomensvorming. Bedrijven creëren een toegevoegde waarde
in hun productieproces met de productiefactoren KANO. Een bedrijf gebruikt die vier
productiefactoren om toegevoegde waarde te creëren, maar moet daar zelf ook voor
1
, betalen. De beloning voor deze productiefactoren: loon, pacht, huur, rente en winst --> het
primaire inkomen.
We kunnen het bbp indelen in verschillende inkomens categorieën --> categoriale
inkomensverdeling.
Dus voor de subjectieve methode tel je alle primaire inkomens, die onderverdeeld zijn in
verschillende inkomenscategorieën bij elkaar op. Ook moet je daar nog de afschrijvingen bij op
tellen.
De loonquote geeft aan welk deel van de het nbi naar de productiefactor arbeid gaat:
𝑙𝑜𝑜𝑛
Loonquote = 𝑛𝑏𝑖
𝑥 100%
Omdat, het loon van een eenmanszaak gelijk is aan de winst en dus eigenlijk in de winstquote terecht
komt is er het arbeidsinkomen:
Arbeidsinkomen = looninkomen + winst zelfstandigen met een eenmanszaak
Het arbeidsinkomensquote is daardoor:
𝑎𝑟𝑏𝑒𝑖𝑑𝑒𝑟𝑠𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛
AIQ= 𝑛𝑏𝑖
𝑥100%
H2 economische kringloop
2.1 Wederzijdse afhankelijke markten
In de hoofdstuk bespreken we een macro-economisch model dat de goederenstromen en financiële
stromen van een economie beschrijft: de economische kringloop. Hiermee kunnen we het bbp via de
bestedingsmethode berekenen.
Macro-economische modellen die alle wederzijdse afhankelijkheden in een economie omvatten,
bevatten duizenden wiskundige formules die ontwikkeld en beheerd worden door het Centraal
Planbureau (CPB).
2.2 berekenen van het bbp: de bestedingsmethode
Berekeningsmethode 3: de bestedingsmethode
> Hierbij wordt er gekeken naar de totale hoeveelheid bestedingen die er bij binnenlandse
ondernemingen zijn gedaan door de gezinnen, bedrijven en de overheid.
De samenhang in een economie vat je samen in de economische kringloop. Deze kringloop geeft een
overzicht van een economie als geheel. De financiële kringloop beschrijft alle geldstromen, de reële
kringloop beschrijft alle onderliggende goederen- en dienstenstromen.
In de economische kringloop zijn er vier geldstromen richting de bedrijven:
- de consumptie (C) door gezinnen
- de overheidsbestedingen (O)
- de investeringen (I) van de bedrijven die daarvoor geld lenen bij financiële instellingen
- de export (E) die door het buitenland gekocht wordt
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sterrevvliet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.