Samenvatting Bijzonder bestuursrecht op decentraal niveau (eindcijfer: 7)
49 vues 2 fois vendu
Cours
Bijzonder bestuursrecht op decentraal niveau
Établissement
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
De bestuurlijke kaart van Nederland
Dit is een samenvatting van het boek 'De bestuurlijke kaart van Nederland' van G.E. Breeman, W.J. van Noort en M.R. Rutgers voor het vak bijzonder bestuursrecht op decentraal niveau. Hoofdstukken 1 t/m 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5, 6, 8, 9 en 10. Ook nog een hoofdstuk 6 van 'Gemeenterecht in de praktijk'.
Samenvatting boek Bestuurlijke kaart van Nederland
College aantekeningen Bestuurskunde
Samenvatting De bestuurlijke kaart van Nederland - Bestuurskunde
Tout pour ce livre (69)
École, étude et sujet
Saxion Hogeschool (Saxion)
HBO Rechten
Bijzonder bestuursrecht op decentraal niveau
Tous les documents sur ce sujet (17)
Vendeur
S'abonner
merlevr
Avis reçus
Aperçu du contenu
BIJZONDER BESTUURSRECHT
OP DECENTRAAL NIVEAU
- De bestuurlijke kaart van Nederland van
G.E. Breeman, W.J. van Noort, M.R. Rutgers:
H1 t/m H6 (H4 is 4.1, 4.2 en 4.3) en H8 t/m H10
- Gemeenterecht in de praktijk
Merle van Roest
Tweedejaarsstudent HBO-rechten
,Hoofdstuk 1 – De bestuurlijke kaart van Nederland
1.1 Wat is openbaar bestuur?
Juridisch gezien behoren alle organisaties met een publiekrechtelijke grondslag (het
bestaan van een organisatie is wettelijk vastgelegd) tot het openbaar bestuur. Een ander
criterium betreft de financiering: de publieke organisaties worden gefinancierd uit algemene
middelen, zoals: belastingen, premies en overheidssubsidies. Daarnaast is de doel- of
taakstelling van een organisatie van belang. Publieke organisaties richten zich op het
algemeen belang.
Bijzonder is Stichting Cito: gedeeltelijk een publieke en gedeeltelijk een private organisatie.
Maatschappelijk middenveld = maatschappelijke instellingen die publieke taken verrichten
die soms gefinancierd worden uit belastingopbrengsten en premieheffingen, vb.
ziekenhuizen en culturele stichtingen. Geen winstoogmerk.
1.2 Kenmerken Nederlands openbaar bestuur
Nederland is een constitutionele monarchie = een koning is staatshoofd en zijn
handelen is gebonden aan een grondwet of geschreven constitutie. Tegenstelling
absolute monarchie.
Nederland is een rechtsstaat = het overheidshandelen is onderworpen aan de regels
van het recht dus de overheid mag niet naar willekeur handelen. Dit heet ook wel het
legaliteitsbeginsel: de overheid mag alleen handelen o.g.v. wettelijke
bevoegdheden. Een ander element van de rechtsstaat is dat burgers over
grondrechten beschikken.
Nederland kent een gedeeltelijke scheiding der machten = de wetgevende,
uitvoerende en rechtsprekende macht zijn onafhankelijk van elkaar en controleren
elkaar.
Nederland heeft een scheiding van kerk en staat = er is geen staatskerk zoals in
het VK en de Scandinavische landen.
Nederland heeft een parlementair stelsel = de bevolking kiest rechtstreeks het
hoogste besluitvormende orgaan (de Tweede Kamer) waaraan de regering
verantwoording schuldig is. We zijn ook wel een representatieve/indirecte democratie:
de bevolking kiest de vertegenwoordigers die besluiten nemen. Directe democratie
zoals referenda komen hier weinig voor.
o de eerste pijler van het parlementaire stelsel is het beginsel van ministeriële
verantwoordelijkheid = de ministers zijn verantwoordelijk, ook voor het
optreden van het staatshoofd en voor het doen en laten van de
rijksambtenaren.
o de tweede pijler is de vertrouwensregel: ministers worden geacht af te
treden zodra zij het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging verloren
hebben.
o het parlementaire stelsel is dualistisch: de volksvertegenwoordiging is
onafhankelijk van de regering en ministers kunnen geen deel uitmaken van de
Staten-Generaal. Dit geldt ook voor gemeenten en provincies: de
gemeenteraden en de Provinciale Staten zijn gescheiden van het college van
B&W en het college van Gedeputeerde Staten.
