Samenvatting Psychologie, een inleiding, ISBN: 9789043034593 Psychosociale achtergronden van gedrag
23 vues 0 fois vendu
Cours
Psychosociale achtergronden van gedrag
Établissement
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Psychologie, een inleiding
Samenvatting van het boek Psychologie, een inleiding. Alle hoofdstukken die nodig zijn om een 9 te halen. Conform de richtlijnen opgesteld door hogeschool Saxion.
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1.1 : Wat is psychologie en wat is het niet?
Psyche = geest
Ologie = Gebied van de studie
Psychologie is een breed veld, met vele specialismen, maar in wezen is psychologie de wetenschap
van gedrag en geestelijke processen.
↳ Bestaat uit interne processen (denken) en externe processen (lopen)
Wetenschap van psychologie is gebaseerd op objectieve en verifieerbare gebeurtenissen.
3 manieren om psychologie te bedrijven:
1. Experimenteel: onderzoek uitvoeren dat nieuwe psychologische kennis creëert (kleine groep)
2. Docenten psychologie: Lesgeven en soms wetenschappelijk onderzoek
3. Toegepast psychologen: Gebruiken kennis die door experimenteel psychologen is vergaard
om problemen van mensen op te lossen
Psychologie is geen psychiatrie:
Psychiatrie is een medisch specialisme, dus medische opleiding gevolgd en behandeling van
geestelijke en gedragsmatige problemen + geneesmiddelen.
Pseudopsychologie= niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd.
Kritische denkvaardigheden → zes vragen voor als je met nieuwe beweringen wordt geconfronteerd:
1. Wat/wie is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie door bias zijn beïnvloed?
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn er voor een oplossing verschillende invalshoeken nodig?
1.2 : Wat zijn de zes belangrijkste perspectieven van de psychologie?
De zes belangrijke perspectieven domineren het snel veranderende veld van de moderne psychologie,
alle zes de perspectieven zijn voortgekomen uit radicaal nieuwe ideeën over geest en gedrag.
Descartes stelde een scheiding voor tussen spirituele geest en fysiek lichaam. Er werd aangetoond dat
zintuigen stimuleert omzetten in zenuwimpulsen en spierreacties. Hierdoor kon aangetoond worden
dat er Biologische processen ten grondslag liggen.
Descartes: rationalist, het denken als enige middel voor wetenschap en filosofie.
John Locke: Empirist, waarnemingen, ervaringen en experimenten enige ware bronnen van
kennis. (tabula rasa= onbeschreven blad dat door ervaringen vaardigheden e.d. krijgt)
,1 Modern biologisch perspectief:
Idee: Het lichaam kan apart van de geest bestudeerd worden. Persoonlijkheid, voorkeuren en
gedragspatronen komen voort uit lichamelijke eigenschappen. Dus oorzaken in het zenuwstelsel, het
endocriene stelsel en de genen
2 stromingen:
1. Neurowetenschap= studie van de processen van de hersenen
2. evolutionaire psychologie= aan de grondslag van de fundamentele gedragingen liggen onze
voorouders. (natuurlijke selectie= evalueren van de beste genetische kenmerken)
Wat bepaalt gedrag: De hersenen, zenuwstelsel, endocriene stelsel en genen.
Wie: Descartes en neurowetenschappers en evolutiepsychologen
2 Moderne cognitief perspectief:
Idee: nadruk ligt op cognitie, geestelijke activiteit, zoals de gewaarwording, het denken, het leren en
het geheugen. De wetenschappelijke methode kan gebruikt worden om de geest te bestuderen
Introspectie= eerste psychologische experimenten waarbij de sensorische en emotionele reacties op
verschillende prikkels wordt beschreven.
Onderzoek naar de elementen van bewustzijn → aan grondslag lag het Mendeljev tabel/ periodiek
systeem.
- Structuralisme= doel is de elementaire structuren of onderdelen van de geest aan het licht te
brengen.
- Gestaltpsychologie= meer de focus op het geheel van onze bewustzijns ervaringen als meer
dan de som van de delen.
- Functionalisme= Psychologie moet zich richten op de functie van het bewustzijn en niet
alleen op de structuur.
Wat bepaald gedrag: Iemands unieke patroon van waarnemingen, interpretaties, verwachtingen ,
overtuigingen en herinneringen.
wie: Wilhelm Wundt en William james en cognitivisten.
