Hoofdstuk 1: gentle teaching
Inleiding
Gentle teaching = een manier van onvoorwaardelijk werken, om vanuit
een begripvolle en liefdevolle manier om te gaan met cliënten, zodat
cliënten zich verbonden voelen met hun begeleiders en andersom.
John McGee
= grondlegger van gentle teaching -> werkte aantal jaren in
sloppenwijken van Brazilië en stelde vast dat ondanks de
levensomstandigheden en verhalen, de mensen toch een gemeenschap
vormden met hechte relaties die steun en veiligheid bij elkaar vonden.
USA: geconfronteerd met ‘a culture of death’ = een cultuur van macht,
dwang en overheersing waarbij de relatie tussen begeleiders en cliënten
ver te zoeken was.
Inspiratiebronnen
Paulo Freire: ‘alles wat je doet in opvoeding of begeleiding, dient te
vertrekken vanuit de ervaring van mensen die je begeleidt’ -> vanuit de
behoeften van de cliënt
Bevrijdingsteologie: ‘vanuit het idee dat alle mensen gelijkwaardig zijn’
Hechtingstheorieën: kijken naar de relatie tussen verzorgen en
baby/kind -> eerste kinderjaren zijn cruciaal voor toekomst van het kind
omtrent hechting
… is een methodiek met methodische aspecten
Methode = een concreet stappenplan dat stap voor stap uitstippelt wat je
in elke fase van het begeleidingstraject dient te doen als begeleider ->
geen beschrijving van gentle teaching
Gentle teaching = een verzameling van praktijkinzichten, uitgangspunten
en algemene concepten die richting moeten geven aan jouw gedrag als
begeleider.
Gentle teaching vs gedragsmatige benadering
Behaviorisme van vroeger
Focus op gedrag en gedrag corrigeren
Voorwaardelijk werken
Gebruik van macht en dwang -> vooral verbale en fysieke
handelingen
Overdreven medicatiegebruik
Misbruik van psychiatrische labels
,Gentle teaching vs behaviorisme
Uitgangspunten (3)
1. Psychologie van de onderlinge afhankelijkheid
= het idee dat ieder mens verlangt naar een betekenisvolle, warme en
affectieve relatie, zelfs mensen die agressief, zelfverwondend of
teruggetrokken gedrag laten zien. Mens is immers een sociaal wezen en
heeft liefde, warmte en nabijheid van anderen nodig om zich te kunnen
ontplooien en gelukkig te voelen
2. Agressie ontstaat uit angst
Ontstaan van agressie kan diverse oorzaken hebben: angst,
stress, gevoel van onveiligheid, verdriet, laag zelfbeeld,…
Onze binnenkant (kern) vormt de basis voor ons gedrag
(periferie) -> daarom focussen op binnenkant van cliënt en niet
op zijn of haar gedrag!
3. Companionship
= gevoel van verbondenheid opwekken tussen cliënt en jou en
tussen jou en cliënt.
-> letterlijk het gevoel van verbondenheid aan te leren aan mensen
die je ondersteunt. -> alle cliënten aanleren dat het goed is om bij
elkaar te zijn, onder de mensen te zijn, veilig en geliefd voelen!
Relationele bouwstenen (7)
,Gelijkwaardigheid: niet gelijk door ervaringen maar wel gelijkwaardig,
niet boven de cliënt gaan stellen en overheersen
Inzetten op inspraak, empowerment en zelf keuzes maken
Acceptatie: aanvaarden van kwetsuren en mensen aanvaarden in kern
en periferie
Focus op kern en periferie
Wees in het heden, hou rekening met levensgeschiedenis: focus
ligt in het hier en nu en niet in het oprakelen van traumatische
herinneringen
Onvoorwaardelijkheid:
Geen voorwaarden of eisen stellen
Niet straffen of belonen –> wel waarderen
Telkens opnieuw willen beginnen en nieuwe kansen geven
Waardering: gratis waardering voor iedereen ook bij mensen die
probleemgedrag stellen
Geweldloosheid
Geen macht en geen dwang
Niet verbaal, niet fysiek
Geen eenzame opsluiting
4 pijlers
1. Safe: veiligheid en vertrouwen
- Ervoor zorgen dat cliënten zich veilig voelen bij begeleider en
vertrouwen te hebben
- Mensen moeten de aanwezigheid kunnen aanvaarden
2. Loved: graag gezien voelen
- Gevoel ontwikkelen om samen dingen te doen, op alle mogelijke
manieren tonen dat je aanwezig bent en zo langzaamaan relatie
opbouwen
3. Loving: vermogen anderen graag te zien
- dingen voor elkaar doen, in staat zijn om jezelf en anderen graag
te zien
- waardering en affectie leren voelen voor anderen en ook durven
tonen
4. Engagement: wederkerigheid
- Dingen doen voor jou en anderen, niet omdat het moet omdat ze
zich veilig voelen, elkaar vertrouwen en graag zien, voelen zich
verbonden met elkaar
- Belangrijk om als begeleider hiervoor open te staan en toe te laten
Relationeel krediet en relationeel mandaat
, Relationeel krediet = krediet dat een bewoner zijn begeleider geeft
binnen hun relatie, op basis van enerzijds het vertrouwen dat de bewoner
stelt in zijn begeleider en anderzijds de mate van duurzame
verbondenheid die hij met hem voelt.
Relationeel mandaat = mate waarin begeleiders door hun bewoners
gelegitimeerd worden om het oneens te zijn met zich daarbij bij te laten
sturen zonder dat dit tot conflict leidt en zonder dat dit ernstige, blijvende
relationele schade tot gevolg heeft.
Tools binnen gentle teaching
Totale dialoog
Slaat op verbale en non-verbale communicatie
Verbaal kunnen we mensen laten groeien of mensen neerhalen ->
was bedoelt om mensen dichter bij elkaar te brengen
Veiligheid, troost en steun biedt je doorgaans het beste via
lichamelijk contact, eerder dan via woorden
Non-verbale communicatie via
Handen
Stem
Gezichtsuitdrukking
Algemene lichaamshouding
Stretchen van de relatie
Zoektocht naar wederkerigheid loopt via kleine stappen waarbij je de
relatie uitbouwt
Ondersteunende ipv overheersende interventies
7 overheersend interventies die niet passen binnen gentle teaching:
dreigen, straffen, eisen, negeren, vastgrijpen, isoleren en fixeren
Reflecteer over jezelf
Hoofdstuk 2: arbeidszorg
Definiëring arbeidszorg
Arbeidszorg = bieden van arbeid aan mensen die niet meer, nog niet of
nooit op de normale arbeidsmarkt terecht kunnen
-> Gaat om begeleide, onbetaalde arbeid op maar voor personen, zonder
arbeidscontract en die financieel afhankelijk zijn van een uitkering
-> aandacht voor verwerven van specifieke vaktechnische vaardigheden
en sociale en persoonlijke ontwikkeling van de persoon
Wie komt in aanmerking? (MMPPS)