De Nederlandse bevolking kiest geen bestuurders. De leden van de gemeenteraden
en de Provinciale Staten benoemen wethouders en gedeputeerden. De Kroon
benoemt de ministers, burgemeesters en commissarissen van de Koning.
Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op een stelsel van evenredige
vertegenwoordiging = het aantal zetels voor een partij is in overeenstemming met
de aanhang van die partij onder de bevolking.
Het Nederlandse kiesstelsel heeft geen kiesdrempel = een partij hoeft geen
minimaal stemmenpercentage te halen om een zetel te behalen. Daardoor nauwelijks
belemmeringen voor nieuwe partijen om zetels in de volksvertegenwoordiging te
verwerven.
, Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat = er is een rijksoverheid die
zaken aan lagere overheden kan opleggen. Er zijn ook taken, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden overgedragen aan lagere overheden.
Nederland heeft geen constitutioneel hof, hierom geen onafhankelijke rechterlijke
instantie die wetten toetst aan de Grondwet.
Nederland kent geen juryrechtspraak.
Nederland kent een omvangrijk functioneel bestuur = bestuursorganen hebben een
beperkt, wettelijk vastgelegd takenpakket (anders dan de drie territoriale
bestuurslagen Rijk, provincie en gemeente).
o vb. waterschap is een functioneel bestuur.
Thorbeckes Grondwet van 1848 heeft de grondslag gelegd voor het principe van ministeriële
verantwoordelijkheid en de gedecentraliseerde eenheidsstaat (het ‘Huis van Thorbecke’). De
volksvertegenwoordiging heeft in 1917 gekozen voor het stelsel van evenredige
vertegenwoordiging.
Het Nederlandse openbaar bestuur is inclusief: veel politieke besluiten kunnen pas genomen
worden als er brede steun voor bestaat onder de betrokken politieke actoren (politieke
fracties in de volksvertegenwoordiging maar ook maatschappelijke organisaties).
De Nederlandse bestuursstijl is te karakteriseren m.b.v. ‘zes co’s’: coalitie, collegialiteit,
compromis, consensus, coöptatie (snelle opname nieuwkomers) en coöperatie.
De draagkracht van de besluitvorming en de openheid voor nieuwkomers zijn geprezen
elementen.
Hoofdstuk 2 – De Nederlandse staat
Kenmerken van een staat:
1. Grondgebied;
2. Bevolking (Antarctica is een voorbeeld van een grondgebied zonder bevolking en is dus
ook geen staat)
3. Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend de
wet- en regelgeving kan handhaven. Nederland heeft een grondwet en andere regelgeving.
Hieraan gekoppeld is het geweldsmonopolie van de staat: alleen de staat is bevoegd geweld
te gebruiken om de openbare orde te kunnen handhaven en de veiligheid van de burgers te
kunnen beschermen. De politie en krijgsmacht zijn de instituties die de veiligheid moeten
garanderen.
4. Een staat is erkend door andere staten. Lidmaatschap VN is het teken dat er sprake is van
een erkende staat. Sommige staten worden wel erkend door een aantal staten maar zijn
geen lid van de VN (vb. Kosovo).
Men spreekt ook wel van een soevereine staat = onafhankelijke staat die in het internationale
recht gelijk is aan alle andere staten.
The Unrepresented Nations and Peoples Organisaztion heeft als doel om de
mensenrechten, de culturele rechten en leefmilieu van de leden te beschermen en
geweldloze oplossingen te vinden voor de conflicten.
