Cultureel erfgoed
HOOFDSTUK 1 Inleiding
Cultureel erfgoed
- Actueler dan ooit: een steeds groter deel van de culturele consumptie bestaat uit de omgang
met cultureel erfgoed: zaken en gebruiken uit het verleden
- De term omvat steeds meer
- de term had vroeger vooral betrekking op hoge, materiële cultuur: de roerende objecten in
musea en bibliotheken enerzijds en monumenten en archeologische terreinen anderzijds
- tegenwoordig worden ook producten uit de populaire cultuur, natuur, gewoontes, rituelen,
gebruiken, en ook pijnlijke resten van het verleden, beschouwd als cultureel erfgoed.
→ de titel: het ‘erfgoeduniversum’ staat voor deze voortdurende ‘vererfgoedisering’: erfgoed
als uitdijend heelal.
→ de verbreding van de term is op zichzelf een teken van de grote status die cultureel
erfgoed heeft gekregen
Voorbeeld: Immaterieel erfgoed: zie voor voorbeelden de lijst met 100 tradities die het
Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed (VIE) in 2008 heeft samengesteld op basis
van een grote nationale enquête (In Leereenheid 2 gaan we dieper in op deze inventarisatie
en het UNESCO Verdrag ter bescherming van het Immaterieel Erfgoed (2003). Natuurlijk
bestond er ook immaterieel erfgoed (voorheen vaak aangeduid als ‘volkscultuur’) vóór 2003,
maar het ‘borgen’ (het nemen van maatregelen tot instandhouding, in het Engels aangeduid
met de term ‘safeguarding’) is van recente datum.
- Cultureel erfgoed = een fundamentele activiteit in de omgang met cultuur en natuur,
waarbij objecten en handelingen van betekenis veranderen (voorwerpen worden museale
objecten, traditionele gebruiken worden immaterieel erfgoed, enz)
→ erfgoed is zowel proces (een bepaalde manier van waarnemen, denken en handelen: een
proces waarin objecten en gebruiken geselecteerd worden) als product (een selectie van
objecten en gebruiken)
- Cultureel erfgoed is gekoppeld aan de ‘erfgoedhabitus’ (erfgoed als ‘habitus’)
→ In Opstellen over smaak, habitus en het veldbegrip (Amsterdam 1989) beschrijft de
socioloog Pierre Bourdieu ‘habitus’ als
= een bestendige manier van waarnemen, denken en handelen, waarmee individuen zich
kunnen handhaven en onderscheiden binnen verschillende, elkaar overlappende,
maatschappelijke velden, zoals politiek, kunst en wetenschap.
→ Halbertsma en Kuipers spreken over erfgoed als ‘habitus’ (of als ‘fundamentele activiteit’)
om aan te duiden dat erfgoed voortkomt uit een bepaalde manier van kijken om dingen te
kunnen onderscheiden als erfgoed (In hoofdstuk 2 wordt hier uitgebreider op ingegaan met
behulp van de termen ‘metacultuur’ of ‘frame’)
→ ‘Erfgoed’ is een voorbeeld van onderscheid maken: het ene willen we wel behouden voor
het nageslacht, het andere niet
Handboek: ‘Het erfgoeduniversum’
- Centraal: waarom en hoe bepaalde zaken als erfgoed worden aangewezen, behouden en
gepresenteerd
- Uitgangspunt: de vraag hoe en waarom erfgoed ontstaat, groeit en verandert