3 Behavioristische perspectief
Idee: de wetenschap van het gedrag en van de omstandigheden in de omgeving die dit gedrag
beÏnvloeden. Psychologie moet de wetenschap van observeerbaar gedrag zijn, niet van de mentale
processen.
Wat bepaald gedrag: De prikkels in onze omgeving en de consequenties van ons gedrag
Wie: John Watson en B.F. Skinner
4 Perspectief van de gehele persoon
Idee:Het willen verklaren van de hele mens aan de hand van drie stromingen (positief en humanistisch
in 1 stroming).
1. Psychodynamische psychologie= de geest, maar vooral de onbewuste geest is een reservoir
van energie voor de persoonlijkheid. Die energie is hetgeen wat ons motiveert.
a. Wat bepaalt gedrag: Processen in de onbewuste geest
2. Humanistische psychologie= Psychologie moet de nadruk leggen op menselijke groei en
potentieel in plaats van op psychische stoornissen.
a. Wat bepaalt gedrag: Onze aangeboren behoefte te groeien en ons potentieel zo goed
mogelijk te verwezenlijken
3. Positieve psychologie= Psychologie moet bijdragen tot geluk en welzijn van individuen en
groepen.
a. Wat bepaalt: Innerlijke processen even belangrijk als prikkels uit de omgeving
, 4. Psychologie van karaktertrekken en temperament= Individuen kunnen worden begrepen in
termen van hun temperament en blijvende karakter trekken.
a. Wat bepaalt gedrag: Unieke persoonlijkheidskenmerken die in de tijd en in alle
situaties consistent zijn.
5 ontwikkelingsperspectief
Idee:mensen veranderen als gevolg van een interactie tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving
(nature v.s. nurture)
Wat bepaalt gedrag: De interactie tussen erfelijkheid en omgeving, die zich het hele leven lang uit in
voorspelbare patronen.
6 Sociocultureeel perspectief
Idee:Sociale en culturele invloeden kunnen de invloed overstemmen van alle andere factoren die
gedrag beïnvloeden.
Wat bepaalt gedrag: De kracht van de situatie
Hoofdstuk 9
Paragraaf 1.1 : Hoe beïnvloed de sociale situatie ons gedrag?
Sociaal psychologen proberen ons gedrag te begrijpen in zijn sociale context.
We passen ons gedrag gewoonlijk aan de eisen van de sociale situatie aan, en in nieuwe of ambigue
situaties reageren we op de cues die we afleiden uit het gedrag van anderen.
Situationisme= de externe omgeving, of de gedragsmatige context, onze gedachten, gevoelens en
gedragingen op een subtiele maar krachtige manier kan beÏnvloeden.
Dispensationalisme= de neiging om gedrag aan interne individuele factoren toe te schrijven, zoals
genen, persoonlijkheidstrekken en karaktereigenschappen.
De persoon-situatie-interactie vormt de kern van persoonlijkheidspsychologie als de sociale
psychologie.
Sociale rol= een sociaal gedefinieerd gedragspatroon dat mensen in een bepaalde omstandigheid of
groep dienen te vertonen. (zus, student, medewerker e.z. )
De sociale rollen vertellen je wat je moet doen, waar, wanneer en waarom. De omstandigheid waarin
je leeft bepalen welke rollen je kunt kiezen en welke impliciete verwachtingen met zich mee brengen.
Sociale normen= zeer ruime gedragslijnen. Deze normen kunnen ongeschreven regels zijn die in
verschillende situaties zijn ingebouwd.
Je aanpassen aan een groep betekent dat je uitzoekt welke sociale normen er binnen die groep zijn,
kan op twee manieren:
1. Door te letten op de uniformiteit (eensluidendheid) en frequentie van bepaalde gedragingen
2. Door de negatieve consequenties van overtredingen van de sociale norm op te merken.
Schema= een groep verwante concepten waarmee we voorspellingen doen over wat we verwachten.
Het niet volgen van een schema roept vaak negatieve reacties op.
Script= iemands kennis over de volgorde van gebeurtenissen en handelingen die van een bepaalde
sociale rol in een bepaalde situatie wordt verwacht.
Kameleoneffect = de neiging om andere mensen te imiteren/aanpassen aan omgeving.
Ash effect= de sterke invloed van een groep op het oordeel van een individu.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Emmacvde. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.