In het document staan alle college uitgewerkt van de lessen 1-7. Daarnaast zijn er oefenvragen met antwoorden beschikbaar aansluitend bij de toets vorm (open en gesloten vragen).
Man van 50 jaar, timmerman, met RSI klachten en pijn. Je wilt vergelijken of krachttraining beter is dan rekoefeningen van de
extensoren om sneller herstel te bevorderen.
P: Man van 50 jaar, timmerman, met RSI klachten en pijn.
I: krachttraining.
C: rekoefeningen van de extensoren.
O: sneller herstel te bevorderen.
Onderzoeksvraag: Wat is het effect van krachttraining ten opzichte van rekoefeningen van de extensoren bij een man van 50
jaar met RSI klachten om het sneller herstel te bevorderen?
Je werkt als fysiotherapeut in een eerstelijns praktijk. Er is zojuist een patiënte van 38 jaar oud bij je geweest met lage rugpijn.
Je hebt het fysiotherapeutische onderzoek uitgevoerd en een aantal adviezen meegegeven. Daarnaast heb je de patiënte uitleg
gegeven over de behandeling die je de volgende keer wil starten, namelijk mobiliseren volgens de McKenzie methode. Patiënte
vertelt je dat zij op internet veel positieve verhalen heeft gelezen over core stability training. Je bent nieuwsgierig geworden en
wil uitzoeken welke van beide methoden je het beste kunt toepassen om zo snel mogelijk pijnvermindering bij de patiënte te
bewerkstelligen.
P: patiënte van 38 jaar oud met lage rugpijn.
I: mobiliseren volgens de McKenzie methode.
C: core stability training.
O: pijnvermindering.
Onderzoeksvraag: Wat is het effect van corestability ten opzichte van mobiliseren volgens de McKenzie methode bij een vrouw
van 38 jaar met rugklachten om pijnvermindering te bewerkstelligen?
*Op de toets I (Intervention) en C (comparison) altijd invullen ook als beide niet gegeven worden. Verzin eventueel een behandeling (bijv. andere therapieën).
Therapeutische onderzoeksvraag = een onderzoeksvraag waarin twee interventies met elkaar vergeleken worden.
Wordt gemeten over een lange tijd – longitudinaal onderzoek.
RCT’s zijn de beste manier om therapeutisch onderzoek te doen.
Diagnostische onderzoeksvraag = een onderzoeksvraag gericht op een diagnose, door middel van onderzoek.
Hoe goed is het meetinstrument? (validiteit / betrouwbaarheid)
Samenhang tussen twee variabelen (motoriek kinderen – pestgedrag)
Wordt gemeten op één moment.
Voorbeeld 1: Wat is de mate van samenhang tussen een fysiotherapeutische diagnose ten opzichte van een diagnose met een
MRI scan voor het vaststellen van de VKB?
Voorbeeld 2: Wat is de validiteit van een voorst schuiflade test om de VKB ruptuur te diagnosticeren?
Voorbeeld 3: Wat is de mate van samenhang tussen de spierkracht van de quadriceps en de extensoren van de onderarm?
Prognostische onderzoeksvraag = een onderzoeksvraag gericht op de verwachting van bijvoorbeeld een ziekte.
Je weet de resultaten niet en volg de patiënten over een lange tijd – cohort onderzoek.
Voorbeeld 1: Wat is het verloopt van de ziekte bij patiënten met de ziekte van Bechterew?
Voorbeeld 2: Wat is de kans op overleving bij patiënten met corona op de IC boven de 70 jaar?
Voorbeeld 3: Wat is de kans op het krijgen van spasticiteit bij kinderen met kans op CP ten gevolgen van problemen ronde de
geboorte?
Oefen vragen
Gegeven: een onderzoeker formuleert zijn onderzoeksvraag als volgt: “wat is het verschil in de snelheid van herstel na
oefentherapie ten opzichte van een behandeling met rust, bij een patiënt met een partiële achillespees ruptuur ?”
A. diagnostische onderzoeksvraag
B. therapeutische onderzoeksvraag
C. prognostische onderzoeksvraag.
1
, Gegeven: een onderzoeker formuleert zijn onderzoeksvraag als volgt: “Wat is de mate van overeenkomst tussen het meten van
pijn met de VAS en het meten van pijn met een PPT meter (= een pijndrempel-meter, pressure pain threshold- meter)?”
A. diagnostische onderzoeksvraag
B. therapeutische onderzoeksvraag
C. prognostische onderzoeksvraag.
Gegeven: een onderzoeker volgt een patiëntengroep na een nieuwe knieoperatie in de tijd. Hij meet de mate van pijn 4, 8 en 12
weken en 1 en 3 jaar na de operatie met een pijndrempelmeting door middel van een PPT-meter.
A. diagnostische onderzoeksvraag
B. therapeutische onderzoeksvraag
C. prognostische onderzoeksvraag.
Gegeven: Een onderzoeker formuleert zijn onderzoeksvraag als volgt: ”Wat is de botdichtheid van ouderen boven de 65 jaar?”
A. Prognostische onderzoeksvraag
B. Diagnostische onderzoeksvraag
C. Therapeutische onderzoeksvraag
*antwoorden: B, A, C en B
Kwalitatief onderzoek = achterhaal je informatie over motivaties, gedachten en verwachtingen van mensen (intersubjectief).
Kwalitatief onderzoek draait om woorden en niet om cijfers.
Open onderzoeksvragen.
Observaties.
Kleine groep deelnemers.
Voorbeeld 1: Wat zijn motieven van vrouwen om borstvoeding te geven?
Kwantitatief onderzoek = verkrijg je cijfermatige inzichten over mensen. Het geeft antwoorden op vragen die in hoeveelheden
worden uitgedrukt.
Gebaseerd op kennis en de werkelijkheid.
Gesloten onderzoeksvragen.
Voorbeeld: Vastleggen aan de hand van modellen, metingen werden vastgelegd in getallen, lengte, gewicht, druk, goniometer,
VAS of vragenlijst keuze: a,b,c of d – 25% vind antwoord a. (nummers en getallen)
Je voert eerste een kwalitatief onderzoek uit en vervolgens kwantitatief onderzoek.
Randomised controlled / Randomised clinical trial (RCT)
Randomisatie = op willekeurige wijze, bijvoorbeeld door loting, samenstellen van onderzoeksgroepen, die vervolgens aan
verschillende behandelingen of proefomstandigheden worden blootgesteld.
Controlled = controlegroep – placebo effect
Controlegroep = een vergelijkbare groep proefpersonen met dezelfde klachten/problemen, maar die met placebo of een ander
middel wordt behandeld. Om te zorgen dat er bij het indelen van de groepen geen verschil optreedt waardoor de kans op
succes kan worden beïnvloed, wordt dit door het lot (aselect) bepaald. Je begint met een meetmoment, dan volgt er een
behandeling en dan weer een meetmoment.
Randomiseren controlegroep = De deelnemers mogen niet kiezen in welke groep ze komen.
Placebo-controlled research = placebo-gecontroleerd onderzoek, gerandomiseerd vergelijkend onderzoek, waarbij één van de
twee behandelingen een schijnbehandeling is.
Cohort onderzoek = observationeel onderzoek, waarbij een groep wordt gevolg in de tijd (lange tijd).
Voorbeeld 1: Life Lines van het UMCG – risicofactoren ontdekken bij hart en vaat ziekten.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marijkevelthuis21. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.