Hoofdstuk 1: Wat is politiek?
Leerdoelstellingen hoofdstuk 1:
Niet kennen:
2.4 definities
4.1 indeling (Heywood)
4.2 indeling 2 (domein en aspect)
1
,1) inleiding
Moeilijk te omschrijven: veel ≠ definities
Essentie van politiek: er is geen eensgezindheid over
2) Wat is politiek? Op zoek naar een omschrijving
2.1) Oorsprong van het begrip
Daar bestaat geen juist antwoord op
Fundamentele vraag
MAAR wel eensgezindheid over:
Oorsprong (polis, politika, politeia): politiek afkomstig van politeia (politika) alles
wat betrekking heeft op de polis (de burgerlijke samenleving)
Leven van burger in gemeenschap (politikos= discussieert mee over de samenleving
vs idiotikos= alleen bezig met zijn eigen belang, burger in zijn priveleven)
Betrekking op leven en beheer van een samenleving
2.2) Politiek en territorium
Politiek heeft nodig:
Territorium
Niet-territoriale verenigingen: leden (kerk, studentenvereniging,…)
Territoriaal gebonden samenleving: iedereen + impact omvangrijker
Nodig om te spreken van een staat en politiek
Wie lid is van een territorium moet alle regels volgen die op dat territorium gelden
Bevolking
2.3) Van nachtwaker naar Nanny
Minimal state
Zorgen voor orde en tucht, beschermen vd grenzen en eigendomsrechten.
Law and order afdwingen: mensen doen alles zelf, de staat komt er niet tussen
Nannystate
staat die je begeleid van wieg tot graf, de staat heeft vat voor je
3) Geschiedenis
Drie momenten die politiek kunnen definiëren:
1) Aristoteles
Politiek was het hoogste dat er was, het is niet beperkend
Goed leven enkel mogelijk binnen een politieke gemeenschap (eudaimonia)
Zoön politikon: de mens is een sociaal beest
De zoektocht naar de goede samenleving
Leermeester was Plato: geloofde in arbeidsverdeling. Burgers moeten zichzelf zien als
een deel vn een groter geheel, ze moeten vooral werken + moeten de regels
respecteren. De leiders vn de staat werken louter in het algemeen belang en zorgen
voor een goed bestuur vd staat.
2) Machiavelli
Boek Il Principe ‘de heerser’: verboden boek door de kerk
Gedachte: beter gevreesd dan geliefd
Machiavellist: op een negatieve manier ‘hij wil veel macht’
2
, Vraag: hoe kan je aan de macht komen en behouden
3) Franse revolutie
Politiek verwijst naar organisatie binnen de staat
Wat moet er gebeuren? Wordt na discussie met het volk geantwoord
Revolutionair van de plebs mag meebeslissen
Ontstaan van nieuwe politieke stromingen: ‘ismen’: nationalisme, naturalisme,…
4) Indelingen
Exacte wetenschappen
eigen jargon, niemand gebruikt die woorden
Sociale wetenschappen
geen jargon omdat wij waarden van bepaalde begrippen in omgangstaal overnemen:
enkel gecontesteerde woorden
Alle centrale begrippen in de politiek zijn wezenlijk betwist
5) De relativiteit van indelingen: over Smitt en Easton
Carl Smitt
Schreef fout in de oorlog en schreef vooral over soevereiniteit
Onderscheid tussen vriend en vijand alls criterium voor politiek
Boek ‘Der Begiff des Politischen’ zoekt specifieke, fundamentele, laatste onderscheid voor
het publieke ‘vriend vs vijand’
(uiterste graad van intensiteit van publieke verbinding of scheiding, geen apart
domein ‘elke tegenstelling’ en geen aspect ‘intensiteit’)
Filosoof die opzoek ging naar hoe je de essentie van politiek kan vatten
‘Uw vijanden hoeven niet lelijk, rendabel of slecht te zijn’
Chantal Mouffe
Bekende stem voor (radicale) democratie
In de politiek moet je conflicten hebben
Consensus is niet altijd mogelijk
Politieke relaties zijn agnostisch: tegenstellingen zijn noodzakelijk om een politieke identiteit
te ontwikkelen
David Easton
Politiek gaat over de toebedeling van waarden, zaken die de gemeenschap waardevol vinden
Door schaarste ontstaan conflicten. Institutie nodig voor toebedeling vn die waarden
overheid
Basisfunctie van een politieke gemeenschap
Allocatie + acceptatie van allocatie (iets toewijzen of verdelen)
Authoritative allocation: het gaat op beslissingen die gezaghebbend zijn voor de hele
samenleving, dus niet enkel voor een sportfederatie
Hoofdauteur van de systeemtheorie:
In interactie met omgeving
input conversie output
3
, Feedback
Input: Signal & maintenance imput
signal (bv. eis) en maintenance (actief, passief, specifiek, diffuus) (bv. steun)
Eisen te gevarieerd = content overload
Aantal eisen te groot = volume overload
Gatekeepers (sluiswachters, bv. partijen, belangenorganisatie, media, normen, …): zorgen
ervoor dat niet iedereen voor input kan zorgen
Withinput (van binnenin het systeem, bv. adviesorganen, ambtenaren, politici, …)
Conversie (door regering, parlement, administratie)
Output: beleid, beslissingen
Stress: geen conversie mogelijk of conversie niet meer bindend
Content en volume overload (te verschillend of teveel eisen
De systeemtheorie is eerder een model omdat het niets uitlegt, het is geen theorie.
Kritiek: het legt te weinig uit over conversie
Voorbeeld:
Systeem in staat zijn om 2 functies te vervullen:
1) Gewaardeerde goederen toebedelen aan de maatschappij
2) Deze toebedeling als bindend doen aanvaarden
Stress als er geen conversie meer mogelijk is of conversie niet meer bindend wordt gezien.
Systeemtheorie onderzoek de mate van stress en de manier waarop ermee wordt omgegaan.
Via feedback kan blijken dat er heel wat politiek wantrouwen bestaat
4