De Staat der Nederlanden is een rechtspersoon. Het is bevoegd rechtshandelingen te
verrichten, zoals: koopovereenkomst met burger aangaan, verdrag met andere staat sluiten
of aan burgers belastingaanslagen opleggen.
Nederland maakt deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden, dat ook Aruba, Curaçao en
Sint Maarten omvat. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is van een hogere orde
dan de Grondwet.
Bonaire, Saba en Sint Eustatius (BES-eilanden) zijn openbare lichamen (bijzondere
gemeenten). De inwoners kiezen de leden van de eilandsraad. De gezaghebber en de
, eilandgedeputeerden vormen het bestuurscollege van een eiland. De inwoners hebben ook
actief en passief stemrecht voor de Tweede Kamerverkiezingen. Niet ingedeeld bij een
provincie: een Rijksvertegenwoordiger houdt toezicht op de openbare lichamen.
De Nederlandse koning is staatshoofd van het gehele Koninkrijk der Nederlanden:
Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt de
koning vertegenwoordigd door de gouverneur (ieder land heeft een eigen dus er zijn 3
gouverneurs). De regering van het koninkrijk bestaat uit de koning en de Raad van Ministers
(Rijksministerraad). De Raad van Ministers bestaat uit de door koning benoemde (alle
Nederlandse) ministers en drie gevolmachtigde ministers. De regeringen van Aruba,
Curaçao en Sint Maarten benoemen elk één gevolmachtigde minister die namens de
regering van zijn land optreedt. De Raad behandelt aangelegenheden die de vier landen
raken. De regering van het koninkrijk oefent samen met de Nederlandse Staten-Generaal de
wetgevende macht uit. In het Nederlandse kabinet is één bewindspersoon (minister of
staatssecretaris) in het bijzonder belast met koninkrijksrelaties. De bewindspersoon is
verbonden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Nederland is sinds de Grondwet van 1815 een constitutionele monarchie = staat waarin het
koningschap verankerd is in een constitutie: de koning staat niet boven de wet maar is
daaraan ondergeschikt. Een constitutie is het geheel van elementaire geschreven en
ongeschreven regels m.b.t. de organisatie van een staat. Soms heeft een staat geen
grondwet maar wel een constitutie.
J.R. Thorbecke was de architect van de nieuwe Grondwet van 1848.
2.1 Parlementair stelsel
Twee principes:
De koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk (ministeriële
verantwoordelijkheid). Ministers moeten verantwoording afleggen over de
handelingen en uitingen van de leden van het koningshuis en over het functioneren
van het ambtenarenapparaat dat namens de regering beleid voorbereidt en uitvoert.
Op nationaal niveau ligt de bestuursmacht dan ook bij de ministers. Zij worden
gecontroleerd door het parlement.
Het kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de Tweede Kamer hebben.
Dit geldt ook voor een individuele minister of staatssecretaris. Vertrouwen wordt
voorondersteld tot het tegendeel blijkt (vertrouwensregel). Verlies van vertrouwen
kan blijken uit een motie van wantrouwen waarin beleid wordt afgekeurd dan wel
doordat een door de regering onaanvaardbaar verklaarde motie of amendement toch
een meerderheid krijgt.
Verschil koninklijke familie en het Koninklijk Huis:
- koninklijke familie is de familie Van Oranje-Nassau.
- Koninklijk Huis omvat de leden van de koninklijke familie voor wie ministeriële
verantwoordelijkheid bestaat (verantwoordelijkheid bij de minister-president).
2.2 Rechtsstaat
Kenmerken rechtsstaat:
Al het overheidshandelen dient te zijn gebaseerd op bevoegdheden die zijn
vastgelegd in wetten (legaliteitsbeginsel). Niet handelen naar willekeur.
Er dient sprake te zijn van een machtenscheiding in de staat (Montesquieu).
Staatsmacht is altijd onderhevig aan controle en is nooit absoluut. De Nederlandse
staat voldoet niet volledig aan dit beginsel: zo is de regering (de executieve) actief
betrokken bij de wetsvoorbereiding (de legislatieve).
Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen.
Het bestaan van grondrechten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur merlevr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.